Verrassend. Na vijftig jaar prima vouwfietsen maken, zonder schokkende veranderingen, heeft Brompton een nieuw model ontwikkeld met 20 inch wielen in plaats van 16 inch. Bromptonkenner Kees Bakker heeft eerst de elektrische versie gekregen om te testen en vergelijkt hem met het klassieke 16 inch-model.

Vouwen

De fiets vouwen is net zo eenvoudig als bij eerdere modellen. Door het grote formaat van de G-line is het wel iets lastiger geworden, maar de scharnieren werken bij de G-line dan weer beter. Bij de 16 inch-versie bleef het blokje waarmee je het frame vastklemt óf vastzitten bij het losdraaien óf stond in de verkeerde stand bij het vastdraaien. Bij de nieuwe versie trek je het blokje altijd los en kan het niet verdraaien. Een eigenaardig nieuwigheidje is dat het vouwpedaal is vervangen door een pedaal dat je losklikt. Niet moeilijk, maar je zit dan wel met een los pedaal dat je weer ergens moet laten en niet vergeten, in je jaszak bijvoorbeeld.

Meenemen

Uiteraard is de G-line opgevouwen groter dan de klassieke Brompton. Hij neemt ongeveer twee keer zoveel ruimte in. Maar dat is nog steeds erg compact en kleiner dan bijvoorbeeld een gewone vouwfiets met 20 inch wielen die je alleen dubbel klapt. Ook deze grotere Brompton blijft keurig rechtop staan op de bagagedrager.

Gewicht

De elektrische versie die ik heb getest weegt 16,5 kilo. Weliswaar niet veel voor een e-bike en het is geen probleem hem in de trein te tillen, maar in het station neem ik toch liever de roltrap of lift dan dat ik hem de trap op til.

Hoe hij fietst

Het grootste verschil van de G-line met de klassieke Brompton is dat de G-line veel lekkerder fietst. De klassieke Brompton trilt door de kleine wielen erg op bijvoorbeeld slechte klinkerwegen. Daar heb je met de G-line totaal geen last van. Die fietst net zoals een gewone fiets dankzij het zeer stijve frame en de vierenvijftig millimeter brede ballonbanden. Zandpaden en oneffenheden zijn ook prima te doen. Zelfs met losse handen rijden kan.

Remmen

Op de klassieke Brompton zitten knijpremmen met kabels. De nieuwe G-line heeft hydraulische schijfremmen, een grote verbetering. Ze remmen veel beter en gaan waarschijnlijk ook langer mee als de leidingen niet kapot gaan door het vouwen. Maar dat verwacht ik niet.

Motor

Op mijn testfiets zit een door de Brompton zelf ontwikkelde derailleurversnelling met maar vier standen en een motor in het achterwiel terwijl je de klassieke Brompton kunt kopen met een lichte voorwielmotor. De motor in het achterwiel is een grote verbetering en is ideaal om op lange rechte stukken ontspannen vijfentwintig kilometer per uur te fietsen. Voor langere steile heuvels lijkt de motor me niet geschikt.

Accu

De accu zit voor het stuur aan het frame en de bedoeling is dat je die eraf haalt als je de fiets gaat vouwen. Niet echt handig. Bromptons worden vaak omgebouwd tot elektrische fiets met het Pendixsysteem en dan zit de accu boven op het frame. Dat is een veel logischer plek omdat de accu zo minder in de weg zit als je de fiets opvouwt en omdat je dan nog een tas voorop kunt meenemen. De 300Wh van de accu moet genoeg zijn voor een rit heen en terug naar je werk, maar is te weinig als je voor je lol een recreatieve dagtocht maakt. Onderweg even opladen is ook geen optie, want opladen duurt best lang met 70 Watt.

Versnelling

De elektrische Brompton heeft vier versnellingen. Maar de lichtste versnelling trapt nog steeds vrij zwaar en is niet geschikt voor steile hellingen.

G-line zonder motor

De G-line is er ook in een niet-elektrische versie. Daar zit een prima Alfine 8 versnellingsnaaf op, waar je dan wel beter een lange, niet al te steile heuvel mee op kunt fietsen.

Conclusie

De nieuwe Brompton rijdt geweldig, remt veel beter, vouwt nog steeds makkelijk en is voor een twintig inch vouwfiets ook makkelijk mee te nemen en compact te stallen. Eigenlijk onbegrijpelijk dat Brompton niet eerder deze versie met grotere wielen op de markt heeft gebracht.

Het zou mooi zijn als er wat meer keuze komt qua versnellingen voor zowel de elektrische als de gewone versie. De 
versie met acht versnellingen en achterdrager kost 2.969 euro. De elektrische versie met vier versnellingen kost 3.999 euro.