Gebruik jij je fietsbel nog?

Fietsbel voor de sier

Naar aanleiding van een artikel in de NRC over het gebruik van fietsbellen vroegen wij fietsers: Hebben jullie ook het idee dat de fietsbel alleen nog maar voor de sier op de fiets zit? We kregen overdonderend veel reacties.

‘Bel dan even!’

Fietsbel schrikt hert en vogeltje op
Beeld-auteur: Judy Ballast

Ik vind het zelf vervelend om hem te gebruiken. Het klinkt zo dwingend en mensen schrikken er soms enorm van. Dus probeer ik het te voorkomen. Maar ik heb al een paar keer gemerkt dat mensen daar juist geërgerd door raken, als ze midden op het fietspad rijden en je er dus vrij dicht langs moet. ‘Bel dan even!’ roepen ze dan. Dus probeer ik het tegenwoordig toch maar wat vaker wel te doen. Waardoor mensen soms weer erg schrikken…
Marjolein

Bebeld door elektrische fietsers

Bellen is een daad van agressie. Gelukkig maar dat er zo weinig gebruik wordt gemaakt van de fietsbel. Bij gevaar is het zeer belangrijk om een duidelijk signaal af te geven aan de omgeving.
En ik snap ook dat als ik een beetje in gedachten over het fietspad zwalk, iemand die voorbij wil even belt. Dan schrik ik me kapot, maar dat heb ik dan verdiend. Ik had beter op moeten letten. Maar ook als ik netjes rechts fiets en iemand met een elektrische fiets op 100% wil inhalen word ik vaak bebeld. Waarom? Je kunt er toch gewoon langs? Stel je voor dat elke auto gaat toeteren als hij wil inhalen.
Zelf bel ik zo min mogelijk. Als ik mijn komst moet aankondigen, fluit ik een deuntje of zing ik een liedje. Dat is een wat vriendelijkere manier om te zeggen dat je erlangs wil. En anders rem ik, wat ook geluid maakt. Als laatste mogelijkheid heb ik de bel. Maar als ik heb gebeld, leg ik er meteen mijn hand op en bied altijd mijn excuses aan voor het harde geluid.
Frits

Bedanken

Dummiesboek met do's and don'ts voor fietsbelgebruik
Beeld-auteur: Judy Ballast

Ik ben een fietser in hart en nieren; mijn fiets is mijn auto. Ik hou van een beetje tempo, dus moet regelmatig inhalen. Ik twijfel dan niet om mijn bel te gebruiken, voor ons beider veiligheid. Maar het gebruik van de bel riep bij mij altijd een vervelend gevoel op: ‘Hé, ga eens opzij, ik moet erlangs’.
Wat ik daarom al lang doe, is even ‘dankjewel’ zeggen bij het passeren.
De reacties zijn verschillend, maar nooit negatief. Soms blijft het stil, soms een ‘OK’ en soms een vriendelijk ‘Graag gedaan, hoor’.
Ellen

De schreeuw 1

De fietsbel gebruik ik nog steeds als iemand mij niet in de gaten heeft of als ik wil inhalen. Gewoon rustig bellen, niet fanatiek. Dat werkt meestal goed. Als een echte aanrijding dreigt, schreeuw ik altijd.
Huib

De schreeuw 2

Bij plotselinge situaties geef ik meestal een schreeuw. Tegenliggers die op hun smartphone kijken en opeens zwabberend op mijn weghelft komen, plotseling overstekende voetgangers die hetzelfde doen, honden aan zo’n ‘uitlooplijn’ die plotseling het fietspad oversteken.
Henk

Explosief kuchen

Mijn ervaring in een halve eeuw fietsen is dat die fietsbel niet erg helpt. Vooral de ouderen horen je lang niet altijd aankomen en ik heb de indruk dat oudere mannen vaak wat dover zijn voor dat soort geluid dan vrouwen. Kan ook komen doordat de vrouwelijke partner wat jonger is. In ieder geval helpt het dan niet dat de man meestal aan de buitenkant fietst.
Ik ben overgestapt op kuchen. Dat is een explosief geluid wat de meesten wel horen.
Pieter

