Verkeersongeval… en dan?
Een verkeersongeval is voor alle partijen vervelend. Wat moet je doen als je als fietser een ongeval overkomt, en is het nuttig om hulp te zoeken?
De belangrijkste stappen na een ongeval
1. Waarschuw meteen de politie
Als er sprake is van lichamelijk letsel is het belangrijk om de politie te waarschuwen, zodat deze een kenmerken-plus melding of een proces-verbaal op kan maken. Wanneer er geen sprake is van discussie over de toedracht, als er geen letsel is of andere bijzonderheden ontbreken (denk aan rijden onder invloed) is er voor de politie eigenlijk geen taak weg gelegd.
2. Omschrijf het ongeval
Beschrijf de toedracht van het ongeval, hoe is het verlopen en wie zijn erbij betrokken? Met het oog hierop heeft een automobilist doorgaans een Schadeaangifteformulier in de auto liggen. Sinds een aantal jaar is het echter ook mogelijk digitaal schade te melden.
Het is niet verstandig om het schadeformulier te tekenen wanneer de feiten niet goed zijn weergegeven of wanneer die ontbreken, bijvoorbeeld:
– De exacte plaats van het ongeval (straatnaam en gemeente),
– De datum en het tijdstip van het ongeval,
– De weersomstandigheden en de staat van het wegdek,
– Het kenteken van het motorvoertuig en verdere gegevens van de auto, zoals bijvoorbeeld het merk en de kleur,
– De NAW-gegevens van automobilist en fietser,
– De NAW-gegevens van getuigen.
Problematisch wordt het als je geen gegevens van de automobilist hebt. Maar wanneer je wel het kenteken van de auto hebt genoteerd zijn de gevolgen te overzien. Bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer kan worden achterhaald waar de auto ten tijde van het ongeval was verzekerd. Heb je geen kentekengegevens, dan kun je terecht bij het Waarborgfonds Motorverkeer, maar dan gelden er wel strenge randvoorwaarden. Het is in ieder geval noodzakelijk dat er tijdig aangifte bij de politie wordt gedaan.
3. Bewaar alle bewijsstukken
Bewaar alle bewijsstukken die betrekking hebben op de ontstane schade bij het ongeval (kleding, bagage, fietsonderdelen) of maak er duidelijke foto’s van. Laat de fietsenmaker een begroting van de reparatiekosten opmaken. Wanneer de reparatiekosten hoger zijn dan de dagwaarde moet de fiets eigenlijk als “total loss” worden beschouwd.
Als je jouw fiets direct laat repareren, zorg er dan voor dat de vervangen onderdelen bewaard blijven en dat de fietsenmaker een gespecificeerde nota maakt. Reken er niet automatisch op dat je al deze bedragen helemaal terugkrijgt. Dit is mede afhankelijk van de mate van aansprakelijkheid van de gemotoriseerde verkeersdeelnemer.
Bij letsel, is het verstandig snel een belangenbehartiger in de arm te nemen. Die helpt bij het vergoed krijgen van de schade. Bij letsel kan er smartengeld worden gevorderd (een vergoeding voor de immateriële schade). Neem contact op met een expert die is aangesloten bij het Register Letselschade.
Wie is aansprakelijk bij een ongeval tussen een gemotoriseerde verkeersdeelnemer en een fietser?
Voor de afhandeling van de schade is het belangrijk dat duidelijk wordt wie er een verwijt treft voor het ontstaan van het ongeval. Aan de hand daarvan wordt bekeken hoe het zit met de aansprakelijkheidskwestie. Meestal is de bestuurder van de auto, al dan niet gedeeltelijk, aansprakelijk voor de schade op basis van artikel 185 van de Wegenverkeerswet.
Er kunnen zich verschillende scenario’s voordoen:
-
De automobilist heeft verwijtbaar bijgedragen aan het ontstaan van het ongeval
Als de automobilist een duidelijk verwijt kan worden gemaakt, dan ligt de zaak helder. De automobilist is 100% aansprakelijk voor de schade aan fiets en fietser.
