Fietsdemonstratie in Amsterdam voor ‘Sprong over het IJ’

In 2018 was het verkeersminister Melanie Schultz die roet in het eten gooide, waarna de Javabrug werd afgeserveerd. Nu lijkt het de gemeente Amsterdam zelf. De 135 miljoen die gereserveerd was voor de Oostbrug (van het Azartplein naar de overkant) bleek begin oktober verschoven naar andere doelen om de begroting rond te krijgen.

‘De grote verliezer is de fietser’, zegt Ed Eringa van de Amsterdamse Fietsersbond. Hij maakt zich sinds 2011 hard voor een brug over het IJ (‘ik ga langer mee dan de meeste ambtenaren’). ‘Deze gemeente heeft 1,5 miljard bijgedragen aan de Noord/Zuidlijn, en nu is er geen geld voor een brug. Die ponten zijn in de spits al overvol. Je redt het niet met meer pontjes. Er komen veel woningen bij in Noord, maar volgend jaar opent er bijvoorbeeld ook een congreshotel voor 4000 mensen. Die Oostbrug kan in principe snel gebouwd worden, voor een bedrag dat haalbaar is. Willen is kunnen zeg ik maar met de Friezen.’ Volgens berekeningen zou een nieuwe brug over het IJ meteen een van de drukste fietsverbindingen van Amsterdam worden.

Eringa sprak half november nog met wethouder Melanie van der Horst. Dat gesprek leverde helemaal niets op: ‘De prioriteiten van dit college zijn het doortrekken van de Noord/Zuidlijn en een extra metro naar Sloterdijk. Ja, ik was wel boos.’

Hoe het nu verder loopt, is begin december nog moeilijk te voorspellen. De gemeenteraad heeft een motie aangenomen waarin het gemeentebestuur wordt opgedragen de bruggen toch vooral mee te nemen in de besluitvorming. Maar of dat gaat lukken blijkt pas in het voorjaar.