Proefrit op hoge bi

Wie komt uit zijn luie stoel voor een fietsmuseum?

Initiatieven in Utrecht en Amsterdam

Fietstestbaan

Liefhebbers in Amsterdam en Utrecht willen dolgraag een fietsmuseum. De experts hebben zo hun twijfels. ‘Een fietsmuseum? Hm, ik vraag me af wie daarvoor uit z’n luie stoel komt.’

Een fietsmuseum naar het voorbeeld van het Spoorwegmuseum in Utrecht, dat is de droom van Kaspar Hanenbergh, auteur van het boek Ons stalen ros dat gaat over hoe Nederland fietsland is geworden. ‘Het spoorwegmuseum is een soort attractiepark geworden. Vroeger kon je er alleen naar de treinen kíjken. Nu wordt er kwistig gestrooid met stoom en authentieke treingeluiden. En je kunt er avonturen beleven.’
Vertaald naar de fiets: Hanenbergh wil mensen leren zelf een fietswiel te spaken en op een hoge bi rijden. Een hoge bi is een fiets met reusachtig voorwiel en een klein achterwiel.
Want het is prachtig dat het fietsmuseum Velorama in Nijmegen er is, maar dat is vooral een fietsverzameling voor de liefhebber. Hanenbergh ‒ zelf gek op oude fietsen ‒ wil een dynamisch museum. ‘Alles draait om beleving.’
En voor Hanenbergh is Utrecht, met het oudste fietspad van Nederland en de grootste fietsenstalling van de wereld, de plek. ‘Utrecht timmert ontzettend aan de weg als fietsstad. Je zag het vorig jaar tijdens de Tour de France. Er is heel veel liefde voor de fiets. En het is een beetje raar om je aan toeristen te presenteren als ‘Bicycle capital of the world’ terwijl je wel een Nijntjemuseum hebt, maar geen attracties die met dat fietsen te maken hebben.’

De Fietser in Ede
De Fietser in Ede Beeld-auteur: Fjodor Buis

Grachtengordelfietsers

Myriam Corzilius wil in Amsterdam een fietsmuseum van de grond zien te krijgen; kijk op amsterdamfietsmuseum.com. ‘Nederland is fietsland van de wereld en Amsterdam is fietshoofdstad van de wereld.’
Door haar onvermoeibare inzet denken veel mensen bij de term ‘fietsmuseum’ inmiddels automatisch aan haar. ‘Hotels vragen al om folders zodat ze hun gasten erheen kunnen sturen.’
Maar als mensen beginnen over ‘Bicycle experience’, wat duidt op een commerciële tentoonstelling van fietsen, is ze weg. ‘Het moet wel inhoud hebben. Ik wil laten zien wat fietsen bijdraagt aan de leefbaarheid en het welzijn. Fietsen is de toekomst voor steden wereldwijd en wij zijn de voorlopers.’
Bij voorlopig gebrek aan museum leidt ze toeristen op de fiets rond. ‘Amerikanen kunnen zich niet voorstellen dat bewoners van die dure grachtenpanden vaak geen auto hebben en dat die fietsen aan de gracht van hen zijn. Dat vinden ze een teken van armoede. Dan bel ik aan en horen ze het van de bewoners zelf.’
Corzilius heeft de afgelopen jaren al wel fietstentoonstellingen georganiseerd en fietsparades met honderden fietsen. Ze is ook initiatiefnemer van de talkshowserie Bike & City in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam.
Een talkshow gaat goed, maar een fietsmuseum stamp je niet zomaar even uit de grond, merkt Corzilius. Ze ontmoet veel enthousiasme, maar nog geen grote geldschieter. ‘Helaas heb ik geen tonnen op de bank. Maar in 2017 moet het gebeuren. Dan bestaat de fiets 200 jaar. Ik ben heel erg van de pop-up, een tijdelijk verblijf in een leegstand pand. Ik wil een groeimuseum. Van daaruit zien we wel weer verder.’

