Tijdens een crisis grijpen Nederlanders naar de fiets. Nu vanwege besmettingsgevaar in het OV of in de sportschool. Ruim honderd jaar geleden werd de fiets om andere redenen omarmd. ‘Kolennood heeft den treinenloop belangrijk beperkt.’
Serie over oude fietskaarten
Reinder Storm is conservator cartografie, geografie en reizen bij het Allard Pierson (museum en kennisinstituut). Voor de Fietsersbond bespreekt hij oude fietskaarten. Deze keer het ingevulde routeboekje Rijwiel-Toeristen-Rondrit door Nederland van de heer F. Blankemeijer uit Rotterdam.
Een jaar voor het einde van de Eerste Wereldoorlog organiseerde de A.N.W.B., toen nog met puntjes, een ‘Rijwiel-Toeristen-Rondrit’. Het traject besloeg een groot deel van ons land: alle provincies werden aangedaan, behalve Zeeland. Begin- en eindpunt van de routebeschrijving lagen in Amsterdam, maar deelnemers mochten zelf bepalen hoe ze het traject zouden afleggen.
‘Triomf van het rijwiel’
‘1917 zal het jaar van de fiets zijn’, staat in het routeboekje Rijwiel-Toeristen-Rondrit door Nederland. ‘Benzinegebrek heeft de meeste toeristen-auto’s en motoren van den weg verdreven, kolennood heeft den treinenloop belangrijk beperkt; op onze wateren ziet men veel minder stoombooten, bijna geen motorjachten. Fietsen, zeilen of wandelen blijft onzen toeristen nog over. Het is zoo ongeveer een halve eeuw geleden, dat het rijwiel zijn intrede deed in de sportwereld; het veroverde steeds meer terrein, het verkreeg gaandeweg burgerrecht in de geheele samenleving; nu is het maatschappelijk verkeer in ons land haast ondenkbaar zonder de fiets. De A. N. W. B. wil die triomf van het rijwiel, dit gouden jubileum vieren, met een Rondrit voor Toeristen, door een groot deel van ons vaderland, dat aan het rijwiel zooveel verplicht is.’
Alleen voor Bondsleden
Het staat er niet met zoveel woorden, maar benzinegebrek en kolennood zijn ongetwijfeld gevolgen van de Eerste Wereldoorlog, die vrijwel geheel Europa in zijn greep hield. De A.N.W.B. wilde met het initiatief tot deze jaarlijkse rondritten het fietstoerisme een impuls geven en de kennis over het eigen land bevorderen. De beoogde doelgroep bestond uit leden van de Bond; het spreekt vanzelf dat de deelnemers geen ander vervoermiddel zouden gebruiken dan de fiets.
Reglement, controleplaatsen en zegeltjes
Voor de rijwiel-toeristen was een reglement opgesteld, dat de spelregels bepaalde. De deelnemers moesten de tocht binnen een afgebakende periode volbrengen, ergens in de maanden mei tot en met september. Wanneer je precies ging fietsen, en welk deel van het traject je dan aflegde, dat mocht je zelf weten. Op diverse controleplaatsen onderweg kon je een zegeltje halen om in het bijbehorende boekje te plakken. Wie alle zegeltjes tijdens deze rondrit had verzameld, kreeg een gebonden album met foto-reproducties en alle controlebewijzen, de tochtkroniek, enz. Als extra premie kwam daar nog een mooie publicatie van de A.N.W.B. bij, voor degenen die alle zegeltjes, van alle controleposten hadden gescoord. Alles bij elkaar maakt de organisatie een solide indruk, en voor het geval er iets niet duidelijk was of er een probleem rees: ‘Vragen om nadere inlichtingen, opmerkingen, klachten en wat dies meer zij moeten gericht worden aan de Centrale Controle, Hoofdconsulaat te Amsterdam.’
