Verslag themadag Wijken voor de Fiets

De voorjaarsthemadag ging ditmaal over fietsvriendelijke wijken. Hoe analyseer je de fietswensen van de wijk? Hoe breng je die in kaart? Dat kan volgens de methode Bach, die vooral geschikt is voor wijken waar drastisch gesaneerd wordt of voor nieuwe wijken. De Fietsersbond heeft er inmiddels ruime ervaring mee. De themadag, een coproductie van het team vrijwilligers en de projectgroep Wijken voor de fiets, werd gehouden op zaterdag 26 april op het landelijk bureau in Utrecht en trok ruim twintig vrijwilligers.

Zo’n dag met een gastvrije ontvangst, een concreet onderwerp en een ruime keuze aan drankjes, hapjes en broodjes, is altijd weer een leuke gelegenheid om oude bekenden te spreken en ervaringen uit te wisselen. Projectleider Henk Hendriks gaf een presentatie aan de hand van een van de wijken waar hij zich mee bezighoudt (Kerckebosch in Zeist). Daarna ging hij in op het maken van een veilige schoolomgeving en gebruikte daarvoor aansprekende foto’s uit Zwolle. Het zijn mooie voorbeelden dat je echt wat kunt bereiken. Als je de ruimte goed inricht (fietsers en voetgangers eerst) dwing je alle weggebruikers tot ander gedrag en wordt fietsen veiliger en aantrekkelijker. Auto’s hou je op afstand: ze hoeven niet pal voor de huisdeur te parkeren en automobilisten kunnen hun kinderen een paar honderd meter voor de school uitladen en verder te voet naar school brengen. Wie voor de fiets kiest, kan wel tot voor de deur komen.

Om iets te bereiken moet je al heel vroeg veel overleggen met gemeenten, woningbouwcoöperaties en projectontwikkelaars en ook met wijkbewoners en andere belangengroepen. Je moet met goede argumenten komen, zoals de fietswensen op de kaart die in een gezamenlijke bijeenkomst kunnen worden ingetekend. Dat is ook de kracht van de methode: je werkt systematisch, je kunt het samen doen en de resultaten spreken aan, ze maken direct zichtbaar waar het om gaat. Maar het hele planproces vergt wel veel tijd en energie. Je moet steeds opnieuw aan de bel trekken en ook goed weten bij wie je dat moet doen.

Praktische voorbeelden
Het onderwerp sprak aan, er kwamen al gauw vragen en opmerkingen uit alle delen van het land. Praktische voorbeelden uit de weerbarstige praktijk. Te dichte bebouwing om fietsers meer ruimte te geven, auto’s moeten ook doorstromen, mensen willen toch heel graag voor de deur parkeren, de fietsenberging is uit het bouwbesluit geschrapt, slechte fietsenstallingen bij scholen, huizen in fietswijken waaronder je de auto kunt parkeren trekken auto’s aan. Zo passeerde een breed scala van fietsproblemen de revue.

Na de lunch werden vijf groepen gevormd die met potlood, stift en overtrekpapier zelf aan de slag gingen met kaarten van een bepaalde wijk. Het ging om lijnen trekken: waar wonen de mensen en waar moeten ze naar toe? De wijk in en uit, naar school of naar de winkels. Zo breng je de basale fietswensen in kaart. Het ging om analyseren: wat is het bestaande netwerk aan autowegen en fietsroutes en wat ontbreekt dan nog als je naar de lijnenpatronen kijkt? Zo geef je concreet aan wat er nog moet gebeuren. Waar moet een fietspad komen, of een veilige oversteek over een drukke weg? Iedere groep had een begeleider en met tekenen en praten was de middag gauw om. Zo werden er ook nog heel wat fietspaden getekend. Tenslotte liet iedere groep nog even zien wat er was gedaan. Dat was het slot van een geslaagde dag.

Het zou interessant zijn te weten of er afdelingen zijn die zelf met de methode Bach werken, of dat illen gaan doen. Misschien kan het landelijk bureau daar, als vervolg op deze themadag, verdere ondersteuning bij bieden.

Door Irene Frieling, Fietsersbond afdeling Haarlem, gepubliceerd in de Ketting van november 2009

Categorieën