Verkeersongeval… en dan?

Een verkeersongeval is voor alle partijen vervelend. Wat moet je doen als je als fietser een ongeval overkomt, en is het nuttig om hulp te zoeken?

Verkeersongeval
Beeld-auteur: Stef Breukel @ Wikimedia Commons

De belangrijkste stappen na een ongeval

  • Als er sprake is van lichamelijk letsel is het zaak de politie te waarschuwen, zodat deze een proces-verbaal op kan maken. Als er geen lichamelijk letsel is, komt de politie meestal niet. Je moet dan zelf het ongeval beschrijven.
  • Omschrijf het ongeval: hoe is het verlopen en wie zijn erbij betrokken? Hiervoor heeft een automobilist over het algemeen een Schadeformulier in de auto liggen, maar je kunt tegenwoordig ook digitaal schade melden. Zowel de automobilist als de fietser tekenen het formulier, dat vervolgens naar de verzekeringsmaatschappij van de automobilist gestuurd wordt. Als er geen formulier is, kan het verhaal ook gewoon op papier gezet worden. Teken het schadeformulier niet als het niet de hele waarheid bevat. Teken ook niet, als je het gewoon niet meer weet.Schrijf alles op over het ongeluk, bijvoorbeeld:
    • exacte plaats van het ongeval, straatnaam, gemeente,
    • datum, tijd, weersomstandigheden, staat van het wegdek,
    • kenteken van het motorvoertuig en verdere gegevens van de auto, zoals merk en kleur,
    • persoonlijke gegevens van automobilist en fietser,
    • de toedracht van het ongeval, wat gebeurde er precies. Zet dit zo feitelijk mogelijk op papier (positie fietser en automobilist, geschatte snelheid, gedrag bestuurder etc.), liefst met situatieschets of (in het geval van digitaal melden) foto’s.
    • namen van getuigen, met getuigenverklaring. In de praktijk gebeurt het vaak dat de automobilist het formulier thuis invult en naar het slachtoffer stuurt. Schrijft of tekent de automobilist een toedracht op die niet klopt, teken dan nooit.
  • Problematisch wordt het, als je geen naam of adres van de automobilist hebt. Heb je een kenteken opgeschreven, dan ben je een stuk verder. De politie of je eigen WA verzekeraar kan dan via de Rijksdienst van het Wegverkeer uitzoeken bij welke maatschappij die auto op dat moment verzekerd was. Heb je geen kenteken, dan is er het Waarborgfonds Motorverkeer.
  • Bewaar alle bewijsstukken die betrekking hebben op de ontstane schade bij het ongeval (kleding, bagage, fietsonderdelen). Laat de fietsenmaker een rapport opmaken over de schade aan de fiets. Als je je fiets direct laat repareren, zorg er dan voor dat de vervangen onderdelen bewaard blijven en dat de fietsenmaker een gespecificeerde nota maakt met daarop alle reparaties die hij heeft verricht en alle onderdelen die hij heeft vervangen. Reken er niet automatisch op dat je al deze bedragen helemaal terug krijgt, dit is mede afhankelijk van de schuldvraag en de dagwaarde van de fiets.
  • Bij ernstig of nog onduidelijk letsel, is het verstandig snel een letselschadeadvocaat in de arm te nemen. Die helpt bij het vergoed krijgen van de schade. Ook kan bij letsel van enige betekenis smartegeld worden gevorderd (een vergoeding voor de niet-materiële schade). Neem contact op met een advocaat die is aangesloten bij het Register Letselschade of met je eigen rechtsbijstandsverzekeraar.

Wie is aansprakelijk?

Voor de afhandeling van de schade is het belangrijk dat duidelijk wordt wie schuld had aan het ongeval. Zodra de schuldvraag helder is, wordt gekeken hoe het zit met de aansprakelijkheid. Meestal is de bestuurder van de auto aansprakelijk voor de schade op basis van artikel 185 van de Wegenverkeerswet. Er kan sprake zijn van verschillende situaties:

