Het mysterie van de fietsdiefstal

fietsdiefstal1laag1

De fietsdiefstal daalt sterk, volgens de cijfers van het Centrum Fietsdiefstal. Maar de verzekeraar ENRA ziet de diefstal juist fors toenemen. ‘Beide zijn waar.’

Waarom daalt het aantal fietsdiefstallen? Met die vraag bel ik eind juni naar ENRA, een van de twee grootste fietsverzekeringsmaatschappijen in Nederland. ‘Daling? Ik zie helemaal geen daling, ik zie een forse stijging’, antwoordt directeur Henk van den Berg onmiddellijk.

Kerkdienst

Een paar weken later bel ik opnieuw. Ook het tweede kwartaal is niet best. Van den Berg constateert een verdubbeling van het aantal gestolen e-bikes als hij de eerste twee kwartalen van 2013 met die van 2011 vergelijkt, bij de gewone fietsen is er een stijging van 60 procent.
Wat is er aan de hand? Van den Berg wijst op de populariteit van de-bikes. Niet langer zijn het alleen senioren die erop rijden, maar ook jongere fietsers stappen op de e-bike en die gaan anders om met de fiets. Van den Berg: ‘Misschien heeft de crisis ook invloed, daardoor is er meer vraag naar tweedehandsfietsen. Je hoort ook verhalen over busjes die tijdens een kerkdienst ergens in Twente 10 e-bikes weghalen.

Daling

Meer diefstal in plaats van minder. Het Centrum Fietsdiefstal (een samenwerkingsverband van onder andere overheid, politie, de branche en de Fietsersbond) bracht in mei nog een vrolijk persbericht uit: ‘Het aantal gestolen fietsen is sinds 2010 gedaald van 735.000 tot 450.000 stuks in 2012.’ Hoe kan dat? Mojgan Yavari, hoofdinspecteur van politie en coördinator van het Centrum  Fietsdiefstal en Werner Postma, de cijferman van de Stichting Aanpak Voertuigcrimininaliteit (waaraan  het Centrum Fietsdiefstal gelieerd is), willen het mij graag uitleggen.
Postma: ‘Als de directeur van ENRA dat in de eigen registratie ziet, dan is dat waar. Hij kijkt alleen naar zijn polissen, wij kijken naar alle fietsen. Ook de onverzekerde studentenfiets telt bij ons mee. Beide zijn waar.’

CBS-cijfers

Het Centrum Fietsdiefstal ging altijd uit van de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), maar het CBS veranderde van methode waardoor de cijfers vanaf 2010 onvergelijkbaar zijn met die van daarvoor. In 2006 werden er volgens de toen gebruikte methode 735.000 fietsen gestolen, in 2009 daalde dat naar 540.000 en als CBS die methode was blijven volgen, dan was men in 2010 op de 450.000 uit het persbericht uitgekomen.
Nu gebruikt het CBS een methode gebaseerd op enquêtes waarin mensen wordt gevraagd of ze het afgelopen jaar slachtoffer zijn geweest van fietsdiefstal. Ook hieruit blijkt dat de diefstal daalt. In 2008 gaf 6,5 procent van de bevolking aan slachtoffer van fietsdiefstal te zijn geweest, in 2010 was dat 5,7 en in 2012 zelfs maar 3,7 procent, omgerekend 500.000 gestolen fietsen.
Het Centrum Fietsdiefstal laat de CBS-cijfers links liggen en kijkt alleen nog maar naar de aangiftes bij de politie. Maar aangiftes zijn slechts een deel van het verhaal, omdat maar een kwart of een derde van de Nederlanders aangifte doet.

Preventie

Eigenlijk weten we dus niet hoeveel fietsdiefstallen er in Nederland plaatsvinden. Maar de dalende trend die in de CBS-cijfers zichtbaar is, die klopt wel, denken Yavari en Postma. Ook Ger Homburg, directeur van onderzoeksbureau Regioplan heeft ‘geen reden om de CBS-cijfers niet te geloven.’ Homburg heeft in de loop der jaren een flink aantal belangrijke onderzoeken op het gebied van fietsdiefstal gedaan.
Waar komt die daling dan vandaan? Het Centrum Fietsdiefstal wijst graag op alle maatregelen van branche en overheid, zoals meer bewaakte stallingen, het fietsdiefstalregister en de inzet van lokfietsen. Homburg ziet het in een breder perspectief: ‘Over de hele linie daalt dit soort criminaliteit. Sinds 1995 is er een dalende trend bij vermogensdelicten. En waar dat precies aan ligt, is niet goed aan te wijzen. De stelling van criminoloog Van Dijk is dat het te danken is aan preventie, dat mensen dus hun eigendommen beter zijn gaan beveiligen.’
Maar of dat voor fietsdiefstal geldt, is de vraag. In 2008 deed Homburg met twee collega’s een veldonderzoek uit 1995 nog een keer over. Ze gingen op aan aantal locaties in Amsterdam kijken hoe mensen hun fiets op slot hadden gezet. Het bleek dat fietsers in 2008 hun bezit niet vaker met twee sloten of aan de vaste wereld bevestigden dan 1995. Alleen in de buurt van het station gebruikten mensen vaker meer sloten.

