Surinamers fietsen niet

Surinamers fietsen niet. De toename van het aantal fietsers in het land is puur te danken aan Nederlandse studenten die er stage komen lopen. En dappere toeristen, vaak Nederlanders. ‘Als je fietst, krijg je tenminste nog een beetje frisse wind.’

In Paramaribo zijn nauwelijks fietspaden. Auto’s rijden – vaak met veel te hoge snelheid – rakelings langs. Ook aan wandelpaden ontbreekt het. Als er stoepen zijn, staan die vol met geparkeerde auto’s. Kortom, fietsers, wandelaars, brommers, auto’s en vrachtwagens maken gebruik van één en hetzelfde wegdek. Bovendien is het links rijden even wennen.

Chaos
‘We horen regelmatig dat mensen het eng vinden’, zegt Etto Paulus van het bekendste fietsverhuurbedrijf in het centrum van de stad: ‘Fietsen in Suriname’. ‘Ik kan het ze moeilijk kwalijk nemen. Nederlanders zijn mooie fietspaden gewend. Vergeleken daarmee is het hier een chaos. Sommige mensen zeggen openlijk dat ze het vreselijk vinden dat wij fietsen verhuren. Maar gelukkig is dat niet de grootste groep.’
In 2003 begon ‘Fietsen in Suriname’ met de verhuur van zeven fietsen. Inmiddels zijn het er 220. Behalve een verhuurpunt in Paramaribo heeft dit bedrijf een filiaal met een sociale werkplaats in Nieuw-Nickerie. ‘Fietsen in Suriname’ organiseert voor toeristen ook fietstochten over de plantages rondom Paramaribo en mountainbikesafari’s in het binnenland.

2.000 stagiairs
Het toerisme is in Suriname de afgelopen tien jaar gigantisch gegroeid. Daarnaast vertrekken elk jaar bijna 2.000 studenten uit Nederland en België om stage te lopen in Surinaamse ziekenhuizen, op scholen, in de kinderopvang of het toerisme. Bijna elke stagiair heeft een fiets. Soms is de huur daarvan zelfs bij de studentenkamer inbegrepen. En die studenten wagen zich vaak toch op de fiets, hoe ongeplaveid de fietspaden er ook zijn. Ze hebben een voortrekkersrol als het gaat om het alledaagse fietsen in Suriname.

Kolonisten
Waarschijnlijk zijn het ook de Nederlandse kolonisten geweest die ervoor gezorgd hebben dat fietsen ooit voet aan de grond kregen in Suriname, denkt Peter Meel, Surinamist aan de Universiteit Leiden. Maar onderzoek is hier nooit naar gedaan. Vóórdat de auto in Suriname voor het gros betaalbaar werd, was de fiets het gangbare vervoermiddel. De grote omslag kwam in de jaren negentig. Toen is de auto gaan overheersen op de weg. In de districten wordt meer gefietst dan in Paramaribo; openbaar vervoer is daar vaak geen optie.

Het kan wel
Of de Nederlandse stagiairs de Surinamers massaal op de fiets krijgen, valt te betwijfelen. Fietsverhuurder Paulus ziet wel steeds vaker Surinamers een fiets bij hem huren. Het gaat dan om jongens die met de – veelal vrouwelijke – stagiairs optrekken. ‘Zij huren een fiets om samen bijvoorbeeld naar White Beach te fietsen, een recreatieplaats aan de Surinamerivier. Iedereen verbaast zich hoe gemakkelijk de stagiairs en de toeristen zich door het verkeer bewegen. Daaraan zie je: het kan wel.’
Floortje Looijen (24) is bedrijfsleider van ‘Fietsen in Suriname’. Nadat zij stage had gelopen bij een school voor speciaal onderwijs, besloot ze een halfjaar geleden om voor onbeperkte tijd naar Suriname terug te keren. ‘Ik was eigenlijk van plan leerkracht te worden, maar toen ik naar Suriname emigreerde en hier kwam om een fiets te huren, raakte ik aan de praat en vroeg ik voor de grap of ze toevallig nog mensen zochten. Sindsdien ben ik bedrijfsleider.’

Overleven op de weg
Floortje neemt zelden een bus of een taxi. ‘Ik vind het prima fietsen hier. Alle Surinamers zeggen dat het gevaarlijk is. Tja, er zijn inderdaad geen fietspaden. Daar zouden ze iets aan moeten doen. Het land is nog niet echt klaar voor fietsen, maar daarom vind ik júist dat we onze plaats moeten opeisen. In deze hitte fiets ik trouwens liever dan dat ik loop. Zo krijg je nog een beetje frisse wind in je gezicht.’

Voor de armen
Volgens Etto Paulus van ‘Fietsen in Suriname’ zien Surinamers fietsen als iets voor arme mensen. ‘De auto is hier een statussymbool. Als je op de fiets ergens aankomt, straal je geen status uit. Bovendien vinden Surinamers fietsen veel te gevaarlijk. Ik ben een van de weinigen die hun kinderen met een fiets de straat op sturen.’ Paulus denkt dat bijna iedere Surinamer wel een fiets in de schuur heeft staan, maar er nooit op rijdt.

