Fietsdiefstal hoog op de agenda

Offensief: Houd de fiets: de stand van zeken na twee jaar actievoeren

In 2003 geleden startte de Fietsersbond de campagne Offensief: Houd de fiets. Inmiddels hebben verschillende partijen de strijd tegen fietsdiefstal krachtig ter hand genomen. Een doorbraak in de aanpak van diefstal.

Je hebt altijd gemeenten die voor de troepen uitlopen: Harderwijk nam het initiatief om stadswachten op straat naar gestolen fietsen te laten speuren. Amsterdam organiseerde als eerste een megazitting voor veelplegers van fietsdiefstal. De straffen waren niet mals. In september organiseert de Fietsersbond een congres over fietsdiefstal waar verschillende aanpakken van fietsdiefstal de revue passeren. Doel: iedereen die betrokken is bij de aanpak van fietsdiefstal samenbrengen en elkaar inspireren.

De Fietsersbond ontwikkelde voor gemeenten een fietsdiefstalscan. Zowel gemeentebeleid als politiebeleid worden doorgelicht op de aanpak van diefstal. Op straat wordt gekeken waar en hoe fietsdiefstal kan worden voorkomen. Twintig gemeenten doen mee. De bond stuurde ook haar eigen fietsendief op pad om voorlichting te geven over hoe je je fiets goed op slot moet zetten. Daarvoor deed de bond zelf een onderzoekje onder fietsendieven en testte fietskettingen.

De fietsbranche voerde in navolging van Amsterdam een antidiefstal code in waarin rijwielhandelaren beloven geen gestolen fietsen te verkopen. Ook van de overheid uit lijkt er nu schot in de zaak te zitten. Minister Remkes van Binnenlandse Zaken heeft besloten dat een landelijk register van gestolen fietsen binnenkort gaat proefdraaien in twee of drie politieregio’s. Na een korte evaluatie kunnen dan ook andere politiecorpsen ermee aan de slag. Dat is een kleine doorbraak. De Fietsersbond pleit al jaren voor een landelijk register van gestolen fietsen. Het systeem staat ook al tijden in de startblokken, maar wilde maar niet van de grond komen. Achter de schermen werd flink gesteggeld over hoe het register er uit zou moeten zien. Nu de minister de knoop heeft doorgehakt, kunnen partijen er niet meer onderuit om ermee aan de slag te gaan.

Volgens de Politiemonotor 2005, een onderzoek onder landelijke politiecorpsen, daalt het aantal gestolen fietsen afgelopen jaar van 5 naar 4,5 procent. Een daling die sinds 1993 gestaag is ingezet. De regio Amsterdam springt er met een daling van 13 naar 10 procent uit. Dat is een forse stap als je bedenkt dat de regio Zaanstreek met een daling van 1,7 procent een goede tweede is. De regio Amsterdam heeft van heel Nederland het meeste te kampen met fietsdiefstal. Niet verwonderlijk dat deze regio dan ook flink aan de weg timmert in de strijd tegen fietsdiefstal (zie het overzicht op pagina ). Een beleid dat niet alleen wat betreft daling van het aantal fietsdiefstallen vruchten lijkt af te werpen: mensen hebben ook het gevoel dat het gevaar dat hun fiets gestolen wordt, minder wordt.

We zitten op de goede weg dus, maar dat is nog lang geen reden om op onze lauweren te rusten. Er worden per jaar nog altijd rond de 800.000 fietsen gestolen. Fietsdiefstal staat ook nog steeds in de top drie van meest gepleegde delicten, naast vernielingen aan en diefstal uit auto’s en vernielingen op straat. Een fors probleem dus. Niet alleen omdat mensen hun fiets kwijt zijn, maar ook omdat het het fietsgebruik in de wielen rijdt. Uit de fietsdiefstalenquête van de Fietsersbond (bijna 12.000 inzendingen) blijkt dat vijfenveertig procent van de mensen uit angst voor fietsdiefstal kiest voor een ander vervoermiddel dan de fiets om te gaan winkelen of om uit te gaan. Om dezelfde reden koopt rond de dertig procent geen nieuwe fiets nadat hun fiets is gestolen. Voor gemeenten die een actief fietsbeleid willen voeren, een gegeven om extra bij stil te staan. De Bovag meldt dat er zo’n 1,2 miljoen fietsen per jaar verkocht worden. Dat zouden er dus heel wat meer kunnen zijn.

