Direct naar inhoud

De onbereikbare fietsenstalling

Er komen steeds meer ondergrondse fietsenstallingen. Prachtig, maar de trappen zijn voor sommige fietsers een niet te nemen hindernis. Wat gaat er mis? Toegankelijkheid is ‘weggevallen in de afweging met andere belangen’, schrijven de ambtenaren.   

Eén keer probeerde Marian Verhagen de ondergrondse fietsenstalling op de Heuvel in Tilburg. Maar dat was niet voor herhaling vatbaar. Wat is er mis? Marian heeft een handbike. En dat was wel heel uitdagend om daarmee op de rolband naar beneden te gaan. Marian: ‘Gelukkig was mijn dochter erbij; die heeft als een soort contragewicht aan mij gehangen. En zo is het goed gegaan.’ Voortaan gaat Marian met de auto naar de stad.

'Veel nieuwe stallingen zijn niet toegankelijk'

Saar Muller, actief lid van de Fietsersbond, probeerde twee jaar geleden de nieuwe stalling onder het Beursplein in Amsterdam uit. ‘Daar kwam ik niet meer uit!’ Naar beneden met fiets in het gootje lukte nog wel, maar omhoog niet. Ze had er eenvoudigweg niet de kracht voor. Muller (68): ‘De Beurspleinstalling heeft een erg lange trap. Ik bleef halverwege gewoon steken. Dat opende mij de ogen. Veel nieuwe stallingen zijn niet toegankelijk voor mensen met een handicap en mensen die minder sterk zijn, zoals ouderen.’
Gemeenten bouwen fietsenstallingen om de fietsenchaos op straat te bestrijden. Fijn voor voetgangers en voor mensen met een handicap die dan niet door de fietsen hoeven te slalommen.

Belang toegankelijkheid ‘weggevallen’

Maar dit beleid heeft een keerzijde. Het ene toegankelijkheidsprobleem wordt minder, maar ‘een nieuw toegankelijkheidsprobleem’ ontstaat, aldus het Amsterdamse gemeenteraadslid Bert Vroege. Het bestuur was het trouwens met die kwalificatie eens. De gemeente maakte een overzicht waaruit bleek dat van elf recente stallingen er maar drie goed toegankelijk waren, twee waren ronduit slecht en de rest zat ertussenin.
De nieuwe Beurspleinstalling (met de score ‘slecht’) kreeg geen lift of tapis roulant (een vlakke roltrap) omdat men geen bouwwerken op het Beursplein wilde. In beleidstaal: het belang van toegankelijkheid was ‘weggevallen in de afweging met andere belangen (…) waarbij de belangrijkste oorzaken de stedenbouwkundige kwaliteit en de verblijfskwaliteit zijn.’ Als oplossing zijn er nu zes bovengrondse ‘gehandicaptenvakken’ ingericht. Voor Saar Muller geen oplossing, want zij is officieel geen gehandicapte.

Gloednieuwe Utrechtse stalling ontoegankelijk voor fietsers met beperking

Ook Utrecht bouwt nijver nieuwe stallingen. De jongste aanwinst: een grote fietsenkelder midden in de stad. Na een jarenlange renovatie van het oude monumentale postkantoor opende daar vorig jaar de centrale bibliotheek de deuren. De gloednieuwe stalling van de bibliotheek op de Neude is alleen toegankelijk via een trap. Op het plein zelf mag je je fiets niet meer neerzetten, behalve in een paar fietsvakken.
Jolanda* heeft een spierziekte en daardoor minder kracht. Een steile trap durft ze niet af, laat staan dat ze de kracht heeft om weer boven te komen. ‘Ik ga vaak naar de bibliotheek; vóór corona toch wel één keer per week. Toen ik die stalling zag, ben ik echt boos geworden.’
Het Stedelijk Overleg Lichamelijk Gehandicapten Utrecht (SOLGU) trok bij de gemeente aan de bel. Inmiddels is er bij de ingang plek voor twee fietsen vrijgemaakt. Ambtenaren studeren nog op iets om je fiets aan vast te maken. Twee plekken is wel weinig, vindt men bij het SOLGU.

'Architecten denken dat fietsers geen beperkingen hebben'

Maar wat hun vooral dwarszit is dat het wéér een oplossing achteraf is. Job Haug van het SOLGU: ‘Wij willen dat er inclusief wordt gebouwd. Nederland heeft in 2016 het VN-Verdrag Handicap getekend. Ze zijn het dus verplicht. Het verdrag stelt dat mensen met beperkingen niet mogen worden buitengesloten. We missen de bereidheid om inclusief te denken en dat zie je ook bij de bouw van ondergrondse stallingen. Waarom zorg je niet dat er gelijkvloers plaats is voor een aantal fietsen? Waarom niet meteen nadenken? De realiteit is dat opdrachtgevers en architecten denken dat fietsers geen beperkingen hebben en allemaal gezonde jonge mensen zijn in de kracht van hun leven. Elke opmerking over problemen die mensen met beperkingen ondervinden wordt gewoon genegeerd. Dat geldt ook in hoge mate voor de NS-stallingen.’

