Capaciteitsproblemen stationsstallingen steeds groter

In Ketting 188 van december 2007 schreven wij dat er minstens 20 miljoen euro extra nodig zou zijn voor het fietsparkeren bij stations. Inmiddels blijkt die schatting veel te laag te zijn.

In totaal 150.000 extra plekken nodig

In april kwam de langverwachte Monitor Fietsenstallingen 2007 van ProRail uit. Van de 360 onderzochte onbeveiligde stallingslocaties hebben er 198 (55%) een absoluut capaciteitstekort. Nog eens 85 locaties (24%) hebben als gevolg van een hoge bezettingsgraad onvoldoende comfort en flexibiliteit. Bij de 254 stations met kluizen is het beeld minder slecht: bij 79% hebben de kluizen voldoende capaciteit. Van de collectief bewaakte stallingen hadden er 5 een bezettingsgraad van meer dan 90% op de drukste dag.

Cijfers
Op basis van deze tellingen komen we uit op een tekort van zo’n 65.000 plekken. ProRail zelf heeft samen met de NS prognoses gemaakt voor 2010. Daarin is de door de regering gewenste groei van het spoor met 5% per jaar en de groei van het aandeel van de fiets in het voor- en natransport verwerkt. Op basis daarvan komt ProRail uit op een tekort van 95.500 plekken, wat op 300 stations tot knelpunten leidt. De cijfers van de tellingen per station plus de prognoses voor 2010 zijn te raadplegen op de Kettingkast.

Daarbij moet worden bedacht, dat een tiental grotere stations om uiteenlopende redenen niet eens in de monitor zitten (Amsterdam Centraal en Zuid, Rotterdam Centraal, Den Haag Centraal, Utrecht Centraal, Arnhem, Breda en Nijmegen). Op deze locaties is het tekort gezamenlijk ook zo’n kleine 30.000 plaatsen. Voeg daarbij nog de 14.000 stallingen op 22 stations die Prorail door slordigheid of telproblemen vergeten is, dan komt het totale huidige tekort op zo’n 110.000. Met uitzondering van Nijmegen vallen de met name genoemde stations formeel niet onder het programma Ruimte voor de Fiets, maar het tekort wordt daar ter plaatse niet minder om. Ook bij de prognoses voor 2010 ontbreken de voorspellingen voor deze stations. Voeg je die erbij, dan is de behoefte aan extra onbewaakte fietsparkeerplaatsen over het hele land zeker 150.000.

Om die tekorten weg te werken is de 20 miljoen euro die door de minister werd vrijgemaakt in het Actieplan Groei op het spoor uiteraard welkom en noodzakelijk. ProRail zet daarnaast in op het frequenter en consequenter verwijderen van wrakken en weesfietsen, betere afspraken met verschillende partners en het toepassen van innovatieve concepten op ‘moeilijke’ locaties. Ook wil men de kwaliteit van de oudere bewaakte stallingen verhogen – en daardoor het gebruik verhogen – door de houten bovenrekken te vervangen door uitschuifbare exemplaren; verder zal de hart-op-hartafstand naar 40 centimeter gaan, zodat fietsen makkelijker gestald kunnen worden. Om een en ander daadwerkelijk aan te kunnen pakken rekent ProRail op cofinanciering van met name gemeenten.

Kamervragen
De Tweede-Kamerleden Wijnand Duyvendak van GroenLinks en Emile Roemer van de SP hebben onmiddellijk na het bekend worden van het nieuws Kamervragen gesteld. Inmiddels heeft staatssecretaris Huizinga daarop geantwoord. Zij erkent dat het tekort in 2010 ruim 90.000 plaatsen zal bedragen (plus de tekorten bij een aantal grote stations) en zegt dat er 90 miljoen euro nodig is om het tekort weg te werken. Door het Rijk zou daarvan nu de helft zijn gereserveerd, de andere helft zou van decentrale overheden moeten komen – en is er dus nog niet. De staatssecretaris kondigt aan met een vervolg op Ruimte voor de Fiets te komen, met cofinanciering en maatwerkoplossingen per gemeente als uitgangspunt. Over bedragen wil zij zich verder niet uitspreken.

Inzet Fietsersbond
Bij de begrotingsbehandeling najaar 2007 zei staatssecretaris Huizinga dat als bij het bekend worden van de cijfers zou blijken dat er meer dan 20.000 extra plaatsen nodig zouden zijn, zij met een nieuw voorstel zou komen, ‘waar vanzelfsprekend geld bij komt’. De Fietsersbond vindt dat dit moment nu gekomen is, immers:

  • de tekorten lopen alleen maar verder op, niet alle stations zijn verwerkt in de tellingen;
  • keer op keer blijkt dat investeren in kwalitatief goede voorzieningen ook weer tot extra vraag leidt;
  • de cofinanciering is niet meer dan een beleidsvoornemen en dus niet goed geregeld;
  • er is geen geld voor de kwaliteitsslag in de bewaakte stallingen.

Conclusie
Op basis van een eigen telling komt de Fietsersbond uit op het volgende rekensommetje. Voor het wegwerken van de tekorten, oplossingen voor moeilijke locaties, een kwaliteitsimpuls in de bewaakte stallingen en een betere aanpak van weesfietsen is in totaal 123 miljoen aan <cursief> extra <einde cursief> middelen nodig, waarvan meer dan de helft door cofinanciering gedekt zou moeten worden. Bovenop dat bedrag zouden dan nog de tekorten komen bij de stations die niet meegenomen zijn in de tellingen en prognoses en waarvoor geen andere financiering is geregeld. De Fietsersbond zal bij de staatssecretaris dan ook met klem aandringen op meer middelen voor fietsparkeren.

Wim Bot en Theo Zeegers, juni 2008

Categorieën