De Bondsatlas
Uitgangspunt voor dit artikel is een exemplaar van het album van de rondrit van 1928, die verreden diende te worden tussen 14 mei en 1 oktober. De eigenaar was de heer F. Blankemeijer uit Rotterdam. Ditmaal besloeg het traject het zuidelijke deel van ons land. Begin en eindpunt lagen in ’s-Hertogenbosch, de totale lengte van de rondrit was ruim duizend kilometer. Wie dit te lang vond kon een deel van de route overslaan en zodoende de afstand met 245 km bekorten. Blankemeijer begon te fietsen op 26 augustus en eindigde op 5 september: hij koos voor de korte route en heeft dus de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden overgeslagen. Behalve de bladzijden waar de zegeltjes werden geplakt en het reglement, bevat het werkje ook een afstandstafel, een routebeschrijving van 12 dichtbedrukte pagina’s en suggesties voor de verdeling van het traject in dagtoeren. Voor kaarten wordt verwezen naar de relevante losse bladen van de Bondsatlas, die voor twintig cent per blad te koop waren (op linnen geplakt: dertig cent). Van deze ‘atlas’ zijn voor zover ik weet geen uitgaven in boekvorm bekend: de losse kaarten zitten samen in een map en er is ook een prachtige ‘uitgave’ van de losse kaarten in een mooi passend blik. Wie de atlas wilde gebruiken nam het betreffende losse blad mee, de rest kon thuis blijven.
In de routebeschrijving worden paddenstoelen en wegwijzers van de A.N.W.B. als herkenningspunt vermeld, en natuurlijk de controleposten. Op apart ingebonden bladen mooi papier zijn dertig zwart-wit foto’s ingeplakt, van bezienswaardigheden langs de route. Met dit alles had de deelnemer dus na afloop van zijn tocht een mooie, toepasselijke en tastbare herinnering aan zijn of haar eigen Rijwiel-toeristen-rondrit.
‘ANWB doorslaggevend voor de fiets’
Nederlandse historici vinden de fiets maar een triviaal onderwerp.
Bijna 12 uur op de fiets
Zelf diende meneer Blankemeijer ook het nodige bij te dragen. Behalve de zegeltjes die hij inplakte, als bewijs van zijn bezoek aan de controleposten onderweg, vermeldde hij ook keurig de trajecten die hij aflegde. Uit zijn aantekeningen kunnen we opmaken dat hij op 30 augustus 1928 al om half negen in Heeze op de fiets stapte, en dat hij op de laatste dag – 5 september 1928 – pas om 9 uur ’s avonds in Den Bosch arriveerde.
De Rijwiel-toeristen-rondritten zijn behoorlijk populair geweest. Toch zijn er van deze albums maar weinig bewaard gebleven. Reguliere publicaties zijn het eigenlijk niet, ze waren alleen interessant voor wie de tocht gemaakt had, als herinnering aan zijn of haar eigen rondrit. Misschien heeft niet elke deelnemer er na afloop één laten maken en misschien is niet iedereen er even zuinig mee geweest.
Wanneer de laatste Rijwiel-toeristen-rondrit is georganiseerd is niet duidelijk. In 1931 in elk geval was ze nog zo populair, dat de fietstocht werd aangevuld met vergelijkbare activiteiten voor ruiters, wandelaars en watertoeristen.
Fietsarcheologie
Waarom verkopen fietsenmakers geen banddynamo’s meer? En wat is er met de spatlap gebeurd? ‘De fietsindustrie wil goedkopere oplossingen.’ Sinds…
De Fietsersbond komt op voor jouw belangen. Help je mee?
Fietspaden en goede stallingen zijn er niet vanzelf gekomen. Daar strijdt de Fietsersbond voor. We kunnen het niet alleen. Help je mee?
Een lijst met medewerkers
Word lid van de Fietsersbond
Steun de belangenbehartiger van fietsend Nederland en ontvang heel veel voordeel!