Fietsers willen veilig en gezond kunnen fietsen

De verkeersveiligheid heeft de laatste vijftien jaar veel baat gehad bij het gedachtegoed van ‘Duurzaam Veilig’. Dat gedachtegoed stelt, verkort samengevat, dat gemotoriseerd verkeer gescheiden moet worden van fietsers op wegen waar hard(er) gereden wordt: binnen de kom zijn dat de 50 km/h-wegen. De beste scheiding voor fietsers is een vrijliggend fietspad, fietsstroken zijn minder goed. Op wegen waar minder hard gereden wordt in de zogenaamde verblijfsgebieden (30 km/h), hoeft er niet gescheiden te worden en kan er dus gemengd worden.

In de meeste van dergelijke woonstraatjes zullen fietsers ook weinig behoefte hebben aan aparte fietsvoorzieningen. Anders is dat op doorgaande hoofdfietsroutes door verblijfsgebieden. Omdat fietsers meer last hebben van omrijden, hebben juist fietsers behoefte aan een fijnmazig netwerk en dus ook aan hoofdroutes door verblijfsgebieden. Deze kunnen vormgegeven zijn als fietsstraten, als geheel vrijliggende fietspaden (bijvoorbeeld door een park) maar ook als fietspaden langs 30 km/h-wegen.

Fietspad in twee richtingen uitgevoerd in rood asfalt

“Ho ho”, roepen dan veel verkeerskundigen, “dat mag helemaal niet van Duurzaam Veilig, fietspaden langs 30 km/h-wegen”. Misverstand. Vanwege de verkeersveiligheid hoeft het niet, dat is wat anders dan dat het niet mag. De wetgever heeft het zelfs bij uitzondering mogelijk gemaakt om aan fietsers op fietspaden door verblijfsgebieden voorrang te geven. Natuurlijk doe je zoiets alleen op routes met veel fietsers, anders heeft het geen zin. 

De laatste jaren zijn we ons meer en meer bewust geworden van het belang van hoofdfietsroutes door verblijfsgebieden. Naast de oude inzichten zijn er twee nieuwe bijgekomen. De eerste is dat fietsen langs verkeersaders veel minder veilig is dan we altijd aangenomen hadden. (bron) Er vallen meer fietsslachtoffers door het fietsen langs verkeersaders dan bij het oversteken van verkeersaders! Fietsers in verblijfsgebieden komen minder auto’s tegen die ook nog eens langzamer rijden, dat is dus veiliger. 

Het tweede punt is luchtverontreiniging. Een recente studie van het RIVM en het IRAS laat zien dat er naar schatting driemaal zo veel fietsers doodgaan* aan luchtverontreiniging dan aan verkeersonveiligheid. En ook dat de positieve gezondheidseffecten van fietsen nog veel groter zijn. De gevaarlijkste verontreiniging is ultrafijnstof, dat vrijwel geheel lokaal gegenereerd wordt door verbrandingsmotoren, lees: gemotoriseerd verkeer. En meer, vanzelfsprekend, als er meer verkeer is dat harder rijdt. Fietsen langs verkeersaders is dus veel ongezonder en daarmee gevaarlijker dan fietsen door verblijfsgebieden. Alleen daarom al zijn de fietsroutes door verblijfsgebieden zo belangrijk!

Theo Zeegers, verkeersconsulent Fietsersbond

* iets preciezer, het gaat om drie maal zo veel verloren levensjaren. 

Categorieën