Haug vindt daarom het paradepaardje van Utrecht bepaald geen goed voorbeeld. ‘De grootste fietsenstalling van de wereld is volledig ongeschikt voor mensen met beperkingen! Het ontbreken van liften en de aanwezigheid van lange, steile hellingen maakt de fietsenstalling onbruikbaar en onvriendelijk.’

'Kortzichtig om nu stallingen te bouwen die niet toegankelijk zijn’

Peter van Bekkum van de Utrechtse Fietsersbond begrijpt de woede, maar wil toch ook kwijt dat hij blij is met stallingen zoals die op de Neude. ‘Ook in De Planeet aan de Lange Viestraat komt een stalling. Dat zijn heel centrale plekken. Het is bewaakt, gratis en 24/7 te gebruiken. We tellen onze zegeningen. We begrijpen ook de afweging van de gemeente dat je op die centrale plek niet gelijkvloers zoveel ruimte aan geparkeerde fietsen kan besteden.’
De Fietsersbond krijgt geregeld opmerkingen van leden over toegankelijkheid. ‘Van de week had ik contact met een mevrouw die een dochter heeft met een driewielfiets. Die dochter, inmiddels achttien jaar, kan wel een stukje lopen, maar niet al te ver. Zij wil vanwege haar handicap graag voor de deur van een winkel of een café kunnen stallen. Er zijn prachtige ondergrondse stallingsvoorzieningen gebouwd, maar die zijn voor haar onbruikbaar. Zij zegt: ik kom de trap niet af.’ Van Bekkum pleit daarom voor de mogelijkheid om in het hele winkelgebied op straat te parkeren. ‘Ook voor de grote groep ouderen die niet in aanmerking komen voor een gehandicaptenpasje, maar geen einden kunnen lopen. En bijvoorbeeld voor zwangere vrouwen.’
‘Je hebt eigenlijk drie groepen’, zegt Saar Muller van de Amsterdamse Fietsersbond. ‘Jong en fit, gehandicapten die vaak een driewieler of een handbike hebben, en daarnaast – en dat is een heel grote groep ‒ mensen, vaak ouderen, die minder kracht hebben. En voor hen wordt het probleem alleen maar groter, ook in combinatie met de e-bike. E-bikes zijn zwaarder, dus dat is veel lastiger om die op een gootje omhoog te duwen of op een roltrap in bedwang te houden. Dus het is heel kortzichtig om nu allemaal stallingen te bouwen die niet toegankelijk zijn.’

Goede gelijkvloerse stallingen

Nu zijn er ook voorbeelden van stallingen die wél voldoen en voor iedereen toegankelijk zijn. Jolanda in Utrecht maakt voor iedereen die het maar wil horen reclame voor de stalling in de Zadelstraat, met plekken voor gehandicapten dicht bij de ingang en behulpzaam personeel.

In Leeuwarden heb je stallingen die toegankelijk zijn vanaf de stoep. Pauline Everts van de werkgroep Toegankelijk Leeuwarden roemt de stallingen op het Zaailand en in de Sint Jacobsstraat, want die zijn prima te doen met haar driewielligfiets. Dergelijke stallingen zijn vaak duurder. Maar bestaande stallingen achteraf repareren is ook lastig en duur. Beter is van tevoren nadenken over toegankelijkheid. Is het kwartje aan het vallen?
Herbert Tiemens van de gemeente Utrecht geeft aan dat geld vaak het probleem is. ‘Budgetramingen dateren vaak nog van voor de periode waarin we ons bewust werden van de implicaties van het VN-verdrag Handicap.’ Op de Neude is het misgegaan. De stalling in aanbouw in de Lange Viestraat zal niet beter worden. De lift sneuvelde vanwege het geld. Maar voor de ‘nieuw te ontwikkelen stallingen in de MerwedeKanaalzone en Leidsche Rijn Centrum is toegankelijkheid nadrukkelijk een aandachtspunt’, aldus Tiemens.
Ook Amsterdam belooft beterschap. De gemeente heeft voor de toegankelijkheidsproblemen Saar Muller en Ben Diepstraten van de Fietsersbond betrokken bij het nieuwe ‘beleidskader fietsparkeren’. Ook onderzoekt Amsterdam of nieuwe stallingen alsnog aangepast kunnen worden.

