Frisse fietsstraten

Frisse fietsstraten

Luchtvervuiling is overal. Maar dichtbij drukke wegen worden fietsers aan wel erg veel viezigheid blootgesteld, blijkt uit onderzoek van de Fietsersbond. Fietsstraten zijn de oplossing. Daar is het niet alleen schoner, maar ook veiliger.

Vorig jaar waren uitlaatgassen van brommers ineens landelijk nieuws. Uit onderzoek van de Fietsersbond bleek namelijk dat veel brommers zoveel viezigheid uitstoten dat ze met een gerust hart ‘ultrafijnstofkanonnen’ genoemd mogen worden. Het onderzoek introduceerde het begrip ultrafijn stof in één klap bij het brede publiek. Philip Freriks sprak het nieuwe woord ultrafijn stof tijdens het acht journaal van 28 februari 2008 langzaam en nadrukkelijk uit.
Tot dan toe kenden, buiten de deskundigen, maar weinig mensen de gevaren van het minuscule stof dat diep in je lichaam kan binnendringen en daar schade veroorzaakt. Natuurlijk ging het de Fietsersbond niet alleen om de brommers. Het meetteam had in twaalf gemeenten gemeten aan hoeveel viezigheid fietsers worden blootgesteld. Daar kwamen allerlei verontrustende gegevens uit, waaronder dus de exorbitant hoge uitstoot van brommers. Een vieze brommer evenaart – wat ultrafijn stof betreft – moeiteloos de dieselwalmen van een vrachtwagen. Maar voor de totale uitstoot van ultrafijn stof zijn het vooral auto’s en vrachtwagens waar de fietser onder te lijden heeft. Dat probleem valt ondanks alle technische vooruitgang aan de bron – de motor – voorlopig niet afdoende op te lossen.
 
Andere routes
Wat moet er dan wel gebeuren? De fietser moet op de een of andere manier het gemotoriseerde verkeer zien te mijden. Wetenschapper Gerard Hoek vertelde vorig jaar aan de Vogelvrije Fietser dat hij zijn routes door de stad zorgvuldig uitstippelt: ‘Ik wil zo min mogelijk langs drukke wegen fietsen.’ Hoek weet waarover hij het heeft. Hij werkt voor IRAS, een instituut dat gespecialiseerd is in onderzoek naar de volksgezondheidsrisico's van blootstelling aan potentieel schadelijke zaken in het milieu. Samen met andere wetenschappers heeft hij de metingen van de Fietsersbond geanalyseerd. Daarop besloot hij zijn dagelijkse forensenrit aan te passen. Wat Hoek als eenzame fietser doet, zouden gemeenten ook moeten doen: fietsroutes uitstippelen door wijken met weinig verkeer.
 
Vrijliggend
Jarenlang is juist het omgekeerde gebeurd. ‘In het kader van Duurzaam Veilig (een methode om de verkeersveiligheid onder andere met gescheiden voorzieningen te vergroten, red.) zijn er vrijliggende fietspaden aangelegd langs de hoofdroutes voor het autoverkeer’, zegt Piet van der Linden van de Fietsersbond. Zijn collega Frank Borgman vult aan: ‘Maar uit de analyses van IRAS blijkt dat je juist op fietspaden langs drukke doorgaande wegen aan veel ultrafijn stof wordt blootgesteld. Je zit wel een eindje van het autoverkeer vandaan. Maar het is niet voldoende. Je kunt beter op een rustige rijbaan fietsen dan op een vrijliggend fietspad langs een drukke weg.’
Borgman en Van der Linden hebben goed inzicht in wat er voor fietsers in gemeenten gedaan kan worden. Ze zijn jaren bezig geweest met de Fietsbalans, dat het fietsklimaat van gemeenten in kaart brengt. Al sinds 2000 legt het meetteam onder andere vast hoe snel je als je fietser bent, of je veilig kunt fietsen en of er voldoende stallingmogelijkheden zijn. Het uiteindelijke doel is dat gemeenten van elkaar leren. De ultrafijn stofmetingen waren ook onderdeel van de Fietsbalans.
 
