‘Gemeenten komen er niet uit’

Gemeenten zitten met hun handen in het haar. Steeds meer mensen gaan fietsen, maar waar moeten al die fietsen gestald worden? De gemeente Utrecht wist het ook niet meer en schreef een prijsvraag uit.

Eigenlijk weet niemand hoe de fietsparkeerproblemen opgelost moeten worden. ‘Er is geen recept voor succes. Iedereen worstelt ermee. Het fietsparkeren is een jong beleidsveld dat nog moet professionaliseren’, zegt Frank Borgman van de Fietsersbond.
Borgman inventariseerde in 43 gemeenten de fietsparkeervoorzieningen. Dit onderzoek is een onderdeel van de Fietsbalans waarmee de Fietsersbond in meer dan 140 gemeenten het fietsklimaat onder de loep heeft genomen.
Uit de gegevens van de Fietsbalans komt naar voren dat bij stations, in stadscentra, bij basisscholen en bij sportvelden de nood het hoogst is. Op ruim een derde van deze locaties is een groot tekort aan fietsenrekken. In stadscentra is op de drukste uren vaak gewoonweg geen plek meer voor je fiets. In tachtig procent van de gevallen staan de rekken propvol.

Komt het grote tekort als een verrassing?
‘We wisten wel dat er grote problemen waren. Maar de omvang van de tekorten, op al die zeer uiteenlopende locaties, heeft ons verrast. Dat hadden we niet verwacht.’

Doen de gemeenten te weinig?
‘Na de eerste ronde van de Fietsbalans in 2003 was voor veel gemeenten wel duidelijk dat ze meer aan fietsparkeervoorzieningen moesten doen. Veel gemeenten hebben vervolgens maatregelen genomen. Nu blijkt dat de vraag naar plekken groter is dan de groei van het aanbod. De latente behoefte aan fietsparkeerplaatsen is groot.’

De gemeenten moeten dus meer plekken bieden?
‘Daar zijn ze mee bezig, maar ze komen er niet uit. Het beleid is nu om meer rekken te plaatsen bij het station en in het centrum. Maar dat is niet voldoende.’

Wat moet er dan wel gebeuren?
‘De oplossing is eigenlijk simpel: gemeenten moeten meer stallingen bouwen. Daarnaast moeten ze een actiever fietswrakkenbeleid voeren. Dat schept al meteen ruimte. Een ander probleem is dat veel rekken bezet worden door fietsen van binnenstadbewoners. Natuurlijk, zij moeten hun fiets ook kwijt. Maar de rekken zijn bedoeld voor bezoekers van het centrum. Misschien kan voor de bewoners een stalling geregeld worden. Tenslotte denk ik dat er soms onderscheid gemaakt moet gaan worden tussen kort en lang parkeren. Dat houdt in dat je op de erg drukke punten tijdens winkeltijden je fiets een beperkte tijd kunt parkeren.’

Frank Borgman wordt op zijn wenken bediend. De Utrechtse wethouder van verkeer Ingrid de Bondt (VVD) heeft aangekondigd te willen experimenteren met kort en lang parkeren. Dat zei ze op 17 februari bij de bekendmaking van de winnaar van de prijsvraag ‘Waar laat ik mijn fiets?’. Bankemployee Ben Velzeboer won de prijsvraag met zijn voorstel om een onderscheid te maken tussen kort en lang parkeren. Als je fiets te lang in een rek voor kort stallen staat, moet volgens Velzeboer een sanctie volgen. Hij oppert een klem te introduceren waar de te lang gestalde fiets, zonder betaling, niet uit verwijderd kan worden. Na inworp van bijvoorbeeld twee euro wordt de klem gedeblokkeerd. De Bondt haastte zich te zeggen dat de gemeente zeker niet van plan is een vorm van verplichte betaling in te voeren. De wethouder kondigde wel aan bij de Bijenkorf – een notoir druk punt in Utrecht – te gaan experimenteren met kort en lang stallen. Overigens keert ze niet terug na de raadsverkiezingen. De vraag is of de volgende wethouder er ook mee aan de slag zal gaan.
De afdeling Utrecht van de Fietsersbond won de derde prijs. Ook in het plan van de Fietsersbond speelt het verschil tussen kort en lang parkeren een rol. Maar het belangrijkste is het bouwen van parkeervoorzieningen langs de belangrijkste fietsroutes. Een fietsparkeerverwijssysteem moet de fietser vervolgens naar de rekken dirigeren.
De Bondt besloot tot een prijsvraag omdat er binnen de gemeente onvoldoende inhoudelijke kennis over fietsparkeren aanwezig is. ‘Het Parkeerbedrijf van de gemeente is vooral een uitvoeringsorganisatie’, zegt De Bondt. De prijsvraag moet de ambtenaren op weg helpen. ‘Er zitten zeer bruikbare ideeën tussen die de gemeente kunnen helpen bij een structurele aanpak van het fietsparkeren’, aldus het persbericht van de gemeente.

Flutrekken bij sportvelden
Bij tweederde van de sportvelden zijn te weinig fietsenrekken, blijkt uit onderzoek van de Fietsersbond. ‘Die rekken zijn vaak zo slecht. Daar zou je zelfs nog geen stationswrak in durven zetten’, zegt Frank Borgman van de Fietsersbond. Waarom is het stallen juist bij sportvelden zo belabberd geregeld? ‘Fietsers redden zich wel. Ook al staat het rommelig, slordig geparkeerde fietsen leiden niet gauw tot klachten. Als er geen autoparkeerplaatsen zijn, gaat de buurt meteen klagen. Waarschijnlijk speelt ook mee dat onduidelijk is wie er wat aan moet doen. Moet de sportvereniging iets regelen? De beheerder? Of zou de gemeente het moeten doen?’ Dat het ook anders kan, bewijzen zwembaden en sporthallen. In 60 procent van de gevallen is daar wel voldoende ruimte.

Crowdsourcing
Utrecht begon ermee en nu hebben ook Amsterdam en Groningen besloten de burgers om hulp te vragen. In deze steden worstelen bestuurders met hetzelfde probleem: waar laten we de fietsen? Utrecht goot het verzoek om hulp in de vorm van een ouderwetse prijsvraag. In Groningen mag je de wethouder gewoon een mailtje sturen. Amsterdam kiest voor crowdsourcing. Dat houdt in dat je je voorstel op een site kunt achterlaten: www.amsterdam.nl/amsterdamopent

 

Categorieën