Jolanda:
‘Ik heb een spierziekte, waardoor ik op een e-bike rij en die krijg ik dus in veel stallingen in Utrecht niet die trap op. Bijvoorbeeld de stalling op het Vredenburg; dat is een soort afgrond, een steile trap naar beneden. Dat lukt mij dus niet. Daar heb ik de kracht niet voor. Qua balans is het ook lastig. Ik zou bij zo’n trap liefst de leuning willen vasthouden, maar je kunt niet zowel de leuning als je fiets vasthouden. Ik ben een echte fietser. Vroeger zat ik ook op de racefiets.

Mijn e-bike is mijn mobiliteit, mijn boodschappenwagen. Ik ga ermee naar vrienden; ja het is echt mijn vervoer. Ik kan nog wel lopen, maar niet hele einden, zeker niet met boodschappen. Het voetgangersgebied is uitgebreid. En dat is voor sommige mensen echt heel lastig. Dat zijn dingen waar niet over nagedacht is. Ik heb nu een plaatje ‒ een schildje noemt de gemeente dat ‒ op mijn fiets en daarmee mag ik wél door voetgangersgebied fietsen of er stallen. Dat kan ik dan laten zien aan de stadswachten. En als ik bij het station of het stadskantoor moet zijn, parkeer ik tegenwoordig toch meestal bij de stalling in de Zadelstraat. Dan moet ik wel een aardig eindje lopen, maar dan rust ik onderweg even. Bij de stalling aan de Jaarbeurszijde van het station is wel een lift, maar die is vaak defect.’

*De achternaam van Jolanda is bij de redactie bekend.

Saar Muller (68):
‘Ik ben hier tweeënhalf jaar geleden aandacht voor gaan vragen. Als Fietsersbond krijgen we hier best veel klachten over. Niet alleen over de toegang, maar ook over hoog-laagrekken. Als de benedenrekken vol zijn, heb je pech gehad. Ik ben niet sterk genoeg om mijn fiets in een bovenrek te zetten en een heleboel mensen lukt dat niet. Wat moet je dan? De stalling uit? Weer omhoog en buiten een plekje zoeken? Er is vaak niet over nagedacht.’
‘Bij de nieuwe stalling op het Rokin is een heel steile trap. Echt een gemiste kans. Als je de voetgangersingang wat zou hebben aangepast ‒ daar zitten nu drie treden ‒ zou je een toegang hebben tot een lift. Dat is puur dom. Het laat zien dat dit totaal niet in de denkwereld zit van opdrachtgevers en ontwerpers. Bij het Centraal Station worden peperdure stallingen gebouwd, in totaal vijf. Maar slechts twee van de vijf stallingen zijn toegankelijk, en geen enkele aan de westzijde.

‘Een uitstekend toegankelijke stalling vind ik de fietsflat. Het geheim zit in de lage verdiepingen, waardoor er geen hoog-laagrekken zijn. Dit is voor bijna iedereen goed te gebruiken en er kunnen toch heel veel fietsen in. Deze constructie zou ook in een ondergrondse stalling gebruikt kunnen worden. Ik vind dat er meer aandacht moet komen voor die tussengroep, tussen jong en fit en gehandicapt in. Ook in combinatie met het ov. Ik kan op een dag niet zo heel veel lopen. Als ik met fiets en trein naar mijn zusje in Utrecht wil, moet ik zeshonderd meter lopen van de stalling naar het perron, en in Utrecht weer zeshonderd meter naar de OV-fiets. Met vier keer zeshonderd meter op een dag zit ik aan mijn taks. Ook dat gaat over toegankelijkheid.’

Ontoegankelijke stalling? Laat het ons weten!

Hoe is het in jouw gemeente? We zijn benieuwd naar jouw ervaringen. Mail naar: [email protected]

Speerpunt Fietsersbond: Iedereen moet veilig op de fiets kunnen stappen. Opkomen voor de meest kwetsbare fietsers staat bij de Fietsersbond voorop. Zo staat het in onze Fietsvisie 2040: ‘De Fietsersbond staat voor inclusieve en duurzame mobiliteit voor iedereen. Jong en oud moet zelfstandig, veilig en comfortabel op pad kunnen gaan. Dit houdt ook in dat de Fietsersbond altijd de belangen van de meest kwetsbare fietsers (kinderen, ouderen, mensen met een beperking) vooropstelt. De Fietsersbond is immers de enige organisatie die deze belangen vertegenwoordigt.’

Help je mee?

De Fietsersbond komt op voor alle fietsers. We kunnen het niet alleen. Help je mee?

Een lijst met medewerkers

  • Karin Broer

    Freelance redacteur van de Vogelvrije Fietser

Word lid van de Fietsersbond

Steun de belangenbehartiger van fietsend Nederland en ontvang heel veel voordeel!