routebordje zwitserland

Modelland voor fietstoerisme

Verdwalen in Zwitserland is bijna onmogelijk. Alles is perfect geregeld voor fietstoeristen. ‘Pünktlich en gründlich zijn Duitse woorden, maar uitgevonden door de Zwitsers.’

veloland schweiz

Na een fietstocht in het Zwitserse Graubünden kom ik tot de conclusie dat Zwitserland het wat fietsrecreatie betreft beter voor elkaar heeft dan fietsland Nederland. Oost-Europese landen, die fietstoeristen willen binnenhalen, kijken daarom vooral naar Zwitserland als het na te volgen voorbeeld.

De Zwitsers doen zelf tamelijk nuchter over het succes van het fietstoerisme. ‘We hebben gewoon een aantal zaken aan elkaar geknoopt. We hebben natuurlijk prachtige landschappen, maar ook een goede hotellerie en waarschijnlijk het beste openbaar vervoer van Europa’, zegt Martin Gutbub van SchweizMobil. Deze stichting bekommert zich om actieve recreatie, zoals fietsen, wandelen en kanoën.
Gutbub vertelt dat het allemaal heel bescheiden begon met een handjevol enthousiaste fietsers. Ze bedachten begin jaren negentig dat het wel aardig zou zijn een fietsroutenetwerk te maken dat heel Zwitserland omspant. Inmiddels is er 8.500 kilometer aan bewegwijzerde routes. En daar werden vorig jaar 260 miljoen kilometer over afgelegd. De Zwitsers berekenen dit op basis van zeventien op zonne-energie werkende telinstallaties die verspreid over het land staan.

Gedetailleerd
Wat is er dan zo goed aan Zwitserland? Het is de Zwitserse precisie. En daar kun je je op veloland.ch al in onderdompelen. Als je weet waar je wilt gaan fietsen, kun je op deze site je tocht plannen. Bij elke route levert SchweizMobil een lijst met campings, hotels of boerenschuren waar je in het stro mag slapen. Om het gemakkelijk te maken, staan de accommodaties op een kaart, waar je heel ver op kunt inzoomen. De locaties van fietsenmakers zet je ook in een handomdraai op de kaart. De kaarten zijn zo gedetailleerd dat je meteen zin hebt om op pad te gaan.
Ook kun je een hoogteprofiel van je gewenste route aanklikken. Dus je kunt thuis al inschatten hoeveel kilometer je denkt af te kunnen leggen in een dag. Je hoeft trouwens niet per se over bergen te fietsen in Zwitserland. Op de site vink je aan of je een gemakkelijke, een gemiddelde of een pittige tocht zoekt. Verrassend genoeg zijn er veel redelijk vlakke routes. En mochten er toch nog pittige klimmetjes tussen zitten, dan krijg je de tip om die bijvoorbeeld met de trein te omzeilen. Op de site zie je welke trein je nodig hebt en hoe laat die vertrekt.

 

Je kunt bij het overwinnen van bergen ook de hulp inschakelen van een elektrische fiets, de Zwitserse Flyer. Onderweg mag je bij de officiële huurstations telkens gratis een verse accu halen. Ook fijn: als je bij Rent a Bike (een fietsverhuurbedrijf van de Zwitserse spoorwegen) een Flyer huurt, mag je die vaak op een ander punt weer inleveren. Rent a Bike verhuurt allerlei fietsen, zelfs aanhangfietsen voor kinderen. Alle fietsen mag je weer bij een ander station inleveren. Kortom, het is allemaal goed geregeld in Zwitserland.

Verleidelijk
‘Pünktlich en gründlich zijn Duitse woorden, maar ze zijn uitgevonden door de Zwitsers’, stelt Eric Nijland van het Fietsplatform in Amersfoort dat onder andere de Landelijke Fietsroutes beheert. ‘De Zwitsers hebben van nul af aan een fietsnetwerk opgebouwd. De Zwitsers kozen voor strakke landelijke regie waardoor het fietsnetwerk een uniforme uitstraling heeft. Men hoefde geen rekening te houden met al bestaande regionale routes. Het is een succes geworden. Ik merkte onlangs op een internationale bijeenkomst van fietsorganisaties in Polen dat Oost-Europese landen zich spiegelen aan de Zwitsers.’
Toch vindt Nijland niet dat Nederland klakkeloos de Zwitserse methode moet overnemen. ‘Nederland is een land dat zich perfect laat ontdekken op de fiets. We hebben inmiddels al meer dan 25.000 kilometer aan routes. Daar kunnen de Zwitsers niet aan tippen. Wat we wel van ze kunnen leren, is de vermarkting van het aanbod. De presentatie van het aanbod is verleidelijk, overzichtelijk en toegankelijk. Je hoeft als consument niet te zoeken, je wordt bij de hand genomen.’
Maar Nederland zit niet stil, benadrukt Nijland. ‘De Fietsideeënkaart, die een overzicht biedt van de recreatieve fietsmogelijkheden, hebben we in het Duits laten vertalen. We richten ons daarmee op Duitsers uit het Ruhrgebied die een weekendje willen fietsen. De Zwitsers hebben het op de belangrijke Duitse markt wat gemakkelijker omdat ze niets hoeven te vertalen.’

