Fietscultuur in Brazilië

Eind september was het mobiliteitsweek in Brazilië, een jaarlijks terugkerende themaweek met dit jaar een congres en een ‘autoloze dag’. Op uitnodiging van de Nederlandse ambassade mocht ik in de hoofdstad Brasilia een presentatie geven over de Nederlandse fietscultuur: hoeveel fietsen wij en hoe is dat zo gekomen?

In Brasilia wordt nauwelijks gefietst. Op 2,5 miljoen inwoners zijn er 1,2 miljoen auto’s, die vrijwel allemaal dagelijks gebruikt worden om van de suburbs naar de kantoren (ministeries) in Brasilia te rijden. Autorijden geeft status, ook al sta je uren in de file bij temperaturen die deze dagen piekten tot maar liefst 41 graden. Fietsen is voor armen of voor de zondag, wanneer er recreatieve rondjes gemaakt worden. Elk jaar overlijden er circa 50.000 mensen in het Braziliaanse verkeer.

Brasilia werd gebouwd in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw, een periode waarin de auto in Europa bereikbaar werd voor het grote publiek. In Brasilia werden de modernste stedenbouwkundige principes toegepast, waarin dus een belangrijke rol was weggelegd voor de auto.
Brede straten met maar liefst twee maal zes rijstroken doorsnijden de stad, waarbij door bewoners de parallel met de Berlijnse muur veelvuldig gemaakt wordt: soms onpasseerbaar. Het OV functioneert niet, er is geen fietsinfrastructuur, dus eigenlijk biedt de overheid (Brasilia ligt in het Federaal District en valt rechtstreeks onder de regering) haar inwoners ook geen keuze: Zij gaan dan ook en masse met de eigen auto naar het werk. Omdat ook de parkeervoorzieningen tekort schieten, staan hele parken volgeparkeerd met blik.

Rodas da Paz (Wielen van Vrede) is een kleine ngo, die zich met bescheiden middelen toelegt op het verbeteren van de fietsvoorzieningen en het aanzien van de fiets. Ze hebben het inmiddels voor elkaar gekregen dat een oud plan, om 600 kilometer aan fietspaden aan te leggen in en om Brasilia, uit de bureaulade is gehaald en er een commissie is gevormd die de uitvoerbaarheid gaat onderzoeken. Deelnemers aan deze commissie: maar liefst 12 verschillende overheidsinstanties aangevuld met nog eens zes ngo’s. Gezien de Braziliaanse neiging om meningen te verpakken in langdurige monologen, zal het nog wel even duren voor de vruchten hiervan geplukt kunnen worden.

Ook de Nederlandse ambassade draagt bij aan het verspreiden van het fietsvirus in Brazilië. Op de tweede dag van mijn bezoek werd een fietstocht georganiseerd, die begon op de ambassade en eindigde bij het congresgebouw. De tocht voerde de 250 in oranje uitgedoste deelnemers langs de Eixo Monumental, de eerder genoemde brede weg waarlangs alle ministeries gevestigd zijn. Mede omdat de gouverneur meefietste, had de politie delen van deze zesbaanswegen afgezet, tot grote frustratie van een deel van de automobilisten. De fietstocht kreeg bovendien veel media-aandacht.

Naast het gebrek aan fietsinfra is het zeer beperkte aanbod van (dure) fietsen veel Brazilianen een doorn in het oog. De keuze bestaat uit een MTB en een racefiets, terwijl er ook behoefte is aan ‘Nederlandse’ modellen, zoals de omafiets en de bakfiets. Wie weet liggen er dus mogelijkheden voor de Nederlandse fietsbouwers op de Braziliaanse markt. Maar dan zal Brazilië eerst moeten beginnen met het aanleggen van fietspaden, want zonder fietsinfrastructuur ontstaat er zeker geen fietscultuur.

Bas Hendriksen

Categorieën