Britse fietsimmigrant over Nederland

‘Nederlanders zijn onwetend over wat er is bereikt’

DavidHembrowFietsgoeroe_01

Overal in de wereld zijn steden op zoek naar manieren om mensen aan het fietsen te krijgen. Nederland heeft het antwoord, zegt de Brit David Hembrow die naar Nederland emigreerde om hier te kunnen fietsen. ‘Je moet perfecte fietsinfrastructuur bouwen.’

Buitenlanders vragen zich altijd af waarom Nederlanders toch zo graag fietsen. Er komen altijd verklaringen als: Nederland is vlak, het klimaat is gunstig, de steden zijn er geschikt voor en het sobere vervoermiddel zou goed bij de calvinistische volksaard passen.Volgens de Brit David Hembrow, die naar Nederland is verhuisd omwille van het fietsen, zijn dat allemaal maar bijzaken. Culturele factoren zullen zeker een rol spelen, zegt Hembrow.  ‘Maar de lessen die je van Nederland zou kunnen leren, is dat mensen gaan fietsen als je perfecte infrastructuur bouwt. Kijk naar de migranten in Nederland. Het fietsgebruik onder Turken is negen procent. In Turkije is dat vrijwel nul procent. Maar door ze bloot te stellen aan goede fietsinfrastructuur gaat negen procent van alle ritjes per fiets. Vergelijk dat met België waar het fietsgebruik op acht procent blijft steken.’

Geschiedenis
Hembrow praat in zijn jaren zeventig huis in Assen vol vuur over de Nederlandse fietsverworvenheden. Hij weet alles over de inrichting van kruispunten, richtlijnen voor fietspaden, 30 kilometer gebieden, Vinexwijken en de Nederlandse fietsgeschiedenis. Onze fietsgeschiedenis is belangrijk voor Hembrow. Want daaruit kun je leren dat het hoge Nederlandse fietsgebruik niet toevallig is. Hembrow laat mij een boekje zien dat hij heeft gemaakt voor de fietsstudietours die hij aanbiedt aan buitenlandse geïnteresseerden.
In het boekje staan foto’s van Assense straten uit de jaren zeventig die uitpuilen van auto’s en vrachtwagens. Toen vond iedereen het heel gewoon dat je met de auto overal mocht rijden en dat je naar hartenlust kon parkeren in winkelstraten. En vrachtwagens bulderden dwars door het oude centrum. Naast de oude kiekjes plaatst Hembrow foto’s van hoe het nu is. Doorgaand autoverkeer is uitgebannen en je kunt aangenaam fietsen. ‘Overal in Nederland is dit gebeurd en je zou het ook in andere landen kunnen doen. De Nederlanders weten eigenlijk niet dat ze iets heel bijzonders hebben.’

Cult following
Hembrow blogt over het Nederlandse fietsbeleid. En daarmee heeft hij, zoals een Britse journalist opmerkte, een ‘cult following’ gekregen onder fietsactivisten. ‘Sommige mensen in de VS denken dat Assen de fietshoofdstad van Nederland is. Dat is omdat ik hier toevallig woon en er over schrijf. Maar zoals ik al zei: Assen is niets bijzonders, er zijn veel steden in Nederland zoals Assen. Wat mij zorgen baart, is dat sommigen naar aanleiding van mijn blog overwegen naar Assen te emigreren. Zo’n emigratie is niet iets wat je lichtvaardig moet opvatten. De eerste jaren zijn zwaar geweest voor ons, de taal is echt moeilijk te leren.’

Fietsvluchteling
Hembrow besloot naar Nederland te emigreren toen een Britse vriend in Eindhoven hem vertelde over de geweldige fietsvoorzieningen. Hembrow die al jarenlang naast zijn werk fietsactvist was, wist eigenlijk weinig over Nederland. Een bezoek opende zijn ogen. ‘Ik zag een brug waarvan twee derde deel van de ruimte bestemd was voor de fiets en het resterende derde deel voor auto’s. Dat vond ik geweldig.’

