Fietsersbond voor meer plekken en gratis fietsparkeren bij Utrecht Centraal

Op 5 november 2010 heeft het Utrechtse college van B & W nieuwe plannen bekend gemaakt voor het fietsparkeren in het stationsgebied. Het college wil 22.000 duurzame, aantrekkelijke en sociaal veilige fietsparkeerplekken rond de nieuwe OV-terminal Utrecht Centraal realiseren. De Fietsersbond onderschrijft de noodzaak van een ambitieus plan voor fietsparkeren in het Utrechtse stationsgebied.

Gezien de groei van het aantal mensen dat met de fiets naar het station komt is het nodig dat er veel meer en kwalitatief betere  fietsparkeerplekken komen bij de stations. De gemeente Utrecht geeft met dit plan een kwalitatieve impuls aan het fietsparkeren bij Utrecht Centraal. De Fietsersbond vindt de voorgestelde 22.000 plekken echter onvoldoende om aan de toekomstige vraag te voldoen. Er staan nu al 19.000 fietsen in en rond het station gestald en NS verwacht bijna een verdubbeling van het reizigersaantal. De bond kan zich evenmin vinden in het voornemen om alleen betaalde plekken te realiseren en dringt aan op een variant met (deels) gratis parkeren.

Het plan op hoofdlijnen
In de plannen wordt uitgegaan van vijf grote inpandige stallingen in het stationsgebied. De grootste is die op Stationsplein Oost, waar 12.000 plekken in komen. Alle stallingen worden bewaakt en krijgen brede rekken met een hart-op-hartafstand van 40 centimeter, hoge plafonds en brede gangpaden. Fietsparkeren op straat zal in de toekomst niet meer mogelijk zijn en de gemeente wil investeren in handhaving hiervan. Om de stallingen te kunnen bouwen is bovenop eerder vastgestelde budgetten een extra investering nodig van 16 miljoen euro. De jaarlijkse beheerkosten worden berekend op 3 miljoen euro.

Capaciteit
De Fietsersbond betwijfelt sterk of de 22.000 plekken wel voldoende zijn. De behoefte zal worden gemonitord door de gemeente, maar in het plan staat niet hoe de capaciteit eventueel wordt uitgebreid wanneer daar aanleiding toe is. Volgens ProRail was er in 2008 behoefte aan 19.000 plekken en zal dat in 2020 zijn opgelopen tot minimaal 24.000. De Fietsersbond meent dat er een grote verborgen behoefte is en pleit voor het opnemen van een flexibele ruimte in de plannen. Die flexibele ruimte zou dan omgebouwd kunnen worden tot een fietsenstalling voor 10.000 plekken wanneer de vraag de komende jaren groeit tot boven het niveau van 22.000. De Fietsersbond waarschuwt tegen een te lage capaciteit bij een ingrijpende verbouwing als deze; wanneer de nieuwe situatie is ontstaan, wordt het immers moeilijk zo niet onmogelijk verder uit te breiden. Soortgelijke toekomstige capaciteitsontwikkelingen dreigen zich voor te doen in Den Haag en Amsterdam. Een zorgvuldig besluit is alleen mogelijk op basis van actuele tellingen en uitgewerkte prognoses met verschillende groeiscenario’s.

Beheer
Het college heeft gekozen tussen drie beheermodellen:
– een mix van betaald en onbetaald parkeren in elke stalling;
– betaalde en onbetaalde stallingen;
– uniforme stallingen met één regime.

Gekozen is voor uniforme stallingen met één regime: alle plekken worden betaald vanaf de eerste dag. Gesteld wordt dat andere oplossingen niet robuust zijn en leiden tot ongebruikte stallingen, veel straatparkeren en gebruik van de stallingen als fietsenschuurtje. Deze argumenten zijn niet overtuigend en lijken ondergeschikt aan financiële ovewegingen. Dat blijkt uit de volgende passage: “Wanneer alle stallingen betaald worden met een tarief van ongeveer 0,50 cent per fiets per dag, dan kan het beheer kostendekkend plaatsvinden en kunnen bovendien de extra investeringskosten voor het bouwen van de inpandige stallingen op het hogere kwaliteitsniveau worden gedekt”.

Volgens de Fietsersbond zou het met bijdragen van Rijk, gemeente en NS mogelijk moeten zijn alle plaatsen gratis aan te bieden. Een variant daarop is gratis parkeren gedurende de eerste dagen en betalen na die periode van onafgebroken stallen. Ten slotte is het ook mogelijk een slimme variant te ontwikkelen met een combinatie van onbetaalde en betaalde plekken, met een duidelijk kwaliteitsverschil. De betaalde plekken zouden dan dicht bij de perrons moeten zijn en er zou veel extra service geboden kunnen worden om zoveel mogelijk fietsers te verleiden om betaald te parkeren.

De Fietsersbond constateert dat het bedrag voor extra investeringen en jaarlijks beheer niet wordt onderbouwd in de stukken en dat financiële scenario’s op grond van verschillende beheerregimes ontbreken.

Overige opmerkingen
Het verwijderen van weesfietsen is volgens de Fietsersbond bij elk beheerregime noodzakelijk en een integraal onderdeel van de beheeropgave; de keuze voor het ene of het andere regime staat daar los van.

De vrees dat veel bewoners de stallingen als privé-fietsenschuurtje gaan gebruiken is in de Utrechtse situatie niet gegrond. Een goed stallingsbeleid op wijk- en buurtniveau is in Utrecht wel hard nodig.
De 2% van de capaciteit die wordt gereserveerd voor afwijkende fietsen die niet in de rekken passen is volgens de Fietsersbond onvoldoende.
De Fietsersbond mist in de plannen een bescheiden aantal plekken op maaiveld voor kortstallers, om bijvoorbeeld iemand op het perron op te halen.

Conclusies
De komende twee maanden wordt een plan van aanpak gemaakt door Rijk, NS, ProRail en gemeenten, waarbij bewoners en belanghebbenden om advies zal worden gevraagd. De Fietsersbond zal zich daarbij positief uitspreken over een kwaliteitsimpuls voor het fietsparkeren bij Utrecht Centraal, maar is negatief over het voorgestelde betaalde beheerregime en zal verder aandringen op het bouwen van meer plekken en reserveruimte om groei tot boven de 22.000 plekken op te vangen. Utrecht wil graag de OV- en fietsstad van Nederland worden, maar dat kan alleen lukken wanneer er voldoende plekken komen en er daarbij ook in gratis plekken wordt voorzien.

Categorieën