De automobilist is schuldig aan het ongeval

Als de automobilist schuldig is aan het ongeval, dan ligt de zaak helder: de automobilist is 100% verantwoordelijk voor de schade aan fiets en fietser en eventuele schade aan de eigen auto. De verplichte Wettelijke Aansprakelijkheid Motorvoertuigen (WAM-)verzekering van de eigenaar van de auto betaalt de schade. Het maakt dus niet uit wie er reed toen het ongeluk veroorzaakt werd. Over het algemeen neemt de verzekeraar contact met je op, naar aanleiding van het schadeformulier. Meestal stuurt hij een enveloppe met een vragenlijst. Daarnaast zit er vaak een verzoek tot een machtiging bij voor het inkijken van je medisch dossier. Geef in geen geval een volledige machtiging af, waardoor je hun toestemming geeft om al je medische gegevens te bekijken. Je kunt altijd zelf je medische gegevens bij de (huis)arts opvragen en aan de verzekeraar doorsturen. Bij ernstig letsel is het verstandig een letselschade advocaat te raadplegen.
Ook als de veroorzaker van het ongeval niet bekend is of onverzekerd is, kan de fietser zijn schade vergoed krijgen. Voor schade boven de 250 euro kan de fietser dan een beroep doen op het Waarborgfonds Motorverkeer.

De fietser is schuldig aan het ongeval

Als de fietser schuld heeft aan het ongeval lijkt de situatie simpel, maar is het niet. Als je als fietser letsel hebt opgelopen, wordt op basis van artikel 185 van de Wegenverkeerswet gekeken hoe het zit met de aansprakelijkheid. Is de fietser jonger dan 14 jaar, dan is de eigenaar van de auto volledig aansprakelijk voor de schade van de fietser. Dat is zelfs zo als het kind rare dingen deed op de fiets en het ongeval dus overduidelijk de schuld is van het kind. Een automobilist moet nu eenmaal rekening houden met het feit dat kinderen in het verkeer onverwachte dingen kunnen doen.
Voor fietsers vanaf 14 jaar geldt dat de eigenaar van de auto altijd voor tenminste 50 % van de schade van de fietser aansprakelijk is. Alleen als er sprake is van ‘overmacht’ of ‘aan opzet grenzende roekeloosheid’, geldt dat 50 %-principe niet. Overmacht is: als er zoiets onverwacht gebeurt dat de automobilist daar nooit op had kunnen anticiperen. Bij aan opzet grenzende roekeloosheid gaat het om situaties waarin de fietser met doodsverachting het gevaar zoekt. Een fietser die door rood rijdt, valt niet in die categorie. Al hangt dat ook weer af van de omstandigheden. Een fietser die door rood reed op een Rotterdams kruispunt waar zeer hard werd gereden, viel volgens een rechter wel in de categorie ‘bewust roekeloos’.

Beide verkeersdeelnemers hebben fouten gemaakt

Als beide verkeersdeelnemers fouten hebben gemaakt, is de situatie het meest gecompliceerd. Als je aannemelijk kunt maken dat niet alleen jij als fietser, maar ook de automobilist een fout heeft gemaakt, kun je meer krijgen dan die 50 procent van de schade. De rechter weegt dan twee verkeersfouten af en oordeelt welke verkeersfout meer bijgedragen heeft aan de totstandkoming van het ongeluk. Juist in dit soort gevallen is een letselschadeadvocaat heel handig. De verzekeraar van de automobilist zal namelijk proberen zoveel mogelijk jouw fouten boven tafel te krijgen. Aan jou en de letselschadeadvocaat is het om de fouten van de automobilist helder naar voren te brengen. Het proces-verbaal van de politie, de verhalen van de getuigen en medische deskundigen kunnen allemaal een puzzelstukje invullen.

Wie betaalt de schade aan een auto?

Ook een auto kan natuurlijk schade oplopen bij een ongeval. Als de fietser (mede) schuld heeft aan het ongeval kan de eigenaar van de auto de fietser hiervoor aansprakelijk stellen. Dit wordt de reflexwerking van artikel 185 Wegenverkeerswet genoemd. De WA-verzekering van de fietser betaalt deze schade. Je moet daarvoor zelf contact opnemen met je WA-verzekeraar.

Als de fietser niet verzekerd is, gaat dit hele verhaal niet op. De wet is er namelijk om de zwakkere verkeersdeelnemer te beschermen, en zonder WA-verzekering wordt de fietser direct zelf aangesproken. De rechter zal dan wel beginnen met het maken van een afweging op basis van de wederzijds gemaakte fouten, maar hij zal de uitkomst daarvan dan waarschijnlijk corrigeren ten voordele van de fietser. In de praktijk zal het dus zelden voorkomen dat een fietser uit eigen zak meer dan 50% van de schade aan de auto moet betalen, tenzij er sprake is van opzettelijke beschadiging van de auto natuurlijk.

