Fietsersblog

De opmerkelijke aannames van de capaciteitsanalyse

Onlangs verscheen een belangrijke studie waar de overheid haar mobiliteitsbeleid op baseert. De fiets kwam er in dit document maar matig vanaf. Wim Bot analyseert.

Drukte in Rotterdam
Beeld-auteur: Maarten Hartman

Een paar weken terug verscheen de Nationale Markt- en Capaciteitsanalyse (NMCA) over verkeer en vervoer van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Deze analyse verschijnt eens in de vier jaar en dient als onderbouwing van het te voeren overheidsbeleid. In de NMCA wordt gerekend met een laag en een hoog scenario van respectievelijk 1% en 2% economische groei. In beide scenario’s stijgt het gebruik van auto en openbaar vervoer fors. Uiteraard leidde dat tot grote paniekreacties over dichtslibbende wegen en overvol spoor en de roep om meer te investeren in autowegen en spoor.

De fiets is voor het eerst meegenomen in het model, maar de uitkomst stemt minder vrolijk: een kleine daling van aandeel in beide scenario’s, een daling van kilometers in het lage scenario en alleen groei in het hoge scenario. Blijkbaar vond het ministerie die conclusie ook niet overtuigend, want er werd een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd, waaruit bleek dat de fiets wel degelijk fors kan groeien indien er meer in het netwerk wordt geïnvesteerd en de groei van de e-bike doorzet.

Het is de moeite waard een lang citaat te publiceren uit de NMCA, waaruit blijkt welke aannames er gedaan zijn.

Ontwikkeling van de fiets

De ontwikkeling in 2030 en 2040 leveren een vergelijkbaar beeld op met de huidige situatie: groei in de steden en krimp in landelijke gebieden (zie figuur 17). De fiets op nationale schaal laat lagere groeicijfers zien dan de auto en de trein, en in een Laag scenario is zelfs sprake van krimp. In de gepresenteerde cijfers is alleen de fiets als hoofdtransportmiddel weergegeven. Fietsen neemt, in lijn met de groei van het gebruik van het OV, sterk toe in het voor- en natransport (+15% – +30%). Het

voor- en natransport per fiets heeft echter een laag aandeel in het totaal aantal fietskilometers (+5% – +10%).

De lage groei van de fiets kan verklaard worden door het stijgende gebruik van de auto en OV. Door de economische groei (en dus inkomensgroei), dalende kosten van betaald vervoer in de scenario’s en verbeteringen in het netwerk (weg en OV) is met name een groei van OV- en autoverplaatsingen en -kilometers. Daarnaast zijn voor de fiets geen kwaliteitsverbeteringen in het netwerk verondersteld. Dat is bij de auto en het OV wel het geval. Dit betekent in beide gevallen dus een betere “concurrentiepositie” voor auto en OV vervoerwijzen ten opzichte van de fiets. Tot slot heeft het beschikbaar stellen van een OV-studentenkaart voor MBO-studenten jonger dan 18 jaar ook een negatief effect op het fietsgebruik van die groep. Ook is het belangrijk om op te merken dat de modellen die aan de prognoses ten grondslag liggen, zijn geschat op waargenomen gedrag in de periode tot en met 2014. De ontwikkeling van het e-bike gebruik tot en met 2014 is hierin dus verdisconteerd. Recente of toekomstige maatschappelijke trends die mogelijk een extra motief zijn om de fiets te pakken (duurzaamheid, gezondheid) spelen geen rol in de prognoses.

 

Sterkere groei van de fiets

Zoals beschreven is er groei in de steden en op het voor- en natransport zichtbaar. In alle scenario’s is te zien dat de afstanden die met de fiets worden afgelegd langer worden. Hierin zien we het effect van de e-bike terug. Het aandeel van de e-bike kan richting de toekomst harder stijgen dan in de uitgangspunten voor de WLO en de NMCA is verondersteld. Ook kan het beleid voor fietsers in de stad een vlucht nemen (verbetering van netwerken). Dit wordt zichtbaar in de gevoeligheidsanalyse die is uitgevoerd in de NMCA. Deze analyse toetst de uitgangspunten omtrent de fiets met een gevoeligheidsanalyse voor 2040 Hoog. Hieruit blijkt dat het fietsgebruik bij verdere verbetering van de e-bike en het fietsnetwerk veel harder (+28%) kan groeien dan in het referentiescenario; daar is dan wel veel extra beleid voor nodig.

Mijn conclusie: deze NMCA is het schoolvoorbeeld van een self-fulfilling prophecy: auto en ov groeien omdat er zoveel in wordt geïnvesteerd en ook de gebruikskosten nog dalen, terwijl de fiets niet groeit omdat er niet meer in wordt geïnvesteerd. Having your cake and eat it, noemen ze dat…

Categorieën

Wim Bot

Wim Bot

(Inter)nationaal beleidsadviseur

Fietsgeluk is voor mij in Delft makkelijk en snel naar de binnenstad of naar het station kunnen fietsen. Ik ben verantwoordelijk voor de nationale en internationale beleidsbeïnvloeding; dat betekent dat ik overal en nergens probeer de fiets hoger op de agenda te krijgen. Behaalde successen waar ik trots op ben: het aannemen van de Fietsvisie 2040, het introduceren van de inmiddels gangbare term schaalsprong, extra middelen in de Tweede Kamer voor fietsenstallingen bij stations en voor snelfietsroutes, en de aanpak van scooteroverlast in Amsterdam.