Het fietsgebruik in Maastricht stijgt sterk maar heeft nog niet zo’n lange traditie. Uiterlijk vertoon van status (“sjiek en sjoen”) werkt er het gebruik van gemotoriseerde vervoermiddelen wat in de hand. Maar inmiddels wordt de fiets nog maar zelden opgevat als uitsluitend sportwerktuig of vervoermiddel voor arme studenten. Zelf overstappen op de fiets is echter niet altijd gemakkelijk. Goede voorzieningen zijn belangrijk, maar er is meer nodig.
Een van de partijen die bij kan dragen aan de verdere ontwikkeling van een algemeen gedragen fietscultuur in Maastricht is het onderwijs. Voor de kinderen zelf is het goed dat ze wennen om in actie te komen, dat ze voldoende beweging krijgen en fietsvaardigheid ontwikkelen. Om het fietsgebruik in de wijken Noordoost te bevorderen is het benaderen van basisscholen daarom een van de actiepunten van de Fietsersbond.
Allereerst is het fietsgebruik door de leerlingen op de vijf basisschoollocaties vastgesteld. Afgaande op een landelijk onderzoek uit 2002 (uitgevoerd door Traffic Test BV) zou landelijk gemiddeld 44% van de basisschoolkinderen zelf naar school fietsen. In Noordoost zijn twee schoollocaties waar nauwelijks kinderen naar toe fietsen, wat mede een gevolg is van de korte afstand tot de school (de meeste kinderen binnen een straal van 500 meter) en van een verbod om fietsen te stallen. Bij de drie andere locaties ligt het fietsaandeel ondanks goede fietsparkeervoorzieningen en ondanks een verkeersveilige omgeving rond de 15%. Dat is niet alleen veel lager dan het landelijk cijfer, maar ook lager dan het fietsgebruik dat op vier referentiescholen in andere delen van Maastricht is vastgesteld.
De Fietsersbond gaat over het verplaatsingsgedrag in gesprek met de leiding van de scholen en bezien welke nieuwe maatregelen kunnen worden genomen om het fietsen en lopen te stimuleren en het gemotoriseerde vervoer te beperken.
Laurent Theunissen, beleidsmedewerker Maastricht