Direct naar inhoud

Koen: ‘Ik ben niet zo goed op twee wielen’

Fenna Riethof
Gepubliceerd op:

Fietsforens Koen Muilwijk (46) fietst vier keer per week van Voorburg naar Rotterdam. Vooraf had hij horrorbeelden bij tweeëntwintig kilometer heen en terug. Nu maakt hij óók lange tochten. ‘Mijn vrouw zou willen dat ik vaker thuis ben.’

Woonplaats: Voorburg 

Beroep: Opleidingsmanager Elektrotechniek op de Hogeschool Rotterdam 

Aantal fietsen: ‘Een Gazelle Heavy Duty en mijn racefiets, een Cube Attain SL Disc, gekocht via het fietsplan van mijn werk in Corona-tijd.’ 

Mooiste fietsherinnering: ‘Een half jaar geleden heb ik voor het eerst met mijn zoontje gewielrend, 35 kilometer vanuit Roelofarendsveen, waar we zijn fiets hebben geleend. We hadden wind mee en gingen écht hard. Hij schudde helemaal. Ik vond het erg spannend. Hij vond het fantastisch.’

Ga je zelf ook graag snel? 

‘Ik ben een heel voorzichtige fietser. Dan rij ik op hoge snelheid over een weg waar grind op ligt en zie ik mezelf de steentjes al uit mijn wonden pikken. De grap is dat ik verder nergens bang voor ben. Ik ben gewoon niet zo goed op twee wielen. Daarom rij ik ook absoluut geen motor.’ 

Wel fiets je vier keer per week naar je werk op en neer. 

‘Klopt, veertig minuten heen, veertig minuten terug. Dat helpt me juist een beetje. Ik word al wat zekerder. Het is vooral eng bij het afdalen, bijvoorbeeld in Limburg tijdens langere tochten, die ik ook maak.’ 

En hoe ziet de route naar je werk eruit? 

‘Ik fiets langs de Vliet naar Delft, dwars door de TU-wijk en daarna langs de Schie naar Rotterdam. Mijn favoriete deel is net na de Zweth. Ik glij altijd lekker soepel door een bepaalde bocht. Glad asfalt, gevoelsmatig altijd wind mee. Rechts het water, links weilanden met een mooi huis en twee ooievaarsnesten – met wat geluk soms mét ooievaar. Koeien, laaghangende mist en de skyline van Rotterdam. Echt heel mooi.’ 

Hoe ben je ooit begonnen? 

‘Een collega van werktuigbouwkunde deed het al en was er enthousiast over. Ik heb lang excuses verzonnen. Tweeëntwintig kilometer lukt me nooit, dacht ik. Had er horrorbeelden bij, van vroegere klasgenootjes die altijd door weer en wind moesten. Maar in Corona-tijd vlogen de kilo’s eraan. En mijn collega zei: ‘Joh, dat kun je best.’ Het bleek ook dat ik op werk kon douchen. Zo ben ik toch overtuigd geraakt.’ 

  • 50 jaar Fietsersbond

    De Fietsersbond maakt zich al 50 jaar sterk voor fietsgeluk. Zo maken we Nederland schoner, gezonder en… gelukkiger!

Nu doe je het alweer drie jaar.  

‘Heb een racefiets gekocht en ben het gaan doen. Gewoon om naar werk te gaan, dacht ik. Maar het werd méér dan dat. Ik ben ook tochten gaan fietsen. Een vriendin noemde het een verslaving. Dat is wel mooi gezegd.’ 

Wat voor tochten rijd je? 

‘Bijvoorbeeld binnenkort weer de Climate Classic met collega’s en studenten: de nieuwe kustlijn als Nederland zou overstromen, 375 kilometer.’ 

Jij zit dus wel erg veel op de fiets. 

‘Dat zegt mijn vrouw ook. ‘Zou fijn zijn als je vaker thuis bent.’ En als ik dan na zeventien uur fietsen thuiskom, moet ik de hele volgende dag uitrusten en eindeloos eten.’ Peinzend: ‘Dus ja, ik begrijp haar wel.’ 

Foto: Corné Sparidaens

50 jaar Fietsersbond: fietsers in het zonnetje

We vieren met 50 portretten dat we in een fietsland leven met miljoenen gelukkige fietsers, ieder met eigen fietsdromen en herinneringen. Neem de fietsforenzen.

Deel deze pagina