Minder junks

De onderzoekers suggereren dat de daling in fietsdiefstal meer te wijten is aan de geslaagde veelplegeraanpak. Homburg: ‘Je ziet veel minder junks op straat dan in 1995. Door de zogenaamde ISD-maatregel (een maatregel waardoor veelplegers twee jaar konden worden vastgezet) zijn er een hoop veelplegers van de straat gehaald, daaronder de meest actieve fietsendieven. Tenminste dat vermoeden hebben wij, wij hebben dat niet nader onderzocht.’
Homburg ziet de daling vooral als onderdeel van algehele daling van criminaliteit. ‘Het is een sterke trend bij alle vermogensdelicten, die al 20 jaar bezig is. De precieze oorzaak is moeilijk aan te wijzen.’

Bendes

De trend mag dalend zijn, er is in de fietsendievenwereld ook iets aan het veranderen: al enige jaren is het vermoeden dat fietsenstelen een georganiseerde business wordt, en dat fietsen over de grens verdwijnen.
Volgens Yavari is in Nederland de markt voor gestolen fietsen minder interessant dankzij de unieke framenummers en het fietsdiefstalregister waardoor controle op heling gemakkelijker wordt.  Het vermoeden is dat de rol van professionele buitenlandse bendes groter is geworden. Mojgan Yavari van Centrum Fietsdiefstal: ‘We krijgen signalen dat het echt georganiseerde misdaad is. Dan gaat het om op bestelling gestolen fietsen, die de grens over gaan. Afgelopen twee jaar krijgen we met regelmaat berichten, zoals uit België waar de politie twee loodsen met 60 à 70 fietsen vond.’ Vorig jaar werd een Hongaar aangehouden die partijen Nederlandse gestolen fietsen in Hongarije te koop aan bood. Yavari: ‘Bij een havencontrole vond de douane een bus met 72 fietsen bestemd voor Spanje. Uit Duitsland komen regelmatig berichten, Oost-Europa wordt genoemd.’

Oost-Europa

Voor de export van gestolen fietsen moet er wel een markt zijn, en wat dat betreft zijn er ontwikkelingen. De fiets is in het buitenland populair geworden. In Polen bijvoorbeeld zijn Nederlandse fietsen hip. In Warschau is een fietsenwinkel, die zowel nieuwe als gebruikte Nederlandse fietsen verkoopt. Maar Malwina Pająk, de pr-vrouw van de winkel, gelooft niet dat er zoiets als een georganiseerde fietsmaffia bestaat die westerse fietsen naar Polen brengt. ‘Wij zien geen grote partijen op de markt belanden. Misschien incidentele gevallen, maar ik denk niet dat het veel voorkomt in Polen.’
Marek Utkin, een ambtenaar die zich met fietsen bezighoudt, mailt:  ‘Ik ben nu in een kleine stad in het zuidoosten van Polen. Op de zaterdagse markt heb ik grote partijen fietsen gezien, ook Nederlandse. De meeste waren denk ik een jaar of vijf oud, te beoordelen naar de onderdelen. Splinternieuwe Nederlandse fietsen heb ik maar een paar keer gezien, verder een paar e-bikes vaak met versleten accu’s.’

Autohandelaren

Of er gestolen fietsen op zo’n markt te koop zijn, is natuurlijk moeilijk te zeggen. Maar blijkbaar is er in Polen wel belangstelling voor Nederlandse fietsen.
Bulgarije is meer een mountainbikeland, meldt Evgeny Apostolov van de Bulgaarse fietsersbond. In Sofia is de mountainbike hip, en niet ‘dutch style bicycle’. Maar hij signaleert wel iets anders. ‘Wij hebben informatie dat in het afgelopen jaar veel autohandelaren die voorheen auto’s uit West-Europa haalden nu zijn overgestapt op het importeren van tweedehandsfietsen. Overal zijn nieuwe marktjes en winkels waar tweedehandsfietsen worden aangeboden.’ Of het legale fietsen zijn, weet Apostolov niet. ‘Je hoeft geen documenten te laten zien als je een fiets verkoopt.’
In Parijs en Lille zijn fietsenwinkels gespecialiseerd in (tweedehands) Nederlandse fietsen. Een paar jaar terug werden in Parijs Nederlandse fietsen aangetroffen met gegraveerde postcodes. Bij controle bleek dat daar de nodige gestolen fietsen tussen zaten. Het Centrum Fietsdiefstal gaat de komende tijd de beschikbare politiegegevens verder analyseren om te kijken of er echt sprake is van een fietsmaffia.

Lokale kwestie

Ger Homburg relativeert de verhalen. ‘De geruchten over bendes met busjes zijn er altijd geweest. Ik vraag me af of dat nu toeneemt. Het is wel interessant zo’n verhaal over een markt in Polen. Maar de invloed hiervan op de cijfers heeft, is lastig vast te stellen. Toen we in de jaren negentig onderzoek deden, was er sprake van export naar België en ‘containers vol’ gestolen fietsen die naar Afrika gingen. Dat was toen ook lastig met cijfers te staven.’
Homburg rekent voor. ‘Stel dat er 1.000 busjes (dus drie per dag) met ieder 20 gestolen fietsen naar Polen rijden dan zijn dat 20.000 gestolen fietsen. Dat is iets minder dan 5 procent van de geschatte omvang van fietsdiefstal. Dat telt zeker mee, maar of het de wereld op zijn kop zet? Veruit de meeste fietsdiefstal, dus 95 procent, is dan nog steeds een lokale kwestie.’

Categorieën

Karin broer

Karin Broer

Freelance redacteur van de Vogelvrije Fietser