Fietsfreaks

‘Een fietsmuseum? Hm, ik vraag me af wie daarvoor uit z’n luie stoel komt’, zegt tentoonstellingsmaker Femke Hameetman van MuseumLAB. ‘Het is net zoiets als een voedselmuseum. Dat kun je nog zo leuk vormgeven, maar je wilt eten natuurlijk proeven. Fietsen moet je gewoon doen. Persoonlijk denk ik dat er maar een paar freaks zijn die naar oude modellen kijken. Maar goed, als jij heel veel oude fietsen hebt die je tentoon wilt stellen en je hebt wat vrijwilligers: prima. Maar als je een rendabel museum wilt hebben wordt het een ander verhaal. Waarom per se een museum? Waarom organiseer je niet een keer per jaar een groot feest met de fiets als thema?’

Ook museumadviseur Marianne de Rijke van Landschap Erfgoed Utrecht zit nog niet direct te stuiteren van enthousiasme. Ze weet als geen ander hoe ingewikkeld het is om een officieel geregistreerd museum draaiende te houden. ‘Museum is geen beschermd begrip. Iedere verzamelaar kan een bordje op z’n huis hangen. Maar als je financiële steun van fondsen en de gemeente wilt hebben, moet je zorgen dat je erkend wordt en in het museumregister op wordt genomen. Gemeenten en fondsen zijn steeds kritischer geworden. Voor erkenning worden eisen gesteld aan de manier waarop je je collectie beheert en toegankelijk maakt. Je hebt een gebouw nodig en in het geval van fietsen moet dat geen kleintje zijn. Het zijn geen postzegels. Je moet over geld voor onderhoud beschikken en je moet bepaalde openingstijden hebben.’

Flagship store

Maar er is nog een andere mogelijkheid. Een ‘flagship store’ met fietsen, daar kan tentoonstellingsmaker Femke Hameetman zich nog wel iets bij voorstellen. En ook museumadviseur Marianne de Rijke veert op als ze hoort over het initiatief De Fietser in de oude Enka-fabriek in Ede. Deze flagship store alias gigantische ‘beleveniswinkel’ met filmpjes, speciale aanbiedingen en andere extra’s is in november 2016 voor het grote publiek geopend.
Het is een initiatief van Accell Nederland, waar onder meer de merken Batavus, Sparta, KOGA, Ghost, Van Nicholas en Loekie onder vallen. De Fietser gaat in november voor publiek open. Er lopen fietsexperts rond die niet bij één merk horen, maar een beeld hebben van alle Accell-modellen. Het grote voordeel boven een gewone fietsenwinkel is dat het aanbod groot is en dat je de fietsen bovendien kunt uitproberen op een gigantische indoor testbaan. De fiets die je wilt hebben koop je vervolgens bij je eigen dealer. Een deel van het pand, 300 vierkante meter, is ingericht als fietsmuseum met oude fietsen, filmpjes en een ouderwetse fietswerkplaats.

Fietsmuseum in De Fietser Bron: www.youtube.com

Schone toiletten

‘Het ENKA-gebouw is een prachtig monumentaal pand’, zegt museumadviseur De Rijke. ‘Je kunt beter zorgen dat je je bij de Enka-fabriek aansluit dan dat je weer helemaal apart iets op gaat zetten. Het is zo Nederlands om dingen langs elkaar heen te doen. De toegang is gratis en als je dan ook nog zorgt dat je er goed kunt parkeren, de toiletten schoon zijn, je vriendelijke medewerkers hebt en je er een lekker kopje koffie kunt drinken is dat perfect. Dan komen die mensen ook nog eens terug. Wat wil je nog meer, zou ik zeggen. Het gaat om de totaalbeleving. Dat wordt nogal eens vergeten.’

