Montage gaat redelijk makkelijk. Kwestie van de stangetjes instellen met een inbussleuteltje en dan de riempjes vastzetten. Het voorspatbord zet je met vier riempjes vast, het achterspatbord met vijf. Het voorspatbord loopt ook een stukje door vóór de voorvork. Het spatwater wordt daar dus goed tegengehouden. Maar het voorspatbord is vrij kort aan de trapaszijde, waardoor spatwater van het voorwiel op de aandrijving en je voeten spettert.
Wat dat betreft vond ik de SKS Raceblade Long veel praktischer. Die heeft wél voldoende lengte om dat spatwater tegen te houden. Alleen loopt die niet door bij de voorvork, maar omdat daar toch geen rem zit bij racefietsen met schijfrem lijkt me dat niet zo’n probleem. Nog een voordeel van de Raceblade Long is dat je die vóór vastzet met twee riempjes en dat je voor de Speedrocker vier nodig hebt. Achter zit er weinig verschil tussen beide spatborden. De SKS Speedrocker kost 49,99 euro en het alternatief, de Raceblade Long, 39,99 euro. Tip: Kies als je een racefiets met schijfremmen gaat kopen en vaak met spatborden wilt rijden voor een fiets die al oogjes heeft voor de spatbordstangen.
Categorieën