Onderzoekers verwachten dat het aantal gewonde oudere fietsers de komende decennia flink zal stijgen. Wat te doen? Een bewustwordingscampagne moet oudere fietsers veiliger laten fietsen. Maar dat is niet genoeg. ‘Met een bevolking die vergrijst, moet je meer ruimte maken.’
Zelfs uit corona komen goede dingen voort. De Doortraproutes bijvoorbeeld. Die zijn er gekomen doordat de Voorlichtingsdagen van de Fietsschool van de Fietsersbond niet door konden gaan. Eind 2019 kreeg fietsdocent Jetty de Vries de opdracht van het Regionaal Orgaan verkeersveiligheid Fryslân om samen met Friese gemeenten met het project ‘Doortrappen’ aan de slag te gaan. De overheid wil namelijk graag dat ouderen zolang mogelijk blijven fietsen onder het motto ‘Veiliger fietsen tot je 100ste!.’‘We zouden met de Fietsschool van de Fietsersbond voorlichtingen organiseren voor oudere fietsers. Dat was niet zo’n makkelijke opdracht. Als ik tegen oudere fietsers zeg dat ze anders de fiets moeten opstappen en ervan afstappen, is het best lastig om niet belerend over te komen. Mensen zeggen: ik kan wel fietsen!’
Doortraproutes
Die voorlichtingsdagen zijn er toen niet gekomen. Corona gooide roet in het eten. Jetty ging samen met fietsdocent en journalist Karin Broer vliegensvlug werken aan een ‘plan B’: de Doortraproutes. Dat zijn rondjes van zo’n 25 kilometer die aantrekkelijk en voor ouderen zo veilig mogelijk moeten zijn. In plaats van tips en lessen over ouderen uitstorten, vroegen Karin en Jetty oudere fietsers om de rondjes te testen en hun oordeel te geven. En met deze inbreng pasten Jetty en Karin de routes weer aan. ‘Er wordt niet vaak iets gevraagd aan ouderen. Nu kunnen ze hun mening geven’, zegt Jetty.
Smalle fietspaden
Wat bleek? Het fietsen van de rondjes en aansluitend het invullen van de enquêtes viel in de smaak en droeg ook bij aan de bewustwording van oudere fietsers over wat wel en wat niet meer zo gemakkelijk gaat. ‘Oudere fietsers gaan tijdens het testen van het rondje heel bewust naar de route kijken. Maar ook naar zichzelf. Wij vroegen bijvoorbeeld: is de brug te hoog? Dan gaan mensen denken: het ging nu nog net goed, maar kan ik het over vier jaar nog? Hetzelfde geldt voor de smalle fietspaden. Dat is voor oudere fietsers vaak lastig, zeker als er ook nog tegenliggers zijn. Ze komen er tijdens het fietsen zelf achter wat ze wel en niet meer zo goed kunnen. Je kunt daar dan ook veel opener over spreken en tips geven. Misschien kom je tot de conclusie dat je sommige smalle fietspaden maar beter kunt mijden. Dat is de bewustwording waar we naar streven.’
Grote tractor
‘We hebben heel veel met fietsers gesproken’, zegt Karin. ‘En wat alle fitte ouderen ons vertellen is: je moet het jezelf niet te gemakkelijk maken. Niet miepen als het een beetje regent, maar gewoon gaan fietsen. En als het weer echt te bar is, kun je thuis oefeningen blijven doen. Want je spieren worden – zeker als je wat ouder bent ‒ er niet beter op als je een tijd niets doet. En je moet eerlijk tegen jezelf zijn over wat je nog aankunt. Als je het moeilijk of spannend vindt als er een grote tractor aankomt, fiets dan niet stug door. Dan kun je misschien beter op tijd stoppen en even afstappen.’
Wat vinden oudere fietsers lastig?
‘Op- en afstappen is altijd lastig’, weet Karin uit haar ervaringen met de Fietsschool. ‘Koers houden is ook uitdagend. En voor ouderen is het echt moeilijker om als je de berm in stuurt veilig terug te komen op het fietspad. Bij het uitzetten van de routes merkten we dat er veel leuke recreatieve fietspaden zijn. Maar ook dat die vaak erg smal zijn. We moesten telkens de afweging maken of een stukje smal fietspad, al was het nog zo kort, wel veilig genoeg was.’Wat we ook merken is dat lichamelijk iets doen en tegelijk beslissingen nemen, veel van oudere fietsers vraagt. Drukke en dynamische verkeerssituaties zijn het allerlastigst. Daarom hebben we een route door het centrum van Drachten aangepast. Het drukke verkeer in het centrum vraagt gewoonweg te veel. Drukke rotondes vinden oudere fietsers om die reden ook niet prettig, zo bleek uit de enquête.’