Strijd tegen fietspaden
Gaandeweg raakte Hembrow zelfs enthousiast over fietspaden, een omstreden onderwerp onder Britse fietsactivisten. ‘In het verleden waren fietsers in Groot-Brittannië altijd tegen fietspaden omdat ze bang waren daarmee hun recht op fietsen op de weg kwijt te raken. Maar nu hebben ze alles verloren. Op veel wegen is het veel te gevaarlijk om te fietsen vanwege al het verkeer en er zijn bijna geen fietspaden. Dus de meeste mensen gaan niet fietsen. Het is gewoon te gevaarlijk. Ik was verbaasd toen ik op een Nederlands meldpunt een klacht las van een fietser die na een storm vroeg wanneer de omgewaaide bomen die langs het fietspad stonden vervangen zouden worden. Hij vond het vervelend dat er een paar misten. Ik woonde toen nog  in Engeland en dacht ‘these are first world problems’. Hij klaagt over ontbrekende bomen, terwijl ik elke dag bijna wordt doodgereden.’

Gelukkigste kinderen
Zes jaar geleden besloot hij met zijn gezin naar Nederland te emigreren. ‘We hadden eigenlijk veel eerder moeten gaan. UNICEF stelt dat Nederlandse kinderen de gelukkigste ter wereld zijn. De vrijheid en de veiligheid is enorm in Nederland en dat maakt kinderen gelukkig.’
‘Nederlanders zijn goed in ruimtelijke ordening. Ik heb de beleidsdocumenten van een Vinexwijk in Assen doorgenomen. Daarin staat tweederde van de kinderen veilig zelfstandig naar school moeten kunnen fietsen. Ook is er veel water omdat mensen dat prettig vinden, en daar zijn dan weer fietsbruggetjes voor nodig. Ik denk dat je nergens in Europa zulke goede en aantrekkelijke nieuwbouwwijken kunt vinden. En het vreemde is, de Nederlanders zijn totaal onwetend over wat er is bereikt.’

Veilig
‘Mijn buurvrouw is in de tachtig en gaat zelf op de fiets boodschappen doen. Dat toont aan hoe veilig het is. Het is overal in Nederland zo. Maar Nederlanders nemen het niet meer waar. En daarin schuilt een gevaar. Vanaf de jaren zeventig hebben ambtenaren en planners geweldig werk verricht. Die mensen zijn met pensioen of al overleden. Ik ben bang dat wat nog steeds goed werkt – fietspaden en veilige woonwijken aanleggen – wordt vergeten. Het is niet sexy. Een wethouder vindt een mooie fietsbrug veel interessanter dan fietspaden asfalteren.’
En juist die jarenlange investeringen in goede fietsvoorzieningen hebben Nederland op het huidige hoge fietsniveau gebracht. Dat is precies wat Hembrow tijdens de studietours wil laten zien. De deelnemers zijn city planners, studenten, wetenschappers en fietsactivisten en komen onder andere uit Noorwegen, Litouwen, Groot-Brittannië en Australië.

Study Tours
‘Wanneer buitenlanders worden rondgeleid gaan ze per busje langs prachtige bouwwerken, zoals de Nesciobrug in Amsterdam. Die brug is flashy en lovely, maar niet echt belangrijk. Opmerkelijk is dat ik op 200 meter van mijn huis twee hoofdfietsroutes heb. Ik doe geen ritten met een busje en ook geen PowerPointpresentatie. Ik laat tijdens een driedaagse studietour op de fiets zien dat je gewoon overal heen kunt fietsen. Van het oude centrum, tot een jaren vijftig, een jaren zeventig wijk en een nieuwbouwwijk. Pas na een paar dagen valt het kwartje bij de deelnemers en dringt het tot ze door dat het niet om een paar stukjes gaat, maar dat je overal goed kunt fietsen en dat ouderen en kinderen daarom veilig op pad kunnen. Ik deed die tours al toen we nog niet in Assen woonden. Op de ferry terug naar Engeland hadden city planners het er al over om het idee van Nederland over te nemen, maar om het dan simpeler en goedkoper te maken. Dan mis je de essentie. Je moet het goed doen, anders werkt het niet. Een verschil is ook dat de Nederlandse ambtenaren zelf ook fietsen. Zij weten uit eigen ervaring hoe het moet. Als ze het niet goed doen, worden ze er door hun familie of vrienden op aan gesproken.’

Categorieën