Dringende oproep voorzitter ledenraad Fietsersbond

‘Ga de straat op’

Dick Buursink op de ledenraad van 1 februari 2020

Dick Buursink was 12 jaar voorzitter van de Ledenraad. 1 februari 2020 nam hij afscheid en werd benoemd tot Erelid. Maar daarmee is het niet over en uit. Hij is en blijft betrokken. Om te beginnen met een dringende oproep ons wat meer op straat te begeven.

Overdenkingen bij een afscheid

Het is misschien wel een vorm van ijdelheid maar, na 12 jaar betrokkenheid als ledenraadsvoorzitter, wil ik wat waarnemingen met jullie delen. In mijn bestuurlijke carrière heb ik moeten organiseren, stimuleren, inspireren en vernieuwen. Soms gelukt, soms ook niet. De Fietsersbond is een mooi voorbeeld van een ledenvereniging die, mogelijk door de gemiddeld hoge leeftijd van de leden, de aansluiting bij de digitale wereld van nu niet adequaat lijkt te hebben geïnternaliseerd in haar functioneren. Min of meer het slachtoffer van die wat beperktere veranderingsgezindheid van de nu actieve achterban, is mijn inschatting. 

Dat is, besef ik, een nogal kritische ‘kort door de bocht’ analyse die betrokken actieve leden natuurlijk geen recht doet. Zij zetten zich, misschien soms met frisse tegenzin, in om de bestaande activiteiten van de Fietsersbond vorm te geven.  

Voor de duidelijkheid, dat moet vooral blijven gebeuren. Maar ik wil een lans breken voor een andere benadering van de ‘buitenwereld’.  Mijn zorg ontstond toe ik vorig jaar betrokken raakte bij een bijeenkomst in Utrecht waarin actieve leden mee konden denken over de toekomst van de Fietsersbond. Ik had mij vergist in de aanvangstijd. Daardoor kwam ik terecht in een discussiebijeenkomst over ditzelfde onderwerp met personeelsleden van de Fietsersbond. Ook interessant! 

Ik bracht in dat een geïnstitutionaliseerde organisatie als die van ons in principe een wat naar binnen gerichte informatie- en organisatiestructuur kent. Misschien daardoor niet het juiste instrumentarium ontwikkelen om veel mensen te enthousiasmeren. Deze medewerkers die op een redelijk hoog professioneel niveau met elkaar en hun even professionele tegenspelers in het veld overleggen, afstemmen, projecten bedenken, uitvoeren en financiering regelen kortom, binnenkamers zaken regelen. Rijks-, Provincie- en Gemeenteambtenaren, SWOV, Kennisinstituten etc., die kennen ze, net als hun werkwijze.

En, dat ze misschien wat minder grote inzet in deze ‘binnenwereld’  moesten leveren om de ‘buitenwereld’ te leren kennen.

Oei… dat viel niet in vruchtbare aarde.

De kern van het werk

Hoezeer dat ‘professionele werk’ ook belangrijk is, als dat je aandacht en energie opslokt ben je niet bezig met de kern van het werk. Die kern zou moeten zijn dat een landelijk werkende belangenorganisatie ‘macht’ ontleend aan faciliteren van een omvangrijke fiets-community, een’ beweging’, die  gekend en erkend wordt en, die door massa te maken de politiek moet imponeren.

Dit voorjaar nam ik deel aan een discussie met vertegenwoordigers van politieke partijen, vakbonden en de katholieke kerk. Instituties die lange tijd het maatschappelijk middenveld organiseerden en de regels bepaalden.

Het is opvallend om te zien dat bijna al deze ‘oude’ instituties die belangen behartigen met dezelfde problematiek kampen. Minder leden, minder betrokkenheid en een kritisch afstandelijke achterban. LTO Nederland wordt voorbij gelopen door digitaal georganiseerde boeren, onderwijsbonden ingehaald door kleinere digitaal georganiseerde schaduworganisaties, verpleging idem. Vakbonden met steeds minder leden en teruglopende mogelijkheden om echt gezaghebbend te ‘polderen’. Politieke partijen van hetzelfde laken een pak, religieuze oude stromingen die hun kerk leeg hebben zien lopen etc. Een interessante ontwikkeling.

Samenleven is in bepaalde opzichten vluchtiger geworden, met daarbij horende digitale communicatie- en actiemethoden. Snelle informatiedeling, waarbij op basis van onvrede activisten zich digitaal organiseren, initiatieven nemen om problemen te agenderen en bestuurlijk verantwoordelijken onder druk zetten. Druk zetten door met kennis van zaken aandacht te vragen en ‘massa’ te organiseren.

Valt er iets van te leren voor de Fietsersbond is de vraag?

Een schets voor een andere toekomst

Hoewel ik niet de pretentie heb te kunnen zeggen wat de toekomst brengen gaat voor een Fietsersbond, wil ik wel wat ontwikkelingen schetsen. Dat zou betekenis kunnen hebben voor de zoektocht naar een werkwijze voor een organisatie als de onze.