Maak ruimte voor oudere fietsers
Aan het project Doortraproutes hebben zo’n duizend oudere fietsers meegedaan. Het was een onverwacht groot succes. En misschien is wat Jetty omschrijft als ‘bijvangst’ wel net zo belangrijk: de bewustwording bij gemeenteambtenaren. Er bleek budget beschikbaar om de gemeenten waar de 33 routes doorheen lopen tips te geven. Elke gemeente kreeg een rapport met aanbevelingen. Bredere fietspaden – de belangrijkste tip ‒ kunnen niet ineens worden aangelegd. Maar Karin hoopt dat met de Doortraproutes de kiem is gelegd voor wat zij ‘seniorproof’ fietsbeleid noemt. Als je met de ogen van oudere fietsers naar de fietsinfrastructuur kijkt, zie je dat daar veel aan schort. ‘Met een bevolking die vergrijst, moet je meer ruimte maken voor bredere fietspaden’, stelt Karin. ‘Gemeenten denken daar nog niet echt over na. Een heel populair fietspad langs de Ee is net vernieuwd, maar de kans is niet benut om dat pad voor de toekomst meteen breder te maken. Het is nu 1.20 meter breed en dat is echt te smal voor ouderen.’
Het routeproject is zo succesvol gebleken dat het navolging heeft gekregen in Overijssel en Gelderland, waar eind vorig jaar negen Doortraproutes zijn getest. Kijk voor de Doortraproutes in Friesland op: doortrappen.frl. Voor de routes in Oost-Nederland: fietsersbond.nl/doortraproutes.
Wat hebben oudere fietsers nodig?
- Brede fietspaden. Smalle fietspaden leiden tot valpartijen, zeker met tegenliggers.
- Afgeschuinde stoepranden langs fietspaden.
- Vergevingsgezinde bermen waardoor je na een stuurfout weer makkelijk op het pad komt.
- Fietspaaltjes weghalen.
- Veilige oversteken van 80-kilometerwegen.
- Goed glad wegdek.
De enquêteresultaten: Wat zeggen de oudere fietsers?
Welke situaties mijdt u?
De helft mijdt drukke dorps- of stadscentra. 40 procent wegen met veel landbouwverkeer. Bijna 30 procent mijdt smalle fietspaden op drukke dagen (mooi weer).
Wat vindt u lastig?
Tegenliggers op een smal fietspad: 45 procent. Drukte in stad of dorp: 37 procent. Een derde: ‘Ik vind niks lastig’. Een 80-kilometerweg oversteken: 17 procent. Linksaf slaan: 10 procent.
Met welke weggebruikers heeft u de meeste moeite?
Wielrenners: 45 procent. Landbouwvoertuigen: 32 procent. Auto’s: 6 procent.
Als u het voor het zeggen had, waar zou u geld aan besteden?
Meer fietspaden: 40 procent. Fietspaden verbreden: 38 procent. Oversteken over 80-kilometerwegen verbeteren: 13 procent.
Cor Snoeij, Aldeboarn, 73 jaar
Testte tien Doortraproutes
‘Het is vele malen drukker op de fietspaden. Een bel is nu een must. Ik heb ook een toetertje. Laatst in het Blauwe Bos bij Haulerwijk fietsten er mensen voor me. Ik bel, geen reactie. Dus ik vraag: mag ik er even langs? Hadden jullie mijn toetertje niet gehoord, vroeg ik? Jawel, maar ze dachten dat het een vogel was. Ik ben ook een rare vogel. Ik ben al ruim 40 jaar lid van de TFC Frisia, de tourfietsclub, en heb zo’n 280.000 kilometers op de teller staan. Nu fiets ik niet meer zoveel; een rondje van 25 of 40 kilometer met de vrouw. Of even naar Norg of Harlingen, zo’n 80 tot 100 kilometer. Fietsen in een groep doe ik niet meer. Ik fiets nog wel met een maat. Die ken ik goed; ik weet wat hij doet als hij voor me fietst. Ik zou leeftijdsgenoten vooral adviseren om het rustig aan te doen. Niet te snel de bochten in knallen. Veel van die elektrische fietsen hebben schijfremmen. Daarmee moet je gedoseerd remmen, want als je daar keihard in knijpt vlieg je zo over je stuur. Kijk vooruit, anticipeer! Ga gewoon aan de kant als iemand belt. Want veel mensen die achteromkijken, draaien hun stuur mee en raken van de weg. Ik ben een voorstander van een helm. Vroeger had niemand een helm op bij de Elfstedenfietstocht, nu iedereen. Het is als met het mondkapje. Als jij als enige met een mondkapje loopt, voelt dat raar. Maar als iedereen dat heeft, is het gewoon. Ik denk dat ik profijt heb van al dat fietsen. Je bent in beweging, je krijgt vitamine D, voelt je fit en het verzet de zinnen. Het maakt eigenlijk niet uit wat je doet, als je maar wát doet. It is mei sizzen net te dwaan, zeggen ze in het Fries: praten helpt niet.’
