Brussel internationale hoofdstad van fietsers

Zo’n duizend fietsers en fietsdeskundigen uit 52 landen bezochten van 11 tot 15 mei de tweejaarlijkse Velo-cityconferentie, die dit jaar in Brussel gehouden werd. Ik vertegenwoordigde er de Fietsersbond en voor mij was het de eerste keer dat ik dit grootse internationale fietscongres bijwoonde.
Gedurende vier dagen kon je van de ene na de andere presentatie over fietsbeleid gaan, alle onderwerpen die met fietsen te maken hebben kwamen aan de orde, van infrastructuur tot marketing. Hoofdthema was Re-cycling cities: in de steden zijn er gezien het ruimtegebrek, de klimaatcrisis en toenemende gezondheidsproblemen enormen kansen voor de fiets. Op de conferentie kwam ondubbelzinnig naar voren dat steden over de hele wereld deze potentie aan het ontdekken zijn, als het snelste, schoonste en goedkoopste stedelijk transportmiddel voor de toekomst.

Vanuit de Fietsersbond leverden we een forse inhoudelijke bijdrage aan de conferentie. Henk Hendriks gaf een presentatie over ons project Wijken voor de Fiets en het belang om in de ruimtelijke ordening vanaf het begin te kiezen voor een fietsvriendelijke infrastructuur en inrichting. Theo Zeegers gaf een zeer goed ontvangen analyse van het begrip Shared Space en de relatie met Duurzaam Veilig. Theo’s conclusie over Shared Space: voor zover het goed is niet vernieuwend en voor zover het vernieuwend is niet goed. Zelf vertelde ik namens de Stichting Fietsparkeur over ontstaan en ontwikkeling van Fietsparkeur, ook voor andere landen kan een keurmerk voor fietsparkeersystemen een interessante optie zijn. Op een aparte workshop buiten het hoofdprogramma om was er een presentatie van de resultaten van het internationale Vector-project over luchtkwaliteit en vervuiling waaraan fietsers worden blootgesteld. Frank Borgman voerde daar het woord namens de Fietsersbond en directeur Hugo van der Steenhoven zat deze sessie voor.

Het meest spectaculaire onderdeel van de conferentie was op donderdagmiddag, toen een ongekende wolkbreuk leidde tot een regenbombardement op de congreslocatie Tours en Taxi’s. Na meer dan een uur hield het dak het niet meer en begon het overal binnen te regenen, in de eerste plaats boven de centrale beamer. De elektriciteit moest eraf, aan de lopende workshops moest een snel einde worden gemaakt en de laatste worskhops van de donderdag werden geimproviseerd gehouden in verschillende hoeken van het gebouw die droog waren gebleven. Gelukkig voor de organisatie (en de deelnemers) stortte het dak niet in en was dit het laatste congresonderdeel op deze locatie.

Virjdag werd het congres afgesloten in het Europees Parlement en mochten de congresdeelnemers in de zetels van het Europarlement plaatsnemen. Centraal stond de ondertekening van het Charter van Brussel, waarin onder meer het streven naar een fietsaandeel van 15% in de modal share wordt uitgesproken en het verhogen van het fietsaandeel in plaatsen waar die 15% al gehaald is. Vanuit Nederland zijn Houten en Brabantstad (de Brabantse stedenrij) ondertekenaars. Grote trekkers zijn Brussel, Kopenhagen en Sevilla. In het Charter wordt ook gevraagd om een Europese Bicycle Officer in de Europese Commissie, meer geld voor Europees fietsbeleid en om een interparlementaire fietsgroep in het Europese Parlement. Vice-voorzitter Kallas van de Commissie ondertekende het Charter en namens commissaris Tajani werd de komst van de fietsambtenaar en van meer geld voor de fiets toegezegd. Voor de organisatoren van de European Cyclists’ Federation (ECF) eindigde Velo-city zo met een klinkend lobbyresultaat.

Volgend jaar juni is al weer een nieuwe Velo-city in Kopenhagen, als follow-up van de klimaattop van december. De rol van de fiets in het aanpakken van de klimaatcrisis zal dan het hoofdthema zijn.

Wat ik opvallend vond was dat andere landen vaak veel meer dan Nederland aan marketing en promotie van fietsbeleid doen. Tijdens de conferentie waren er interessante voorbeelden te zien uit Duitse steden, Gent en Odense. In die laatste (Deense) plaats is het fietsaandeel dat al hoog was fors gestegen door een grote marketingcampagne. Nederland lijkt wat dit betreft te leiden aan de wet van de remmende voorsprong, tevreden te zijn met wat we hebben en weinig ambitie uit te stralen. Dit in tegenstelling tot dat andere fietsland, Denemarken: Kopenhagen spreekt onomwonden uit van een fietsaandeel van 35 naar 50% te willen groeien. Deense steden presenteeerden tijdens de conferentie samen met onze zusterorganisatie DCF de eerste fietsambassade van de wereld, een ambassade die fietskennis over de hele wereld wil verspreiden. De conferentie werd besloten met een flitsende promofilm van Kopenhagen als fietsstad. Wanneer ziet Nederland in welke unieke kans het heeft om met onze fietscultuur en -kennis veel meer aan de weg te timmeren in binnen- en buitenland?

Wim Bot, Fietsersbond

Link: www.velo-city2009.com

Categorieën