header-duinpad

Hoe laat ik mijn kind veilig fietsen?

Leer je kinderen vanaf het begin veilig fietsen en bereid ze goed voor op het verkeer, ook als ze al wat ouder zijn.

schoolkind in houten
Beeld-auteur: Maarten Hartman

Veilig leren fietsen:

  • Koop altijd een fiets die past bij de lengte van je kind. Een fiets ‘op de groei’ kopen is niet slim. Van een te grote fiets wordt een kind onzeker. Bovendien is het gevaarlijk, het kind moet bijvoorbeeld met zijn voeten plat op de grond kunnen staan.
  • Het veiligst is een fiets met twee soorten remmen: een terugtraprem én een handrem. Niet elk kind heeft al voldoende kracht om terug te trappen of beschikt over de motorische vaardigheden die nodig zijn voor een handrem. Kies je toch voor een fiets met één rem, dan is een terugtraprem de beste optie.
  • Nog zijwieltjes? Laat ze in de winkel zo afstellen dat ze bij het rijden de grond niet raken. Op die manier leren ze extra snel op twee wielen fietsen. Het verschilt per kind hoe lang zijwieltjes nodig zijn.
  • Zorg voor verlichting en reflectoren op het achterspatbord en de trappers.
  • Fietsen met wielen van 20 inch (50,8 centimeter) en kleiner vallen onder de noemer ‘speelgoed’ en worden daarom niet gecontroleerd op de veiligheidsnormen voor fietsen. Check daarom zelf of de fiets deugt.
  • Monteer een lange stang met een vlaggetje op de fiets. Een fietsende kleuter wordt nog wel eens over het hoofd gezien.

Voorbereiden op het verkeer:

  • Probeer de auto te laten staan en ga lopen of fietsen. Zo doet je kind de meeste verkeerservaring op.
  • Wees ‘een heer in het verkeer’ en probeer het goede voorbeeld te geven. Kinderen leren veel door gedrag van anderen te imiteren.
  • Ga op tijd de deur uit, dan is het makkelijker om je aan de verkeersregels te houden.
  • Fiets eens achter je kind aan en bespreek achteraf wat er goed of fout ging.
  • Gaat je kind een nieuwe route fietsen? Oefen dan een aantal keer samen, zodat je kind weet wat hij of zij op onveilige plekken moet doen.
  • Stimuleer altijd om de veiligste route te nemen. Dit is niet per definitie de kortste route! Verken de veilige route(s) samen met je kind(eren). Via de Fietsersbond Routeplanner kun je (via ‘Meer opties’) een autoluwe route plannen.
  • Leer je kind om bij een verkeerslicht altijd áchter een bus of vrachtwagen te gaan staan, nooit ernaast. Hiermee voorkom je dat je kind in de gevaarlijke dode hoek terechtkomt.
  • Als jullie samen in de auto zitten, kijk dan eens naar het effect van fietsers zonder verlichting. Praat ook over wat je verder tegenkomt onderweg.
  • Zorg voor een veilige fiets. Controleer regelmatig remmen en licht.
  • Fris samen met je kind de verkeersregels op.

Van lagere naar de middelbare school:

  • Verken samen met je kind de route naar de nieuwe school. Begin daar al mee zodra je weet welke school het wordt. Herhaal de verkenning nog eens tijdens de zomervakantie en vlak voor de eerste schooldag. Via de Fietsersbond Routeplanner kun je (via ‘Meer opties’) een autoluwe route plannen.
  • Stap onderweg af bij moeilijke of lastige verkeerssituaties. Bespreek die ter plekke.
  • Een goede bagagedager met stevige snelbinders voor de schooltas; Stop de schooltas niet te vol. Het is natuurlijk niet nodig om elke dag alle schoolboeken mee naar school te nemen. Fietstassen zijn ook een optie.
  • Twee goede sloten om de fiets vast te kunnen zetten;
  • Zorg voor goede fietsverlichting. Vuistregel: straatlantaarns aan, dan ook je fietslicht aan.
  • Een felgekleurde jas valt beter op dan een zwarte. Bevestig eventueel losse reflectorstrepen op kleding of rugzak.
  • Veel kinderen doen graag stoer, ook in het verkeer. Snel nog even door rood, rijden met losse handen, elkaar trekken en duwen. Spreek je kind aan op zijn of haar verantwoordelijkheid.
  • Praat over groepsgedrag. Het komt al te vaak voor dat scholieren blindelings achter elkaar aan fietsen zonder zelf uit te kijken.
  • Zorg dat je kind zich ‘s morgens niet hoeft te haasten. Sta op tijd op en zorg dat de schooltas de avond tevoren is ingepakt. Haast in het verkeer vermindert het opmerkingsvermogen.