Gaatjesframe

Dan dus maar geen fietsmuseum? Corzilius: ‘Het is onzin dat een fietsmuseum voor freaks is. Mensen zijn zo enthousiast dat ik eerder bang ben dat iemand anders straks met mijn idee aan de haal gaat. Het gaat zo ontzettend goed met de fiets. Dat moet je vieren. De tijd van de barrels is voorbij. Mensen zoeken nu een fiets die echt bij ze past. Je bent gek als je geen fietsmuseum wilt. Er komen ook legio beleidsmensen uit het buitenland kijken hoe wij het hier doen met fietsen. Die stuur je direct naar het fietsmuseum.’

Bernadette de Loose vertelt over de fietstentoonstelling in het Designmuseum in Gent Bron: www.youtube.com

Ideeën zat voor fietsmuseum

Het minste probleem van een fietsmuseum is in elk geval of er wel genoeg over te vertellen zou zijn. Noem het woord fietsmuseum en je krijgt van alle kanten ideeën en spullen aangereikt, is de ervaring van zowel Hanenbergh als Corzilius. Het is ook de ervaring van Bernadette de Loose van het Designmuseum in Gent. Daar was tot oktober 2016 de fietstentoonstelling Bike to the Future te zien. ‘Mensen bellen nog steeds op om over hun eigen initiatieven te vertellen. We hebben de tentoonstelling van lieverlee uitgebreid in de kelder met onder meer een compleet houten fiets. Zelfs de banden zijn van hout. Dat lijkt nostalgisch, maar het gaat erom dat het duurzaam is. De liefde voor de fiets neemt toe. Als studenten van de hogeschool een nieuwe techniek moeten toepassen, maken ze vaak een fiets. We hebben bijvoorbeeld een fiets op de tentoonstelling waarop studenten de lasertechniek hebben toegepast, zodat je een gaatjesframe krijgt. Tijdens het maken van deze tentoonstelling heb ik vooral gemerkt hoeveel er over fietsen te vertellen is.’

Chinezen op kinderfietsjes

Ook Erik Plomp van het Utrechts Archief zat bepaald niet met zijn handen in het haar over wat hij moest vertellen over fietsen. Hij stelde in 2015 een tentoonstelling samen ter gelegenheid van de Tour de France in Utrecht: ‘Mijn thema was: hoe is het gekomen dat fietsen in Nederland zo normaal is geworden? Als je in het buitenland zegt dat je gaat fietsen, denken ze dat je gaat sporten. Prudhomme, de Tourdirecteur ging in Utrecht elke dag even kijken bij de fietsenstalling op het Jaarbeursplein. Geweldig vond hij dat. Voor ons is dat normaal. Er is ontzettend veel over fietsen te vertellen. Met pijn in het hart heb ik dingen weg moeten laten. We wilden bij de Utrechtse universiteit al die Chinese vrouwen op kinderfietsjes filmen. En ik wilde aandacht besteden aan de hipstercultuur, mountainbikes en die snelheidsverschillen op het fietspad, waardoor wielrenners langzamere fietsers uit gaan schelden. Moet je je voorstellen dat dat op de snelweg gebeurt en iemand die 180 rijdt een automobilist die 100 rijdt verrot scheldt.’
‘Ik heb veel opmerkingen gekregen over een filmpje uit de jaren dertig. Daarin zag je hoe ontzettend druk het toen was op straat met al die fietsen en paard-en-wagens. Als je je dat realiseert kijk je even anders naar de wereld om je heen. En dat is precies de bedoeling van een goede tentoonstelling. Ik vind altijd dat je er met meer vragen uit naar buiten moet komen dan waarmee je naar binnen liep.’

Categorieën

52200975667_53bff07c54_k

Suzanne Brink

Hoofdredacteur Crossmedia

Op de fiets ben ik vrij en onafhankelijk en dat gevoel wil ik delen. We zijn de enige organisatie in Nederland die zich volledig inzet voor de veiligheid en het geluk van fietsers: geweldig dat ik daar aan mee kan werken.