Voor A.F.Th. Van der Heijden was het schrijven van dit boek de enige manier om niet aan zijn onnoemelijke verdriet te bezwijken. In het boek komt Tonio tot leven als een intens goede en levenslustige jonge volwassene. Het verdriet van zijn ouders, familie en vrienden na het fatale ongeluk is zo groot en zo tastbaar dat ik soms bijna niet verder kon lezen in de roman, het werd me letterlijk en figuurlijk teveel.
A.F.Th. van der Heijden en zijn vrouw proberen de laatste periode van Tonio’s leven helemaal te reconstrueren, inclusief de precieze toedracht van het ongeluk en de uren in het ziekenhuis. Meeslepend en ijzingwekkend zijn de passages waarin de ouders praten met de verantwoordelijke politieagenten en de artsen. Zo gaat Van der Heijden tekeer tegen het ‘s nachts niet aanstaan van de stoplichten op de plaats van het ongeluk. De politie zegt dat aan laten staan gevaarlijker is dan uitzetten, omdat ‘s nachts iedereen door rood rijdt. Voor de vader telt alleen dat zijn zoon misschien nog had geleefd wanneer het stoplicht wèl had aangestaan. De formele bureacratische rationaliteit van de beleidsmakers botst hier ongenadig en onherroepelijk met de emoties van de nabestaanden. Van der Heijden schrijft: “Het is nou eenmaal ingecalculeerd. Het gevolg is dat niemand zich over ons buigt. Geen verontschuldigend woord, niets. Ijskoude stilte. Wij blijven gewoon belasting betalen voor de nachtelijke organisatie van de Amsterdamse stoplichten. Niemand maalt er verder om. Wij dienen ons verlies te nemen zoals zij hun verlies nemen. Als een bedrijfsongevalletje”.
Lang lijkt het erop dat Tonio, die voorrang had moeten geven aan de auto, fors te veel gedronken had en dat de bestuurder van de auto, die niet had gedronken, iets te hard reed. Uiteindelijk blijkt dat Tonio zes pilsjes ophad na een lange avond en nacht uitgaan en dat de auto maar liefst 67 a 69 kilometer had gereden. Een snelheid waarbij een fietser in het geval van een aanrijding volstrekt kansloos is. A.F.Th. van der Heijden en zijn vrouw Mirjam voelen niets voor vervolging. Ze rouwen, hebben last van schuldgevoel en zijn woedend, maar wraakgevoelens ontbreken. Ze beseffen dat ze daar Tonio niet mee terugkrijgen. Aan het onvergetelijke eind van de roman brengen ze het zelfs op de videobeelden van het ongeval te bekijken die camera’s van het Holland Casino hebben geregistreerd.
Ik las Tonio tijdens mijn vakantie, soms moest ik het boek even wegleggen, maar ik wilde toch vooral doorlezen in het prachtige eerbetoon van de schrijver en vader aan zijn zoon. Door deze roman zal Tonio niet worden vergeten. Die 161 overige dode fietsers uit 2010 hebben ook allemaal rouwende familieleden, beminden en vrienden achtergelaten. Ook zij waren geen cijfer, maar unieke persoonlijkheden met een gezicht. Laten we ook hen niet vergeten.
A.F.Th. van der Heijden, Tonio. Een requiemroman. De Bezige Bij, ISBN 9789023 459545, prijs € 23,50 [link]
Categorieën