Wie diefstal wil bestrijden is gebaat bij kennis over de handel en wandel van het gestolen goed. Gek genoeg weten we over het circuit van gestolen fietsen niet zo veel. Er is een rapport uit 1995 dat een beetje licht op de zaak werpt. Fietsendieven worden er in vier categorieën onderverdeeld: incidentele fietsendieven, gelegenheidsdieven, junks en professionele fietsendieven. De incidentele dief steelt een of twee keer in zijn leven een fiets. De gelegenheidsdief verslijt zo’n twee á driehonderd gestolen fietsen in zijn leven. Ze grijpen hun kans als de gelegenheid zich voordoet, bij een fiets die niet of slecht op slot staat dus.Junks en professionals stelen voor de verkoop. Junks moeten het meestal hebben van straathandel. Door strenge straffen aan veelplegers uit te delen, probeert de politie controle hierop uit te oefenen.

Professionals leven van allerhande criminele activiteiten. Fietsdiefstal doen ze er zo’n beetje bij. Meestal stelen ze in één keer een grote partij, liefst dure fietsen. Dit circuit is lastig aan te pakken. Een deel van de gestolen fietsen duikt op in tweedehands fietsenwinkels zoals de Vogelvrije Fietser twee jaar geleden aantoonde. Ook verdwijnen er fietsen over de grens. Vijfennegentig procent van de gestolen fietsen die Ronny Goovaerts, fietsenmaker in Oud-Turnhout (België), onder handen krijgt, komen uit Nederland: Goirle, Asten, Deurne, maar ook uit Midden-Nederland en Amsterdam. ‘Het framenummer is eruit gevijld of er zit een oud slot op een splinternieuwe fiets. Dat is verdacht. Dan ga ik op zoek naar andere herkenningstekens en trek ik hem na bij de fabrikant of de verzekeraar.’ Dankzij de alertheid van Goovaerts werd vorig jaar een fietsendievenbende uit Tilburg opgerold.

Goovaerts spoorde al tientallen gestolen fietsen op en bezorgde ze terug bij de rechtmatige eigenaar. Laatst reed iemand een Koga Miyata zijn werkplaats binnen, nieuwprijs 1600 euro, op een Belgische rommelmarkt gekocht voor 750 euro. Zonder aankoopbewijs natuurlijk en inderdaad gestolen. Clementie met de kopers van gestolen fietsen heeft hij niet. ‘Als je voor een prikje een dure fiets koopt weet je dat er iets mis is.’ In Nederland kan het nog brutaler. Eugen Uppelschoten van de Bikeshop in Amersfoort ziet tot zijn verbazing regelmatig gestolen fietsen van zijn eigen klanten terugkeren in zijn werkplaats. ‘Het stickertje van onze winkel zit er soms nog op.’

Vaak zijn de fietsen via advertenties in supermarkten, huis-aan-huisbladen of via internet gekocht. Zonder heler geen steler. Uppelschoten heeft in Amersfoort de strijd tegen fietsdiefstal aangebonden. Hij geeft onder andere voorlichting aan het fietsteam van de Amersfoortse politie. Hij vertelt ze waaraan je een gestolen fiets kunt herkennen en drukt agenten op het hart om gewoon even de rijwielhandelaar te bellen als ze een verdachte fietser staande houden. Op het spatbord zit meestal een stickertje met een telefoonnummer van de rijwielhandelaar. ‘Als ze het framenummer aan mij doorgeven, heb ik meteen de gegevens van die fiets op mijn scherm staan.’ Een telefoontje naar de eigenaar heldert de zaak dan snel op. ‘Ik heb niet de illusie dat ik de problemen op kan lossen. Maar de burger baalt van fietsdiefstal en met relatief weinig moeite kun je die burger blij maken. Want het is gewoon heel fijn als je gestolen fiets teruggevonden wordt.’

Jolinda van Hoogdalem

Uit: Vogelvrije Fietser, september 2005

Categorieën