Wanneer de veroorzaker van het ongeval niet bekend is of onverzekerd is, kan de fietser zijn schade vergoed krijgen. De fietser kan dan een beroep doen op het Waarborgfonds Motorverkeer. Voor materiële schade geldt dan wel een eigen risico van € 250,00. -
De fietser treft een verwijt van het ontstaan van het ongeval
Als de fietser een verwijt treft aan het ontstaan van de aanrijding lijkt de situatie simpel, maar schijn bedriegt. De aansprakelijkheid wordt beoordeeld op basis van artikel 185 van de Wegenverkeerswet.
Is de fietser jonger dan 14 jaar, dan is gemotoriseerde verkeerdeelnemer in beginsel volledig aansprakelijk voor de schade van de fietser. Dat is zelfs zo als het kind rare dingen deed op de fiets en het ongeval dus min of meer de eigen schuld van het kind is. Een automobilist moet nu eenmaal rekening houden met het feit dat kinderen in het verkeer onverwachte dingen kunnen doen.
Voor fietsers vanaf 14 jaar geldt dat de gemotoriseerde verkeersdeelnemer in principe voor tenminste 50% van de schade van de fietser aansprakelijk is. Alleen als er sprake is van ‘overmacht’ of ‘aan opzet grenzende roekeloosheid’, geldt dat 50%-principe niet.
Overmacht is: als er zoiets onverwacht gebeurt dat de automobilist daar nooit op had kunnen anticiperen. Bij aan opzet grenzende roekeloosheid gaat het om situaties waarin de fietser met doodsverachting het gevaar zoekt. Een fietser die door rood rijdt of onverlicht fietst, valt niet in die categorie. In een zeldzaam geval van overmacht kunnen er aan de fietser diverse verwijten worden gemaakt. De omstandigheden van het geval zijn altijd doorslaggevend.
-
Beide verkeersdeelnemers treft een verwijt
Als beide verkeersdeelnemers fouten hebben gemaakt, is de situatie het meest gecompliceerd. Als je aannemelijk kunt maken dat niet alleen jij als fietser, maar ook de automobilist een fout heeft gemaakt, kun je meer krijgen dan die 50 procent van de schade. De rechter weegt dan twee verkeersfouten af en oordeelt welke verkeersfout meer bijgedragen heeft aan de totstandkoming van het ongeluk. Daarnaast zijn ook de aard en de ernst van het letsel en het al dan niet verzekerd zijn van de ontstane schade van belang bij te maken afweging.
Wie betaalt de schade aan een auto?
Ook een auto kan natuurlijk schade oplopen bij een ongeval. Als de fietser een verwijt treft voor het ontstaan van het ongeval kan de eigenaar van de auto de fietser hiervoor aansprakelijk stellen. De beoordeling van deze situatie wordt de reflexwerking van artikel 185 Wegenverkeerswet genoemd. De WA-verzekering van de fietser betaalt deze schade.
De fietser zal in een voorkomend geval de schade zelf moeten melden bij zijn verzekeraar. Heeft de fietser geen aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP-polis) dan moet de schade uit eigen middelen worden voldaan. Dat kan een kostbare aangelegenheid zijn.
Heb ik een belangenbehartiger nodig?
Heb je een ongeval gehad als fietser dan raden wij je aan contact op te nemen met een expert. Zij kunnen je adviseren en er alles aan doen om eventuele schade te verhalen op de verzekeraar van de wederpartij zonder dat hiervoor bij jou kosten in rekening worden gebracht. Op de website van Stipt Letselschade kun je eenvoudig een test invullen om te kijken of je recht hebt op vergoeding van je letselschade.
-
Slachtofferhulp Nederland
Slachtofferhulp Nederland wil meer verkeersslachtoffers helpen. Uit onderzoek blijkt dat nog niet alle verkeersslachtoffers weten dat zij op de hulp van Slachtofferhulp Nederland kunnen rekenen.
Word lid van de Fietsersbond
Steun de belangenbehartiger van fietsend Nederland en ontvang heel veel voordeel!