Geinstitutionaliseerde organisaties als de Fietsersbond werken meestal op basis van ervaring, feiten, onderbouwde wensen, statistische gegevens en communiceren met verslagen, persberichten etc.  Discussies gaan ook vaak over procedures en afspraken.

Ons soort instituties maakt zelden gebruik van de feitelijke emotie van mensen die vaak wel potentieel medestander zijn. Emotie gebaseerd op boosheid, onvrede, onveiligheid- gevoelens, zorg over kinderen of ouderen in het verkeer stuurt maatschappelijke inzet. Probleem is dat het instituut Fietsersbond in haar huidige werkwijze slechts incidenteel gebruik kan maken van deze kracht. Het instituut communiceert over het algemeen niet direct met geëmotioneerde mensen. Als dat al gebeurt is het meestal door een lokale afdeling die daarmee zo nodig een actie op poten zet. Daarmee ook vaak andere emotie en lokale kennis van belanghebbenden inzet, publiciteit organiseert, gebruikt en… zich zelf zichtbaar maakt als ondersteuner.

Voor de landelijke Fietsersbond zou het primaat van handelen als belangenbehartiger m.i. ook veel nadrukkelijker lokaal gebaseerd en georganiseerd moeten worden. Ik heb ervaren de afgelopen 12 jaren dat maar weinig afdelingen in staat zijn zich deze werkwijze structureel eigen te maken. In het ‘rondje langs de afdelingen’ heb ik vrij consequent op ervaringen vanuit afdelingen gereageerd met vragen als: de lokale pers er bij gehaald? De wethouder/Raadsleden betrokken? Resultaat gedeeld met de samenleving?

Laat kortom wel weten wat de behaalde resultaten zijn. Be good and tell it. Vaak blijkt incidenteel en onverwacht een ‘mooie’ actie te zijn ontstaan

Fietsersbond als netwerkorganisatie

Het zou interessant zijn als de Fietsersbond zich hoofdzakelijk lokaal/regionaal weet te organiseren met haar doelstellingen. Als een netwerkorganisatie. Die burgers (ook  niet-leden) stimuleert om zich samen verantwoordelijk te maken voor de inrichting van de openbare ruimt. Een meer dwingende advisering richting lokaal bestuur over de vormgeving van ‘hun leefwereld’ en m.n. de rol en positie van (langzaam) verkeersdeelnemers.

Een groep burgers die als opdracht neemt om alle in en outs en ervaringen van gewone medeburgers rond de problematiek in kaart te brengen. Op basis van de opgedane kennis, inclusief de verhalen van betrokken mensen, zou dan een gezaghebbend voorstel geformuleerd moeten worden. Ideeen waar de samenleving achter zou kunnen staan en die vervolgens door Gemeenteraad in opdrachten voor uitvoeringsplannen moet worden vertaald.

Mooi beeld, burgers, die mede op basis van emotie (die bij verhalen hoort), kennis en overtuigingskracht, samen oplossingen moeten vinden voor dilemma’s.

Digitale nieuwsbrief met knelpunten en foto's

Door de Franse denker Pierre Rosanvallon is dat het Parlement van de onzichtbaren genoemd. Niet gestuurd door ambtenaren of politici. Spannend en direct in en door de samenleving georganiseerd! De voor de hand liggende conclusie is dat deze methodiek voor onze lokale democratie een inhoudelijk betere, en daarmee gezaghebbender Gemeenteraad/Provinciale Staten oplevert. Bijkomend effect is dat burgers de Fietsersbond als hun natuurlijke deskundige partner leren kennen op dit terrein. De lokale Fietsersbond functioneert dan als gezaghebbende lokale belangenbehartiger met lokale wortels.

Een zeer belangrijk instrument om deze werkwijze mogelijk te maken is een adequaat functionerend digitaal lokaal platform. Een lokale of regionale zeer regelmatig verschijnende digitale ‘nieuwsbrief’.

Met in elke aflevering knelpunten, foto’s, resultaten, en verhalen van burgers. Gericht ook op activeren van inwoners om mee te denken over oplossingen voor knelpunten die aangedragen worden. Bijeenkomsten met gezaghebbende discussies en adequate oplossingsrichtingen die vastgelegd worden.

Ik besef dat dit een forse inzet vraagt van afdelingen van de Fietsersbond en betrokken inwoners. Nu is inzet er ook wel maar nog vaak van individuen in wijkraden, buurtwerkgroepen, bij lokale politieke partijen en actievoerende burgers. Bijna nooit ook toevallig lid van de Fietsersbond.

Afdelingen van de Fietsersbond die deze potentie weten te organiseren, te faciliteren en te bundelen, dat wordt de uitdaging. Zo’n werkwijze zou in elke provincie als experiment moeten worden opgepakt. Eerst met extra ondersteuning vanuit het bureau bij een actieve afdeling.  En dan als het werkt, uitrollen.

Dan wordt recht gedaan aan de tijdgeest waarbij burgers hun lot meer in eigen hand willen (en moeten) nemen, en wordt de Fietsersbond weer partner van de lokale samenleving. Daar liggen de wortels van ons bestaan.

Succes, en ik blijf mijn Fietsersbond volgen

Categorieën