Nederland verdient goed aan fietskennis
Zelfs als je als Nederlandse politicus helemaal niets met fietsen hebt, kun je er niet omheen. Overal ter wereld wil men namelijk dolgraag weten hoe wij in godsnaam zoveel mensen op de fiets hebben gekregen. Onze kantoorgenoten van de Dutch Cycling Embassy weten er alles van.
In 2020, vlak voor corona, trok de Dutch Cycling Embassy (DCE) geruisloos bij het Landelijk bureau van de Fietsersbond in Utrecht in. En de relatie is alleen maar hechter geworden. Vier jaar later gaan we samen op zoek naar nieuwe huisvesting en is de DCE officieel vriend geworden. Tijd voor wat vragen.
Wat doen we samen?
We wisselen kennis uit. Beleidsmedewerker Wim Bot van de Fietsersbond deelt regelmatig zijn kennis van het Nederlandse fietsbeleid met de buitenlandse delegaties die de DCE rondleidt door Nederlandse steden. Bij die rondleidingen is de grootste fietsenstalling van de wereld in Utrecht vaak wat overrompelend. Chris Bruntlett van de DCE: ‘Soms zinkt ze de moed in de schoenen. Dat is zo ver vandaan bij waar ze nu staan. Dan is het goed om ook een wat eenvoudiger stalling te laten zien.’
Verder hebben we facilitaire medewerkers die zowel voor de Fietsersbond als voor de DCE werken, gebruiken hetzelfde administratief systeem, huren hetzelfde pand, delen vergaderruimtes en hebben sporadisch gezamenlijke borrels.
Waarin verschillen we?
De DCE verkoopt het Nederlandse succesverhaal en de Fietsersbond kaart problemen aan die er toch ook nog zijn. Chris Bruntlett, International Relations Manager van de DCE en auteur, is van origine Canadees en verhuisde in 2019 vanwege het fietsen met zijn gezin naar Nederland. Hij woont in Delft: ‘Als twee derde van de Nederlandse kinderen naar school fietst, zegt de Fietsersbond: ‘Het gaat helemaal niet goed. Een derde van de kinderen fietst niet!’ DCE zegt: ‘Maar liefst twee derde van de Nederlandse kinderen gaat op de fiets naar school!’
Trots op ons fietsland
Nederlanders mogen wat de DCE betreft wel wat trotser zijn op wat we bereikt hebben. Volgens Chris loopt het buitenland in het algemeen vijftig jaar achter op Nederland als het gaat om fietsbeleid: ‘We kunnen de Fietsersbond ook gebruiken als experts die weten hoe je met lobby en belangenbehartiging beïnvloeding van beleid zaken tot stand kunt brengen en hoe je een verandering van denken tot stand kunt brengen. Soms is het jammer dat Nederlanders niet zien hoe bijzonder fietsen is. Daar hebben ze vaak de ogen van buitenlanders voor nodig. Wat wij merken is dat het soms best lastig is om iemand van een Nederlandse gemeente te vinden die een enthousiast verhaal wil vertellen over het succes van het Nederlandse fietsbeleid. Nederlanders kijken erg naar wat er niet goed gaat, bijvoorbeeld de volle fietspaden.’
Verdienpotentieel van de fiets
Nog een voorbeeld waaruit blijkt dat Nederlanders vaak niet weten dat ze goud in handen hebben: ‘Vivianne Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, had eerst geen bijzondere interesse in fietsen, maar dat veranderde toen ze steeds tijdens haar bezoekjes aan San Francisco en op veel meer plekken, werd gevraagd hoe het in Nederland was geregeld met fietsen. Nu vertelt ze trots over hoe we het in Nederland hebben geregeld het fietsen. Nederlanders mogen best wat trotser zijn en niet aannemen dat dit normaal is.’
Skadi Tirpak, directeur van de DCE, vult aan: ‘Er wordt ook vaak onderschat wat het verdienpotentieel is van de fietsindustrie. Nederland heeft zoveel kennis en ervaring in huis.’ Ze is enthousiast over de locatie van het kantoorpand waar Fietsersbond en DCE nu zitten: ‘Als het mooi weer is zie je mensen in zwembroek op de kade zitten terwijl het een paar jaar geleden nog een drukke autoweg was. Dat laat zo mooi zien dat Nederland ook nog steeds innoveert als fietsland.’
Jullie zijn dus nooit boos als een bestelbusje op het fietspad staat?
Annika Peveril, marketing en communicatiecoördinator bij de DCE en van origine Canadees: ‘Als ik net in het buitenland ben geweest, kan ik alleen maar genieten van het comfort van fietsen hier. Alleen als ik langer in Nederland ben, denk ik weleens: hm, hier fiets ik niet zo soepel. Dit kan beter.’
Chris: ‘Als ik terugkom in Nederland, kus ik de grond. Ik ben voor mijn werk vaak in het buitenland. Ik noem het altijd ‘champagneproblemen’ die we hier hebben. Ok, alleen de OV-fiets. Er zijn gewoon niet genoeg OV-fietsen. Je grijpt er zo vaak naast of je moet in een rij staan wachten tot mensen hun OV-fiets terug hebben gebracht.’
Samenwerken voor inclusiviteit
Nout Ramaekers, programmamanager van de DCE: ‘Tijdens Velo-city hebben de Fietsersbond en DCE hun krachten gebundeld, onder andere door middel van een indrukwekkende bike parade, om de diversiteit en toegankelijkheid van fietsen voor iedereen te demonstreren.’
Een lijst met medewerkers
-
Suzanne Brink
Hoofdredacteur Crossmedia
Word lid van de Fietsersbond
Steun de belangenbehartiger van fietsend Nederland en ontvang heel veel voordeel!