Slachtofferhulp Nederland wil meer verkeersslachtoffers helpen. Uit onderzoek blijkt dat nog niet alle verkeersslachtoffers weten dat zij op de hulp van Slachtofferhulp Nederland kunnen rekenen. Hier vind je meer over hulp voor verkeersslachtoffers.Slachtofferhulp heeft ook een online communitypagina voor verkeersslachtoffers opgezet.

Heb ik een advocaat nodig?

Een vader schrijft:
Mijn dochter (18 jaar) is op de fiets aangereden door een automobilist. Gevolg: zware hersenschudding, mogelijk zelfs hersenkneuzing. Ze is er eerst een week ernstig aan toe geweest: zeer zware hoofdpijn, duizelig en voortdurend overgeven. Over de schuldvraag bestaat geen twijfel, er is een politierapport opgemaakt. De schade aan fiets en kleding is al vergoed door de verzekeringsmaatschappij van de tegenpartij. Drie maanden na het ongeval heeft mijn dochter nog steeds klachten zoals duizeligheid. Haar studie moest ze afbreken, mede omdat ze de eerste twee maanden moeite had met lezen. Mijn vraag is: heeft het zin om een letselschadeadvocaat in te schakelen? Wat is de hoogte van een eventuele claim en zijn de kosten van een advocaat ook te verhalen?

Advocaat August Van (werkgroep Fiets & Recht Fietsersbond):
Afgaande op de informatie in uw e-mailbericht denk ik dat het zeker verstandig is de hulp in te schakelen van een letselschadeadvocaat. Het lijkt mij, zeker gezien haar leeftijd, goed om na te gaan of zij door het ongeval geen blijvend letsel heeft opgelopen. Een letselschade-advocaat kan u daarbij helpen.

De hoogte van een eventuele claim is op dit moment moeilijk te voorspellen. Dat hangt voor een belangrijk deel af van de vraag of er al dan niet sprake is van blijvend letsel. Als we ervan uitgaan dat het letsel van voorbijgaande aard is, zal de schadevergoeding waarschijnlijk beperkt blijven tot smartengeld, gemist inkomen als gevolg van het feit dat uw dochter een jaar later op de arbeidsmarkt komt, plus eventuele kosten van medische behandeling (voor zover niet vergoed door de ziektekostenverzekeraar) en bijvoorbeeld kosten van verzorging en vervoer tijdens de herstelperiode. Dat alles bij elkaar kan echter snel oplopen tot een bedrag van 10.000,- tot 15.000,- euro. In geval van blijvend letsel wordt de schade veel hoger, zeker als er sprake is van inkomensverlies. Dat is bijvoorbeeld zo als uw dochter door haar letsel geen 40 maar slechts 24 of 32 uur per week zal kunnen werken. Of als blijkt dat zij uiteindelijk genoegen zal moeten nemen met een baan op een lager niveau dan waarvoor zij is opgeleid. De schade strekt zich dan uit over een groot aantal jaren, mogelijk zelfs tot aan het moment waarop uw dochter normaal gesproken zou zijn gestopt met werken.

Uit uw bericht leid ik af dat de verzekeraar van degene die het ongeval heeft veroorzaakt de aansprakelijkheid voor de ongevalsgevolgen heeft aanvaard. In dat geval moet de verzekeraar ook het honorarium van de door uw dochter ingeschakelde advocaat vergoeden. Het inschakelen van een advocaat hoeft dan dus niets te kosten. Mocht het onverhoopt zo zijn dat de wederpartij de aansprakelijkheid niet erkent, of dat een gerechtelijke procedure nodig is om de wederpartij te dwingen tot vergoeding van de schade, dan moet uw dochter haar advocaat zelf betalen. Als zij qua inkomen afhankelijk is van een studiebeurs, komt zij in aanmerking voor gefinancierde rechtsbijstand. Dat betekent dat de kosten van haar advocaat worden betaald door de overheid, met uitzondering van een door haar te betalen eigen bijdrage die in haar geval waarschijnlijk niet veel meer zal bedragen dan honderd euro.

Als u op zoek gaat naar een advocaat, adviseer ik u contact op te nemen met de vereniging van Letselschade-advocaten (LSA) of de vereniging van Advocaten van Slachtoffers van Personenschade (ASP). Op de websites van beide verenigingen kunt u de namen vinden van letselschade-advocaten die werkzaam zijn in uw regio.