Banddynamo verdwijnt door EU-regels

Fietsarcheologie

fietsonderdelen gazelle tandwiel

Waarom verkopen fietsenmakers geen banddynamo’s meer? En wat is er met de spatlap gebeurd? ‘De fietsindustrie wil goedkopere oplossingen.’

Sinds de uitvinding van de safetybike in 1885 lijkt het ontwerp van de fiets gestold: diamantframe, ketting, banden, zadel, stuur, en rijden maar. In grote lijnen niks nieuws, maar in de details evolueert de fiets voortdurend. Onderdelen verdwijnen, nieuwe verschijnen en de rest verandert.

Fietsen houden het soms verrassend lang uit en daardoor blijven in onbruik geraakte of ouderwetse onderdelen nog gewoon zichtbaar op straat. Maar op een gegeven moment zijn ze ineens echt verdwenen. En door iedereen vergeten, behalve door de kenners. Oud-journalist Otto Beaujon is zo’n kenner en verzamelaar.


Biesje

Duurdere fietsen hadden in het verleden vaak een biesje langs het frame, soms zelfs van goud, vertelt Beaujon. De damesfiets van het merk Locomotief uit 1953 heeft zo’n biesje. Beaujon: ‘Dat was handwerk’.


Kroonkapje
Het kroonkapje is een, meestal verchroomd, kapje over de voorvork. Beaujon: ‘Zo’n voorvork was vaak grof gietwerk. Een kroonkapje had geen andere functie dan versiering. Het stond chique en verzorgd.’
Niet alle fietsen hadden een dergelijk kapje. Beaujon: ‘Gazelle zette ze bijvoorbeeld niet op de Piet Pelle-kinderfietsen.’ Moderne voorvorken zijn uit één stuk en hebben geen verhullend kapje meer nodig.


Kettingblad en Wilhelmina-bel

Fietsfabrikanten lieten ook op andere onderdelen hun logo zien in de jaren vijftig. Zo was de gazelle van Gazelle soms op het kettingblad te zien. Voor de sier hoefde dat eigenlijk niet, want het kettingblad zat meestal verstopt in de kettingkast. Sommige fabrikanten hadden een eigen bel met ingestanst logo, zoals de beeltenis van koningin Wilhelmina op de bel van het merk Wilhelmina. Naar een moderne Willem-fietsbel zul je nu tevergeefs zoeken. ‘De fietsindustrie zoekt steeds naar goedkopere, rationelere oplossingen. Fabrikanten willen minder arbeidskosten; daardoor verdwijnt dit soort dingen.’


Achterlichtjes
Sierlijke achterlichtjes zijn ook niet meer van deze tijd. Te duur. Beaujon laat een prachtige reeks achterlichtjes zien van Spanninga uit Joure. Ze zijn gemaakt van ‘getrokken’ messing: voor Fongers, voor Phoenix, voor Magneet, voor elk merk een andere vorm. ‘Dit was een ‘jubelserie’, gemaakt in 1954, net na de Korea-oorlog. Tijdens deze oorlog was messing onbetaalbaar en maakte Spanninga eenvoudige aluminiumlampjes. Toen de prijs van messing weer daalde, maakte Spanning meteen deze serie. Het ‘kerkraampje’ voor Fongers was lastig. Feike Spanninga (directeur van Spanninga) vertelde me dat zestig procent scheurde tijdens de productie.’


Wit spatbord

Een typisch Nederlandse fiets had een wit spatbord. Maar de witte achterspatborden gaan verdwijnen. Tot 1995 moest de onderste dertig centimeter van het achterspatbord wit zijn. Die verplichting werd afgeschaft een paar jaar nadat de rode achterreflector werd ingevoerd. Dus fietsen met een wit spatbord zijn zeker twintig jaar oud.


Rieten mand

De rieten mand voor op de bagagedrager om kinderen te vervoeren zie je nog sporadisch. Die is aan het uitsterven, dankzij de EU. Beaujon: ‘Kinderzitjes moeten aan de CEN-veiligheidsnorm voldoen om verkocht te mogen worden.’


Banddynamo bedreigd

‘Ik ben bang dat de gewone banddynamo gaat verdwijnen, nu die batterijlampjes van een paar euro zijn toegestaan’, zegt Beaujon. ‘Ik zag laatst bij de Action een batterijkoplamp van 1,99 euro. Dat is dus invloed van Europese regelgeving, hoewel Duitsland gewoon blijft vasthouden aan eigen regels. Daar zijn die batterijlampjes verboden.’ Beaujons collectie telt veel dynamovarianten, zoals een dynamo die op het loopvlak van de band rolt en een dynamo met lamp uit één stuk.


Blokje op het stuur

Niet alleen de fietsindustrie is misschien rationeler, zakelijker geworden. Misschien zijn fietsers ook wel slordiger geworden. We kijken niet op een krasje meer of minder. Hebben we daarom geen kunststoffen of rubberen blokje meer op het stuur? Beaujon weet ook niet precies waarom die niet meer in de handel zijn. Met het ontbreken van een standaard had het niet te maken. Beaujon: ‘Standaards bestaan bijna vanaf de uitvinding van de fiets.’ Hij heeft wel zo’n blokje in zijn verzameling; het ding is in Italië gemaakt.