Op pad
Ik neem de proef op de som en ga met mijn vrouw en dochtertje fietsen in Zwitserland, een tocht langs de Rijn. Het is een heel gepuzzel om de juiste route te vinden. Veloland.ch geeft veel grondige en gedetailleerde informatie, en dat is ook meteen een nadeel. Er staat zoveel op dat ik het spoor bijster raak. Ik wil me eerst oriënteren en te weten komen waar ik met een kind op de aanhangfiets goed uit de voeten zou kunnen. Een beetje klimmen en dalen is geen bezwaar, maar het moet niet te lang duren.
Uiteindelijk komen we er via enige omwegen achter dat de Rijnroute wel eens geschikt voor ons zou kunnen zijn. En dan bewijst veloland.ch zijn kracht. Ik kan aan de hand van de uitgebreide informatie goed inschatten wat we fysiek aan zouden kunnen en waar we kunnen overnachten. Ook leuk: met een schuifje kun je de kaart langzaam later overvloeien tot een satellietbeeld. Nergens voor nodig, maar wel leuk om in de stemming te komen.
Ik print de lijst met overnachtingsmogelijkheden en bestel via veloland.ch een routeboekje. Via fietsvakantiewinkel.nl is het trouwens goedkoper en sneller te bestellen. Het routeboekje is al net zo grondig opgezet als de site. Er staat bijvoorbeeld in welke hoogtemeters je moet overbruggen, in beide richtingen. Dat is fijn om in te kunnen schatten hoe lang een tocht ongeveer zal duren. En als je niet wilt klimmen zijn er mogelijkheden om te smokkelen met trein, bus of stoeltjeslift. Ook dat staat netjes in het boekje. Hotels en campings ontbreken.

Disentis
De hele Zwitserse Rijnroute fietsen halen we niet in de paar dagen die we hebben. We kiezen het meest bergachtige en daarmee naar onze smaak het spannendste stuk. Per trein reizen we stroomopwaarts met de wereldberoemde Rhätische Bahn naar Disentis. De trein vertrekt – uiteraard – stipt op tijd. De conducteur is buitengewoon vriendelijk en hij vindt het niet erg dat het balkon volstaat met bepakte fietsen. Bij het station was ik even bang dat ik de bepakte fietsen, net zoals in Nederland de trap op moet duwen. Maar de Zwitsers hebben een lange hellingbaan gebouwd zodat je zonder grote inspanningen je fiets naar het juiste perron kunt rollen. Erg comfortabel.
Bij het verlaten van het station van Disentis lopen we meteen tegen de routebordjes aan. De tocht begint. De Zwitsers hebben maar geluk dat ze in zo’n prachtig land wonen. De routeplanners hebben drukke wegen vermeden en leiden ons over onverharde weggetjes. Routebordjes staan waar ze moeten staan. We zakken langzaam de Vorderrhein af  – of Rein Anteriur zoals die in het Rheto-Romaans heet. Met volle bepakking en een aanhangfiets is het goed te doen, al zijn sommige korte klimmetjes best pittig.

Modderschoenen
Het is zeker aan te bevelen om in de Rijnvallei te fietsen met indrukwekkende bergen aan weerszijden. Maar ook al is het nog zo mooi, als het de hele dag regent gaat de lol er zelfs in Zwitserland wel af. We nemen een dag rust in Castrich. De hoteleigenaar is op fietsers ingesteld en maalt er niet om dat we druipend van de regen en met moddervoeten door het hotel lopen. De fietsen mogen in de eeuwenoude schuur, die niet op slot kan. ‘Hier worden geen fietsen gestolen.’
Omdat het ’s ochtends weer regent, pakken we de trein voor een dagje in het chique Chur, waar modieuze mannen op designfietsen rondrijden. Vroeger werden hier zulke onverstaanbare Romaanse dialecten gesproken dat Duitstaligen het Churerwälsch noemden, oftewel koeterwaals.
De volgende dag is het weer droog en kunnen we de klim maken naar Versam. Onderweg hebben we een uitzicht op wat het routeboekje de Grand Canyon van Zwitserland noemt. De lovende omschrijving is terecht. Onderweg haalt een bus van de Zwitserse post ons in. Achterop is een rek gemonteerd waar fietsen in gehangen kunnen worden. Dus als je er genoeg van hebt, kun je bij de halte naast een Alpenweide gewoon de bus pakken.

Duur
Zelfs de kleinste dorpjes zijn met het openbaar vervoer prima bereikbaar. Maar dat fijn vertakte netwerk moet natuurlijk wel betaald worden. De hoge Zwitserse levenstandaard maakt een vakantie prijzig. Een voorbeeld. Verder stroomafwaarts overnachten we bij een boer in een oude stal. We liggen op stro met een laken erover. Leuk, maar niet luxe. Toch betaal je voor twee volwassenen en een kind zo’n zestig euro voor het Schlafen im Stroh. En dat is buiten het kamperen echt de allergoedkoopste overnachtingsmogelijkheid.
Een dagje een fiets huren bij Rent A Bike kost 23 euro. Als je hem bij een ander station inlevert, wordt het 28 euro. Voor ons zou een dagje fietsen dan al 84 euro kosten. En dan moet je waarschijnlijk ook nog een stukje met de trein reizen. Al met al een duur dagtochtje voor een prijsbewuste Nederlander. Nijland van het Fietsplatform: ‘Zwitserland biedt veel voorzieningen en veel luxe, maar het heeft wel zijn prijs.’