De fluiter

Ik heb er discussies over met mijn fietsmaatje. Die vindt het gebruiken van de bel maar lomp en een belsignaal te veel een soort van breekijzer.
Zijn alternatief: een deuntje gaan fluiten als je de fietsers voor je nadert.
Leuk bedacht, maar je moet dan al aardig dicht in de buurt zijn, en dat is niet plezierig voor de te passeren fietsers. En als je moe bent omdat je een stevig tempo aanhoudt, is een deuntje fluiten toch wat geforceerd, niet?
Ik begrijp hem nog steeds niet: wat is er in hemelsnaam mis met een belsignaal-op-maat, vanaf de juiste, ruime afstand, zodanig dat de fietser alle tijd heeft om aan de kant te gaan. He-le-maal niets toch?
Patrick

 

Situationeel bellen

Meerbellig stuur
Beeld-auteur: Judy Ballast

Op mijn ‘stadsfiets’ heb ik nog een gewone ouderwetse bel, duidelijk rinkelend geluid, altijd een feestje om te horen.
Op mijn randonneur heb ik een modern belletje met een ‘ping’ geluid. Dat horen mensen iets minder goed, maar het werkt ook, tenminste in het buitengebied. Voor in de stad is het te zwak.
Ireen

Vrachtwagenhoorn

Jazeker gebruik ik de fietsbel! Ik heb een Chinese rinkelbel en een kleine Plingplong-bel. Daarnaast heb ik een tweetonige (vrachtwagen)luchthoorn onder mijn fietskrat zitten. Die bedien ik met een luchtcilindertje dat ik als zwerfvuilopraper op straat heb gevonden. Ik moet namelijk voor mijn dagelijkse boodschappen langs een levensgevaarlijke wegversmalling, hier in de wijk. De wegversmalling is aangelegd om de autosnelheid eruit te halen. (Lees: fietsers worden gebruikt om de snelheid eruit te halen.) Automobilisten toeteren je graag aan de kant. Ik toeter terug!
Frank

Luchttoeter

Een man met een roeptoeter probeert ene mobiel bellende wandelaar te waarschuwen
Beeld-auteur: Judy Ballast

Omdat ik merkte dat automobilisten met de raampjes dicht de mooie fietsbel op mijn ligfiets vaak niet hoorden, heb ik ook een knijptoeter en een luchttoeter gekocht. De fietsbel gebruikte ik voor voetgangers en fietsers. De knijptoeter gebruikte ik als ik bekenden zag.
De luchttoeter gebruikte ik voor auto’s met de raampjes dicht. Deze luchttoeter had een luchtflesje dat ik na zo’n twintig keer toeteren weer moest oppompen met een fietspomp. Deze toeter klonk zo vreselijk hard dat mijn oren ervan bleven piepen, als ik de knop ervan niet snel genoeg had losgelaten. Het effect van de toeter viel echter tegen. Wanneer ik ermee naar een auto toeterde, zag ik de automobilist opschrikken en afremmen, ik zag hem nadenken en zijn ruim duizend kilogram zware auto weer verder het fietspad opsturen.
Joris

De nar met fietsbel

Fietsbellende nar schrikt koning op
Beeld-auteur: Judy Ballast

Al sinds de oudheid wordt de bel gebruikt om iets belangrijks aan te kondigen: de komst van een koning, of een heraut. Of beter: een marskramer of een nar. Want de koning en de heraut bedienden zich – of lieten zich bedienen, belangrijk als zij waren – van hoorngeschal. Daarmee dringt zich een treffende gelijkenis op. Op mijn fiets zit een bel. En ik gebruik hem. Maar wanneer dat voorkomt, zie ik mensen omkijken met een verbaasde blik in hun ogen. Je hóórt ze haast denken: ‘Wie is toch die nar, die marskramer?’
Had ik maar een auto, een voornaam rijtuig. Dan zou ik mijn hoorngeschal laten klinken, en iedereen had respect voor mij. Toch prefereer ik de fietsbel. Want als mijn medeweggebruikers niet genegen zijn plaats te maken, is er altijd wel een mogelijkheid om je erlangs te wurmen. Automobilisten wurmen niet, die schuiven gedwee aan in de file.
Zo staat de fietsbel symbool voor vrijheid. De vrijheid om je als een nar te gedragen in het verkeer, en te doen wat je wil. Je overal langs te wurmen. Of de vrijheid om niét te bellen.
Om koninklijk en statig op je stalen ros door de massa te glijden. Want op onze bestemming geraken we toch wel.
Paul