Fietsstraten
De oplossing voor de hoge blootstelling aan ultrafijn stof is ontvlechten, zeggen Borgman en Van der Linden. Dat betekent dat de belangrijkste fietsroutes niet langs drukke wegen lopen, maar door woonwijken. Dat kan volgens de Fietsersbond prima met de aanleg van fietsstraten. ‘Dat zijn verbindingen door autoluwe straten, waar de auto te gast is’, legt Van der Linden uit. ‘Er zijn twee varianten. Een waar de fietsers in het midden rijden over rood asfalt met aan weerszijden een klinkerstrook, die als passeerruimte voor auto’s bedoeld is. De andere versie heeft juist een strook in het midden. Maar hoe het ook is uitgevoerd: je ziet aan de inrichting dat de straat voor fietsers bedoeld is. Auto’s komen er alleen als bestemmingsverkeer.’
Houten dat vorig jaar tot Fietsstad 2008 werd gekozen, heeft in de Vinex-wijken al voor fietsstraten gekozen. Maar volgens Borgman en Van der Linden kunnen fietsstraten overal worden aangelegd. ‘Het concept van de fietsstraten is goed in te passen in bestaande wijken’, zegt Van der Linden. ‘En een hoofdfietsroute door een woonwijk biedt nog een voordeel. Het is wettelijk zo geregeld dat fietsers op hoofdfietsroutes door 30 kilometergebieden voorrang kunnen krijgen op verkeer van rechts.’ Dan kun je dus lekker doorfietsen.
 
Veiligheid
Minder auto’s in de buurt van fietsers betekent minder blootstelling aan ultrafijn stof. Maar dat is niet het enige. De fietsstraten zullen de verkeersveiligheid ook fors verbeteren, zegt Van der Linden. ‘Op de fietspaden langs drukke wegen heb je altijd zijwegen waar je auto’s tegenkomt. Dat levert soms gevaarlijke situaties op. Het gevaarlijkste zijn de kruispunten waar al het verkeer samen komt. Er gebeuren drie keer meer ongelukken op de kruispunten dan op de fietspaden langs de wegen. Het aantal kruispunten waar 50 kilometerwegen op uitkomen, kun je beschouwen als een indicator van de verkeersveiligheid. Hoe meer van deze kruispunten, hoe meer verkeerslachtoffers.’
Met fietsstraten door woonwijken zul je veel gevaarlijke situaties vermijden. Maar af en toe zul je toch echt een doorgaande weg moeten kruisen. ‘Dat kun je veilig en voor fietsers overzichtelijk regelen met een eiland in het midden. Of desnoods met verkeerslichten.’ Volgens Van der Linden zijn autoluwe fietsroutes door gemeenten dringend nodig. ‘In drie decennia is de gemiddelde leeftijd waarop kinderen zelfstandig op de fiets aan het verkeer deelnemen gestegen van zes naar negen jaar. Je mag er vanuit gaan dat ouders goede redenen hebben om hun kinderen niet op zesjarige leeftijd op pad te sturen. Het is te druk en te gevaarlijk. Een andere kwetsbare groep zijn de ouderen. Zij hebben in drukke verkeerssituaties, op de kruisingen bijvoorbeeld, moeite om zich te handhaven. Als je ouder wordt, heb je moeite om alle informatie snel te verwerken. Ook is het lastig snel te reageren en te anticiperen.’
 
Tunnels
Er zijn gemeenten die werk maken van autoluwe fietsroutes. Den Bosch bijvoorbeeld. Daar staat het ontvlechten dat de Fietsersbond aanraadt centraal. ‘We hebben al fietsstraten, en daar hebben we goede ervaringen mee’, zegt Arnold Bongers, verkeerskundige van de gemeente Den Bosch. ‘Fietsstraten maken het fietsen veiliger, prettiger en sterker. En ze doen recht aan het belang dat wij in Den Bosch aan de fiets hechten.’
Den Bosch is ambitieus. Het doel is om het fietsgebruik te verhogen van 33 naar 44 procent. Volgens Bongers is dat bittere noodzaak: ‘We willen de binnenstad bereikbaar houden’. In totaal wordt er tot 2015 16,5 miljoen euro geïnvesteerd. Den Bosch doet er alles aan om de fietser snel, veilig en comfortabel door de stad te loodsen. Op de hoofdfietsroutes komen zelfs tunnels om veilig onder de belangrijkste verkeersaders door te komen. ‘Helemaal conflictvrij is een illusie. Maar het is de bedoeling dat je zo min mogelijk ander verkeer tegenkomt’, zegt Bongers. De nieuwe fietsroutes zullen veiliger en schoner zijn. Dat zal de Bosschenaren verleiden om te gaan fietsen. ‘En’, zo besluit Bongers, ‘ het is natuurlijk ook nooit verkeerd om de mensen te belonen die nu al fietsen.’

Categorieën