fietsenmaker_header

Oefenen driewielfiets-voor-senioren

Probeer vooral niet meteen weg te rijden ! Omdat de driewielfiets niet omvalt, moet je namelijk afleren je evenwicht te bewaren. Dat voelt eerst onnatuurlijk en is echt even wennen voor iedereen (vooral voor ouderen die al zo lang gefietst hebben en automatisch willen blijven balanceren) maar als u het stapje voor stapje doet, echt zo langzaam mogelijk, dan raakt u dat onnatuurlijke gevoel/gespannenheid vanzelf kwijt en zult u ontspannen. Iedere keer dat u opstapt, zult u merken dat het al beter gaat. Eerste paar keer niet te lang, want het onnatuurlijke kost u energie en dan raakt u nog meer gespannen. Liever vaker dan te lang. U merkt vanzelf dat u wat meer kunt doen. U vordert sneller dan u in eerste instantie denkt hoor. Kwestie van goed rechtop blijven zitten, voeten op de pedalen houden en niet naar beneden kijken maar voor u uit waar u naartoe wilt. Niet teveel nadenken, niet concentreren. Alleen maar sturen. Het kan voelen dat de fiets trekt maar dat komt enerzijds door het wegdek dat (soms onzichtbaar) wat helt naar een kant en anderzijds door je eigen (onbewuste) manoeuvre omdat je er nog niet aan gewend bent dat je niet kunt vallen. Blijf dan alleen maar goed sturen. Hou de vingers aan de rem, en rem vaak om eraan te wennen dat je inderdaad niet omvalt. Extra tip is : zodra u denkt of zegt: Oei !! dan direct remmen en stoppen. Dan het stuur weer goed zetten in de goede richting, even schouders los en dan nog een stukje. Dus Oei = remmen ! Vooral vaak even remmen en stoppen, dat is goed voor uw gevoel van controle en uw vertrouwen neemt toe. Als u trouwens heeft geoefend, moet u niet direct weer op uw tweewieler gaan rijden, want u bent bezig geweest om uw evenwicht los te laten en je moet op een gewone tweewieler juist weer balanceren. Zie de oefentips.

Voor meer informatie, bel dan naar de Fietsersbond 030-2918171 of mail [email protected].

Tips en trucs voor oefenen driewielfiets (voor senioren):

(Vrijwilliger/begeleider/familie: ervaar het eerst zelf)

  1. Fiets eerst op de parkeerrem zetten zodat ie niet voor- of achteruit kan. Stuur en zadel goed (laten) afstellen.
  2. Til uw voet naar de andere kant zodat uw voeten aan weerskanten van de fiets staan. Zet uw sterkste been op het laagste pedaal en neem plaats op het zadel.
  3. Ontspannen op ‘t zadel zitten (“alsof u in de auto zit”), voeten op de pedalen. Kijk voor u uit, niet naar beneden, niet naar ‘t stuur.
  4. Een trucje om in het begin te voelen dat u echt niet omvalt, is om als u zo rechtop zit het stuur los te laten en uw beide armen even over elkaar te doen. Daarna pakt u het stuur natuurlijk weer vast.
  5. U oefent steeds in de kleinste versnelling, op wandeltempo.
  6. Langzaam trappen, alleen maar sturen, hou uw vingers steeds aan de rem ! Als u denkt “Oei !”, remt u direct en stopt even.
  7. Blijf rechtop zitten, niet meehangen, ook niet met benen.
  8. Knieen bijeen vooral in de bocht, dan blijft u beter rechtop.
  9. Hou de voeten steeds op de pedalen, ook als u remt/stilstaat.
  10. Regelmatig tussendoor even remmen en voeten niet op de grond zetten om eraan te wennen dat u niet omvalt.
  11. Rij zo haaks mogelijk stoepranden op en af. Nooit schuin !
  12. Pauzeer vooral in het begin heel regelmatig, schud de schouders los en babbel wat om te ontspannen van de stress die het onnatuurlijke gevoel geeft. Oefensessies hoeven niet veel langer dan 20 min of 30 min te duren omdat door de spanning vermoeidheid snel toeslaat. Beter vaker dan te lang.
  13. Naarmate u vaker opstapt, merkt u al (kleine) vorderingen. Besef dat u niet de enige bent. Iedereen die altijd gefietst heeft, moet afleren om het evenwicht te willen bewaren en erop leren vertrouwen dat de fiets niet omvalt. Dat grote voordeel voelt eerst heel onnatuurlijk.
  14. Als u afstapt en ernaast loopt, dan komen de kuiten al snel tegen de achterwielen aan. Daarom kunt u beter bij de geringste verplaatsing gewoon op de fiets (blijven) zitten.
  15. Als u na oefening naar huis gaat op uw gewone tweewieler vergt dat meteen weer uw “oude” evenwicht. Loop na oefening daarom een straatje om naast uw fiets voordat u er weer opstapt. Onderschat het verschil niet.

Als u erg onzeker bent, oefen dan eerst met het trappen van niet meer dan 1 pedaalslag waarna u remt en stilstaat. Even op adem komen. Dan pas weer een pedaalslag waarna u weer remt/stopt en ontspant. Dat steeds herhalen. Vergeet niet voor u uit te kijken daar waar u naartoe gaat. U gaat pas verder met een volgende pedaalslag als u het stuur en uzelf weer goed onder controle heeft. Dit geeft u rust en u oefent alvast het allerbelangrijkste: sturen en remmen. U merkt vanzelf dat het, iedere keer dat u weer opstapt, gemakkelijker wordt. De spanning gaat verdwijnen.

Bijna alle driewielfietsen kunnen worden uitgevoerd met trapondersteuning die het nemen van hellingen vergemakkelijkt.
In steeds meer plaatsen geven vrijwilligers gratis rijlessen.
Probeer de fiets altijd eerst voldoende uit voordat u tot aanschaf overgaat. Doe dat bij voorkeur buiten, want binnen is de vloer vaak zo glad dat het oefenen niet realistisch is. Buiten zult u voelen dat het wiebelt omdat de straat nooit effen is voor de twee achterwielen. Daar zult u aan wennen.
Als u op de weg rijdt, neem dan de ruimte. Rij niet in de goot want dan fietst u vaak te schuin. Als uw vertrouwen op de fiets (weer) toeneemt en u de ruimte neemt, dan merkt u dat het verkeer meer rekening met u houdt omdat de fiets (respectabel) breed is.
Het is eigenlijk vanzelfsprekend dat u op zo’n fiets daar gaat rijden waar u zich vertrouwt. U zult dus eerst de plekken zoeken waar u zich het veiligst voelt. Dat breidt zich vanzelf uit naarmate je vertrouwen toeneemt.

Lukt het niet na een paar keer? Dat is normaal. Oefen nog even door.

Soms lukt het niet. U voelt zelf wel of u zich teveel geweld aan doet met oefenen. Dan hoeft u er geen spijt van te hebben want u heeft het wel geprobeerd en u bent een hele ervaring rijker. Toch?

Meer informatie of hulp nodig? Bel dan naar de Fietsersbond 030-2918171. Zij helpen u graag.