Tibetaanse klankschaal

Als ik de fietsbel wel gebruik, krijg ik vaak verwijtende blikken en opmerkingen dat ik niet zo’n haast moet hebben. Als ik de fietsbel niet gebruik, krijg ik vaak verwijtende blikken en opmerkingen over het feit of ik geen bel heb
Tegenwoordig heb ik zo’n ongelooflijk lieftallig belletje met een werkelijk hemels geluid. De bel klinkt als een Tibetaanse klankschaal. Je zou toch denken dat mensen direct in een Lotushouding schieten, maar nee, het effect blijft hetzelfde. Jammer, ik word er in ieder geval wel heel vrolijk en zen van.
Wim

‘Tingelingeling!’

Fietser zingt tingeling om wandelaar te waarschuwen
Beeld-auteur: Judy Ballast

Toen ik mijn afkeuring uitsprak tegen mijn neefje dat hij geen fietsbel heeft, zei hij dat dat niet hip is en het is weer extra gewicht op de racefiets! Ik heb al een paar keer een botsing gehad omdat er opeens iemand rakelings langs schiet. Zelf gebruik ik bij inhalen bij voorkeur mijn stem en roep dan ‘Tingelingeling!’ Ik krijg daar vaak grappige reacties op en vooral ouderen schrikken ook minder snel. Wanneer het niet opgemerkt wordt, bel ik. Mijn man probeert me voor te zijn door meteen hard te gaan bellen, want hij vindt mijn getingelingeling irritant en zegt dat ze er niet op reageren. Mensen reageren inderdaad iets minder snel maar ik neem de tijd.
Suzan

Gezellig uitsteekseltje

De fietsbellen tegenwoordig hebben geen gezellig rond uitsteekseltje meer (met het bijbehorende vrolijke RING RING), maar een vervelend palletje. Mijn man, vóór mij, gebruikt het regelmatig, en ik geneer me dan erg: ik vind het PING PING behoorlijk agressief klinken. Ik maak het dan goed om dan vervolgens vrolijk: TINGELING TINGELING te roepen. Succes verzekerd: er wordt altijd verrast naar me gelachen én opzij gegaan.
Annelies

Good cop bad cop

Nou, wij bellen wel weer. Sinds een jaar fiets ik vaak samen met een fietsmaat en we hebben afgesproken, met al die mensen in de buitenlucht, dat de een altijd belt bij inhalen van wandelaars of fietsers, en de ander zegt vriendelijk goedendag.
En altijd krijgen we een vrolijk goedendag terug. Dus wees niet bang of onverschillig – bellen maar!
Kees

Verrijking van mijn leven

Ik ben dol op mijn fietsbel en ik gebruik hem geregeld om mensen die op de fietsroute lopen te waarschuwen dat zij maar beter opzij kunnen gaan. Ik doe het met veel genoegen sinds ik à raison van zo’n zevenenhalve euro een messing exemplaar kocht met een prachtige klank. De wandelaars schrikken zich meestal een hoedje van mijn bel en gaan tot mijn genoegen onmiddellijk opzij.
Soms, als er geen mensen die ervan zouden kunnen schrikken in de buurt zijn, gebruik ik mijn fietsbel ook zomaar, gewoon om de fraaie klank te horen.
De fietsbel betekent absoluut een verrijking van mijn leven.
Marthe

Fietsersbond en SamenOpHetFietspad

Lisa Strijbosch en Maartje de Goede runnen de Meefietslijn
Beeld-auteur: Anna van Kooij

Het is druk op de fietspaden. Dat maakt het fietsen er niet leuker op en leidt tot frustratie en soms zelf agressie. Daarom werken we als Fietsersbond samen met gemeenten, provincies, de NTFU en andere partijen in een landelijk onderzoeksproject SamenOpHetFietspad. Komende zomer organiseren we pop-up fietscafés op plekken waar racefietsers, elektrische fietsers, fietsende gezinnen, enzovoort, met elkaar kunnen praten over de irritaties om zo meer onderling begrip te creëren. Social Designers Lisa Strijbosch en Maartje de Goede van de Meefietslijn helpen ons om er een feestje van te maken.

Categorieën