Trommelremmen
Vooruitgang! Ook dat bestaat; soms worden er betere onderdelen gemaakt en dan verdwijnen de oude. De ouderwetse trommelremmen waren zo slecht niet, maar nu zien we ze steeds minder. De statige variant met stangbediening zie je al helemaal niet meer. Ze hebben het af moeten leggen tegen de rollerbrakes. ‘Trommelremmen remmen heel goed, maar je moet ze wel onderhouden en dat wordt vaak vergeten.’ In sommige oude trommelremmen werd asbest gebruikt. Dat draagt natuurlijk niet bij aan de populariteit. De rollerbrakes zijn de ‘natuurlijke’ opvolger van de trommelremmen, een uitvinding van Shimano. Is zo’n groot merk als Shimano soms verantwoordelijk voor het versneld verdwijnen van de trommelrem? ‘Nee’, denkt Beaujon. ‘Het is eerder langzamer gegaan dan Shimano had gewild.’

 

fietsonderdelen_buiscommandeurs
Shimano vroeg: waarom heb je die sprint niet gewonnen? Die wielrenner vertelde dat hij ijskoude handen had en ze niet meer kon bewegen om te schakelen.’ Vandaar dat er gewerkt werd aan een bedieningssysteem aan het stuur. Beeld-auteur: Maarten Hartman

Toeclips en buiscommandeurs
Toeclips op racefietspedalen zijn ingeruild voor klikpedalen (1985) en bijpassende schoenen. Ook verdwenen de ‘buiscommandeurs’ voor het bedienen van de derailleur. ‘Daar hoort wel een leuk verhaal bij. Een van de drie broers Shimano, Keizo Shimano, was een echte ingenieur, helemaal gericht op verbeteren. Hij hoorde dat bij kampioenschappen een wielrenner verloor van wie hij verwacht had dat hij juist zou winnen. Shimano vroeg: waarom heb je die sprint niet gewonnen? Die wielrenner vertelde dat hij ijskoude handen had en ze niet meer kon bewegen om te schakelen.’ Vandaar dat er gewerkt werd aan een bedieningssysteem aan het stuur.
Heeft het professionele wielrennen dan zoals de Formule 1 voor de auto-industrie gewerkt? ‘Door het wielrennen zijn juist vele ontwikkelingen hopeloos op achterstand gezet. In 1896 was er al een primitieve derailleur, maar die mocht niet worden toegepast. Dat was tot 1936 verboden in het wielrennen. De techniek stond al die jaren stil.’


Spatlap
Waarom zien we de spatlap bijna niet meer? Dat komt door de verbeterde fietsbanden, zegt Beaujon. Ze gaan niet alleen minder vaak lek, ze spetteren ook minder. ‘Fietsbanden worden uitgebreid uitgetest op allerlei wegdek. Het gaat bij banden om een zo goed mogelijk wegcontact en zo min mogelijk opspattend water en vuil. Daarom is de spatlap verdwenen en kunnen spatborden korter dan in het verleden. Iedere centimeter korter, scheelt weer materiaal en kosten.’


Lakdoeken kettingkast
Eigenlijk hoort de lakdoeken of zeildoeken kettingkast niet in dit artikel thuis. Hij is weliswaar uitgestorven geweest, maar nu helemaal terug dankzij de populariteit van de retro omafiets. In de jaren zeventig werd de lakdoeken kettingkast ingeruild voor een kettingkast van kunststof, uitgevonden door Willemine Looijen-van der Woerd, een nazaat van de oprichter van de kettingkastenfabriek in Barneveld. En juist dit bedrijf is nu weer een van de grote leveranciers van de retro lakdoeken kettingkasten.


Crankspiekapje

In de jaren zestig drong de ‘spieloze crank’ de fietsindustrie binnen. Daarvóór zat de crank (zeg maar het ding tussen trapas en pedaal) met een crankspie vast. Achter die crankspie kon je broekspijp zo lelijk haken. Om dat te verhelpen, was er een rubberen kapje in de handel om over de crankspie te plaatsen. Enkelingen schijnen er nog bij hun fietsenmaker naar te vragen.


Pompnokjes

Vroeger had bijna elke nieuwe fiets een pomp. Niet dat je er veel aan had. Met het verdwijnen van die vaak nutteloze pomp konden de aan het frame gelaste nokjes ook achterwege blijven. Als er nu een fietspompje bij een nieuwe fiets zit, is dat zo’n klein pompje, meestal ingeklemd onder de bagagedrager.


Carbidlamp

De carbidlamp is al langer geleden verdwenen. Beaujon: ‘Vanaf 1935 lees je in catalogussen ‘Zolang de voorraad strekt’, dus toen gingen ze eruit.’ Waarom carbidlampen verdwenen? Gaven ze geen goed licht? Beaujon: ‘Ze gaven heel goed licht. Het was een grote verbetering ten opzichte van olielampjes en kaarsen, maar het was vreselijk gepruts met water en carbid.’

 

Categorieën

Karin broer

Karin Broer

Freelance redacteur van de Vogelvrije Fietser