Fietsersblog

Fietsen in de stadsjungle

Wie dagelijks in een willekeurige Nederlandse stad door de ochtendspits fietst, zal ongetwijfeld een gevoel van herkenning hebben gehad bij het artikel van Julien Althusius in De Pers vanmorgen. In ‘Fietsers: gedraagt u!‘ schrijft Althusius zijn fietsfrustraties van zich af en maakt hij een paar goede punten. Nu is het voor ons geen verrassing dat fietsers zich aan elkaar ergeren. Onze campagne Vriendelijk Verkeer inventariseert sinds de start al ergernissen van fietsers, en daaruit blijkt dat fietsers elkaar zeker niet sparen. Onoplettendheid (bijvoorbeeld van bellende fietsers) en ongemanierdheid worden hierbij vaak genoemd. Dat zijn twee dingen die Althusius ook aan de kaak stelt, en waar we als Fietsersbond ons van harte bij aansluiten.

Drukte in Amsterdam
Druk bellende fietsers in Amsterdam – Foto (cc) Marc van Woudenberg

Zijn we het dan helemaal eens met het verhaal in De Pers? Dat niet. Althusius concludeert dat het grootste probleem de fietser zelf is, en heeft hierbij zichzelf als maatstaf genomen. Hij is een haastige fietser die pleit voor minimumsnelheden aan de ene kant en een verbod op spatbordkleven aan de andere kant. Ook moeten bakfietsen het veld ruimen. Die zijn namelijk te breed en te onhandig. Kortom: fietsen in de stad is als het overleven in een jungle – alleen de sterkste, slimste fietsers zullen overleven, en alles wat afwijkt van het gemiddelde moet zich aanpassen of verdwijnen. En dat is volgens ons nou net geen oplossing.

Nederland is namelijk een bijzonder land. Hier fietst namelijk iedereen: van jong tot oud, van arm tot rijk en van noord tot zuid. In onze uitgave Fietsen in cijfers lezen we dat 5 miljoen fietsers dagelijks ruim 14 miljoen fietsritten maken. Dat is veel. Tussen 8.00 en 9.00 uur zijn er zelfs meer fietsers op de weg dan auto’s. Fietsers in alle soorten en maten. Forensen als Julien Althusius, maar ook ouders die hun kind naar school brengen in de bakfiets, op een zelfstandige fiets of achterop, ligfietsers die lange afstanden afleggen en ouderen op weg naar hun kleinkinderen of gewoon naar de supermarkt. Allemaal fietsers met hun eigen wensen en noden. En zoals je ook geen verbod eist op vrachtwagens omdat ze de verkeersstroom ophouden, kun je ook geen eisen stellen aan wie er wel of niet mag fietsen en hoe dan wel.

Om het probleem van chaos op het fietspad goed op te lossen is een gedragsverandering van fietsers niet genoeg. De overheid zal  – net als op de snelwegen al heel gewoon is – moeten investeren in de infrastructuur. In voldoende en goede stallingsplekken. In verkeerslichten die fietsers vaker voorrang geven.  In bredere fietspaden, geschikt voor het in de afgelopen jaren fors toegenomen fietsverkeer. Dan kan de haastige Pers-journalist de drukke bakfietsvader gewoon inhalen. En kunnen we allemaal zonder irritaties naar onze bestemming fietsen.

Martijn van Es, medewerker communicatie Fietsersbond

Categorieën

Martijn van Es

Martijn van Es

Senior communicatieadviseur 2010 - 2022

Fietsgeluk is voor mij samen met mijn zoon kersen halen aan de rand van de stad, zonder dat we worden aangereden door een hardrijdende automobilist. Fietsgeluk is net dat ene vaste plekje te pakken hebben in de stationsstalling, en ‘s avonds weer fijn terug naar huis. Fietsgeluk is over het Ledig Erf fietsen op een uitgaansavond met overal rumoer. En Fietsgeluk is bijna twaalf jaar werken bij een organisatie die er toe doet.