header-doortrappen

Tips om te remmen met een kinderkar

Een fietskar is op de meeste punten veiliger dan kinderen meenemen op de fiets. Op één punt echter niet. Met een fietskar heb je een langere remweg. Als je kinderen meeneemt op de fiets moet je meer gewicht tot stilstand brengen. Omdat ook het gewicht op de wielen toeneemt kun je echter toch even hard remmen voordat de wielen gaan slippen. Als je een fietskar achter je fiets hangt moet je echter wel extra gewicht tot stilstand brengen maar heb je niet het extra gewicht op de wielen die je afremt. Gevolg is dat de wielen eerder gaan slippen. Bij alle kinderaanhangers zit de koppeling links van de achteras (met uitzondering van de aanhangers van Koolstop) De kinderkar duwt dan bovendien het achterwiel opzij als die slipt door het remmen. Om veilig met een fietskar te remmen let dan op de volgende punten:

  • Zorg voor goede remmen op je fiets en dat deze goed zijn afgesteld. De beste zijn hydraulische velgremmen of schijfremmen omdat deze perfect te doseren zijn. Alleen een terugtraprem is onvoldoende.
  • Rem bij droog weer op goed wegdek alleen met je voorrem. Al bij gering gebruik van je achterrem gaat namelijk je achterwiel slippen.
  • Rij met nat weer en slecht wegdek (hobbels, losliggend zand) extra voorzichtig. Door het natte of slechte wegdek hebben je banden minder grip waardoor ze sneller slippen. Wel moet je bij nat weer beide remmen gebruiken omdat bij nat weer ook je voorwiel makkelijk kan slippen.
  • Leer om je remmen goed te doseren. Oefen noodstops met gewicht in de fietskar en leer om je rem weer los te laten als je wiel gaat slippen.
  • Als je zowel bagage op je fiets als in je kar meeneemt, plaats dan zoveel mogelijk de zware bagage op de fiets.

Tekst: Kees Bakker, consumentenvoorlichter Fietsersbond

Meer informatie over remmen vind je op www.sheldonbrown.com en www.m-gineering.nl