Joan van Berkel, Terschelling, 74 jaar
Testte de Doortraproute op Terschelling
‘Ik ben een geboren eilandse en hier opgegroeid. Mijn moeder kwam uit Engeland. Zij woonde in Derbyshire en fietste dwars door Engeland naar het zuiden. In haar spullen hebben we een onderscheiding gevonden van de Engelse fietsersbond. Wij deden alles op de fiets. Zo heb ik foto’s waarop ik in de kinderwagen lig die mijn moeder dan op de fiets meesleurde. Fietsen op Terschelling is in de zomer niet leuk meer. Ik fiets rond etenstijd, want op andere tijden is het niet te doen met de drukte. Ook door het onfatsoen van veel mensen. Groepen die met z’n vieren of vijven naast elkaar blijven fietsen. Ik merk dat ik voorzichtiger ben geworden. Als er een groep aan komt, ga ik aan de kant staan. Ik hoor ook van leeftijdsgenoten dat ze in de zomer vooral ’s avonds fietsen. Ik fiets niet graag langs de Hoofdweg. Aan de wal heb je vaak een fietspad aan elke kant van de weg; hier heb je één fietspad voor twee richtingen. Een paar jaar geleden heb ik de gemeente een brief gestuurd dat ze een middenstreep moesten maken, zodat de mensen een beetje op hun eigen helft blijven. Dat is toen gedaan, en dat werkt wel. Wij kijken hier uit op een stuk waar twee dijken samenkomen. Dat is een plek waar de traumahelikopter goed kan landen. Die zien we echt heel vaak. Het komt veel voor dat fietsers zijn gevallen of dat ze op elkaar zijn geklapt.’
Els Doekes, Leeuwarden, 73 jaar
Testte samen met vriend Wim zes Doortraproutes
‘Ik merk gelukkig weinig van het ouder worden. Ik trap stevig tegen de wind in en ik kan nog snel reageren. Maar ik weet dat dat geen garantie is; ik kan me voorstellen dat het volgend jaar anders is. Ik heb leren fietsen op een volwassenenfiets, waar ik staande op fietste. Wij hadden geen kinderfietsen. Naar zwemles ging ik op mijn moeders fiets. Het was altijd lopen, fietsen en het openbaar vervoer. Nog steeds. Ik fiets elke dag. Ik heb net dansles gegeven in Ysbrechtum, vlak bij Sneek. Dan ga ik van Leeuwarden met de trein naar Sneek en op de vouwfiets naar Ysbrechtum. Mijn vriend wacht al heel lang op een knieoperatie. Wandelen gaat niet meer zo goed, maar fietsen wel. Wat wij vervelend vinden, zijn smalle wegen zonder fietspaden. Er hoeft voor mij niet overal een fietspad te worden aangelegd. Maar die smalle wegen waar dan 60 of 80 kilometer per uur wordt gereden, zijn heel vervelend. Je moet steeds achter elkaar fietsen als er een auto aankomt. Dat is niet ontspannen. Waar wij door het testen oog voor hebben gekregen zijn van die ribbelstroken naast de weg, in de berm. Als fietser ben je geneigd daarnaar uit te wijken, maar sommige hebben hele gemene ribbels. Dan moet je goed opletten. Ook platgereden bermen waardoor er een groot niveauverschil is met de weg zijn een risico. Ook voor kinderen trouwens. Daar moet je niet in terechtkomen. En markering is heel belangrijk, zeker in donker. Ik fiets regelmatig van Hindeloopen naar het station over een fietspad tussen een vaart en een sloot, zonder een witte streep. Dan moet je dus heel goed opletten in het donker.’
Een lijst met medewerkers
-
Karin Broer
Freelance redacteur van de Vogelvrije Fietser
Doortraproutes
-
Mooie slingerende dijkjes en kleine dorpjes.
Afstand 25 km Locatie Zeeland -
De route komt o.a. langs de historische buitenmolen bij het startpunt en de historische steenbakkerij Panoven.
Afstand 24.2 km Locatie Gelderland
Word lid van de Fietsersbond
Steun de belangenbehartiger van fietsend Nederland en ontvang heel veel voordeel!