Fietsen naar 2040

Alexandra van Huffelen: “Investeren in duurzaam vervoer bespaart in de zorg”

“Een gemiddelde stadsbewoner inhaleert het equivalent van 6,5 sigaretten per dag aan vuile lucht.”

Voor Alexandra van Huffelen, directeur van het Amsterdamse vervoerbedrijf GVB, zijn fiets en ov onlosmakelijk met elkaar verbonden. En dat zal in de toekomst alleen nog maar toenemen, al zal niet iedereen meer een eigen fiets hebben.

Fietsers als onderzoeksmateriaal
Beeld-auteur: Rob Huibers

Alexandra van Huffelen is algemeen directeur van GVB en was van 2015 tot 2016 voorzitter
van de Fietsersbond.

Alexandra van Huffelen
Alexandra van Huffelen

“Wereldwijd zien we stedelijke gebieden groeien. Hier in Nederland is dat niet anders: de Randstad wordt groter en groter. We zien daar ook een groei in de mobiliteit. Daarbuiten, in de periferie, zien we krimp. Zowel de stad als het platteland zijn, kortom, sterk aan het veranderen. En dus verandert ook de mobiliteitsvraag. Daar komt ook nog bij dat we anders met onze spullen omgaan. Traditioneel heeft iedereen een eigen auto en een eigen fiets. Maar bezit is geen vanzelfsprekendheid meer.”

“Straks is het veel vanzelfsprekender dat we kiezen tussen modaliteiten. Mensen gaan dan echt iets anders kiezen. Tussen steden vindt de massa van het vervoer plaats per trein of lightrail. In steden zal er meer gekozen worden voor railgebonden ov, fietsen en lopen. Die drie versterken elkaar ook. Mensen die lopen, fietsen en het ov gebruiken wisselen die drie manieren van verplaatsen veel vaker onderling. Dit in tegenstelling tot een autobezitter: die zet de auto neer, zo vlak mogelijk bij zijn bestemming en maakt geen gebruik van andere modaliteiten. Fiets, ov en lopen zijn ook veel efficiënter voor de stedelijke omgeving. Het is beter voor de ruimte en voor de luchtkwaliteit. In stadscentra gaan steeds grotere gebieden ontstaan die autovrij zullen zijn. Hoogstens met een automatische deelauto zal je er nog kunnen komen. De fiets zal in de stad met stip op één het meest populaire vervoermiddel zijn. En die wordt ook steeds vaker gemaakt van duurzame materialen; ook nog een pluspunt.”

Vraaggestuurd

“Op het platteland zal het ov niet verdwijnen, maar wordt het veel vraaggestuurder. Je roept een deelauto op met je app, die haalt je op en brengt je naar je bestemming of het dichtstbijzijnde knooppunt waar je verder kunt op een lijn met veel vraag en aanbod. Maar ook deel fietsen, e-bikes en speed pedelecs zullen een deel van het aanbod zijn. Mensen zullen daarmee steeds grotere afstanden kunnen afleggen. Al dan niet automatische deelauto’s komen er ook, voor degenen die niet goed ter been zijn of net voor die ene keer dat je veel bagage bij je hebt. De klassieke ov-bedrijven zullen daar een rol in spelen. Die zorgen voor voldoende voertuigen. Zij zijn de experts als het gaat om personenvervoer en gaan ook steeds meer slimme samenwerkingsverbanden aan in de keten.”

1 miljard

“Maar die ontwikkeling gaat niet vanzelf. We moeten daar samen de schouders onder zetten. De overheid moet er bijvoorbeeld in investeren. Het huidige budget is niet eens voldoende om de infrastructuur die we nu al hebben op niveau te houden. We hebben met de Mobiliteitsalliantie de handen ineen geslagen; van ov-bedrijven en de Fietsersbond tot de automobielsector. We hebben minstens 1 miljard euro extra per jaar nodig om de bereikbaarheid van Nederland te verzekeren. Anders loopt alles vast. Je ziet het bij ons in Amsterdam al. Op de Overtoom, maar ook op andere plekken hier in de stad staan fietsfiles. Op de snelwegen is het eveneens aansluiten en mensen moeten staan in de trein.”

Bijeenkomst

Op de bijeenkomst Toekomst van de Fiets op 16 januari in Utrecht wordt Fietsstad 2018 bekend gemaakt. Daarnaast zijn er veel interessante sprekers over de toekomst van de Nederlandse mobiliteit.

Verduurzamen

“We besteden 70 miljard euro per jaar aan de zorg. Terwijl investeren in duurzaam vervoer ook besparingen in diezelfde zorg oplevert. Fietsen is natuurlijk gezond, zowel voor jezelf als voor je omgeving. Maar ook de verduurzaming van bussen levert het nodige op. Met de elektrificatie van alleen maar een deel van onze busvloot zorgen we ervoor dat de lucht een stuk schoner wordt. Een gemiddelde stadsbewoner inhaleert het equivalent van 6,5 sigaretten per dag aan vuile lucht. En dan hebben we het nog niet eens over die fietser die net naast die bus op straat staat.”

Naadloos overstappen

“Grote winst zit in stations. Die moeten nog meer naadloos overstappen faciliteren. Met betere stallingen voor fietsers en goede reisinformatie. Daarvoor is niet alleen geld nodig, maar ook goede samenwerking tussen Rijk, lagere overheden en vervoerders. Deelfietssystemen moeten niet alleen aansluiten bij NS-stations, maar ook bij metrostations bijvoorbeeld. Anders nemen mensen hun eigen fiets de metro in. Dat leidt tot onveilige situaties en het neemt nog onnodig veel ruimte in ook. Dat betekent voor ons weer langere treinen en dus duurder ov. De opmars van de deelfiets zal ook betekenen dat we minder hoeven te investeren in stallingen. Maar we moeten wel over onze grenzen heen durven kijken om die ambities te realiseren.”

Categorieën