In veel oudere wijken waar een groot deel van de bevolking van allochtone afkomst is, maken maar weinig bewoners gebruik van de fiets. Vaak wordt gedacht dat dit voortkomt uit het ontbreken van een ‘fietscultuur’: uit de opvatting dat fietsen niet hoort of uit een vermeende lage status van de fiets.
In 2010 publiceerden Rik Verhoeven en Pieter Schrijnen, onderzoekers van de TU Delft, de bevindingen van hun onderzoek ‘Allochtonen onderweg: fietsgebruik onder immigranten’. Zij stelden vast dat de belangrijkste redenen om niet te gaan fietsen zijn: het slechte weer (althans de beleving daarvan) en het gevoel van verkeersonveiligheid. Daarnaast werd het gemak genoemd van de bus of tram.
Bij dit alles lijkt vooral aangeleerd gewoontegedrag doorslaggevend te zijn. Doordat van jongs af aan de fiets niet wordt gebruikt, wordt de fiets later niet als volwaardig alternatief gezien.
Gebaseerd op dit onderzoek zijn enkele conclusies mogelijk. Om het fietsgebruik onder allochtonen te stimuleren dient nieuwe gewoontegedrag te worden ontwikkeld. De fysieke voorzieningen in de oude wijken zullen moeten worden verbeterd (veiligheid en stallingen). Maar ook is het van belang de sociale aspecten van fietsen te benutten: rond de basisscholen kan het samen leren fietsen een routine geven om ook later samen te fietsen.
Categorieën