Texel
Ook Paulus is aan het fietsen geslagen door een Nederlander. Hij is geboren in een dorpje ver in het tropisch regenwoud. Na de basisschool vertrok hij naar Paramaribo, waar hij werd opgevangen door een Nederlander. ‘Het eerste wat ik van hem kreeg, was een fiets. Vanaf dat moment ben ik er niet meer van af te slaan. Ik voel me zo vrij.’ Paulus is inmiddels getrouwd met een Nederlandse vrouw van Texel. De fietsen van zijn verhuurbedrijf zijn tweedehands exemplaren van een firma op dit Waddeneiland.

Bewustwording
Paulus denkt dat er eerst meer mensen moeten gaan fietsen voordat de situatie verbetert. ‘Geen enkele overheid legt fietspaden aan, zolang niemand fietst’, verklaart hij.
Toch heeft de Surinaamse overheid wel degelijk plannen om het fietsen te stimuleren. Henk Wip, hoofd van de afdeling Verkeer van het ministerie van Openbare Werken, erkent de problematische situatie. ‘Hier in Suriname hebben we gemengd verkeer. Zowel snel als langzaam verkeer maakt gebruik van dezelfde weg. Hierdoor loopt het langzame verkeer verhoogd risico.’ Dertig procent van de dodelijke ongelukken vindt plaats in het langzame verkeer. Vooral onder brommerrijders vallen veel slachtoffers. Daar zijn er ook meer van dan fietsers. In 2011 vielen er in Suriname 87 dodelijke verkeersslachtoffers (op een totale bevolking van 510.000).

Ministerie van Verkeer
Het beleid van het ministerie van Verkeer is dat bij alle nieuw aan te leggen wegen ruimte moet zijn voor een fietsstrook en een wandelpad. Bij genoeg ruimte komt er een vrijliggend fietspad, anders wordt het een fietsstrook of een fietssuggestiestrook. Op dit moment worden drie wegen in Paramaribo compleet heringericht met fiets- en voetpaden om de verkeersveiligheid te vergroten. Verder is het plan om enkele woonwijken in te richten als 30-kilometerzones en er drempels aan te leggen.

Onvoorzichtig
Volgens Wip is het vooral een proces van bewustwording. ‘Surinamers zijn onvoorzichtig in het verkeer. In Nederland zijn fietsers en auto’s goed op elkaar ingespeeld. Hier denkt men nog niet na over de kwetsbaarheid van het langzame verkeer.’ Het ministerie organiseert binnenkort acties op scholen om leerlingen verkeerswijzer te maken. ‘Vijfdeklasleerlingen krijgen verkeerslessen waarin ze bijvoorbeeld leren oversteken en wij zullen dit jaar voor het eerst aanwezig zijn om de leerlingen bijvoorbeeld de betekenis van verkeersborden te leren.’
Het is een begin.

Ervaringen van fietsers
Christiaan de Rooy (23), student Fysiotherapie aan de Universiteit van Suriname
Ik had wel een fiets, maar die heeft een jaar ongebruikt in de schuur gestaan. Het was een mountainbike; ik had hem van mijn grootvader gekregen. Ik had er een ander stuur op gezet, maar dat bleek niet echt handig. Op een gegeven moment moest ik er zo veel aan vervangen dat ik hem maar heb weggegeven aan een vriend. Je ziet mij niet op een stadsfiets rijden. Ik trap liever een racefiets of een mountainbike. Daarmee kan ik makkelijker crossen. Dan ben ik niet gedwongen op het wegdek te blijven, maar kan ik zo het trottoir op springen.’

Geneeskundestudent uit Nederland Marjolein Legemaat (24) loopt stage bij het Academisch Ziekenhuis in Paramaribo
In Paramaribo vind ik fietsen eerlijk gezegd vreselijk. Je wordt echt van je sokken gereden. Toch fiets ik elke ochtend twintig minuten naar het Academisch Ziekenhuis. Dat is een drukke weg, maar door te fietsen ben ik niet afhankelijk van het openbaar vervoer. Ik huur mijn fiets bij Jopie. Hij komt een lekke band aan huis plakken. Bijna alle stagiairs kennen hem. Ik kon de fiets overnemen van het huisgenootje dat uit mijn studentenhuis wegging toen ik aankwam.’

Geneeskundestudent uit Nederland Stephanie Mes (24) loopt stage bij ’s Lands Hospitaal in Paramaribo
Mijn fiets heb ik via Jopie; dat had de huisbaas al voor me geregeld toen ik hier kwam wonen. In het begin vond ik het fietsen doodeng. De eerste dag dat ik naar mijn stage ben gefietst, wist ik niet meer hoe ik terug moest komen: het stikt hier van de eenrichtingswegen. Ik ben met de fiets aan mijn hand teruggelopen. Maar het went snel en nu weet ik de weg. Ik fiets overal heen.’

Tekst: Kirsten Dorrestijn

Categorieën