Mobiliteitsaanpak brengt fietsvoorzieningen nog niet op Olympisch niveau

Op 22 oktober presenteerde minister Eurlings de Mobiliteitsaanpak, waarmee de regering in 2028 een mobiliteitssysteem van "Olympische kwaliteit" wil bereiken. In de dikke nota staan belangrijke passages over de fiets. Volgens de Fietsersbond brengen de voorstellen de fietsvoorzieningen jammer genoeg echter nog niet op Olympisch niveau.

Met de Mobiliteitsaanpak is in totaal 7 miljard euro gemoeid, waarvan 1,2 miljard nieuw geld is. Van die 1,2 miljard gaat 878 miljoen naar wegen en 280 miljoen naar regionaal OV en regionaal spoor. Voor de fiets wordt in deze kabinetsperiode 30 miljoen extra uitgetrokken voor de uitbreiding van het aantal stallingsplekken en het opknappen van woon-werkroutes. Voor de jaren na 2012 worden er geen concrete financiële voorstellen gedaan voor het fietsbeleid. Zie verder www.verkeerenwaterstaat.nl

De Fietsersbond is blij met de opvatting dat het fietsbeleid geïntensiveerd moet worden; dat de fiets zelfstandige waarde heeft als vervoermiddel; dat de fiets een rol kan spelen in de CO2-reductie en het tegengaan van bewegingsarmoede. In het nationale mobiliteitsbeleid is dat een nieuwe, positieve benadering.

De financiële vertaling van deze benadering is volgens de Fietsersbond onvoldoende. Alleen al voor het aanpakken van de acute stallingstekorten bij de stations is minimaal 60 miljoen euro extra nodig. Het opknappen van een tiental woonwerkroutes kost minstens 100 miljoen euro. De 30 miljoen van de minister is volstrekt ontoereikend en staat in geen verhouding tot de bedragen die voor wegen en het regionaal OV worden uitgetrokken. Voor het fietsbeleid voor na deze kabinetsperiode geeft de minister zelfs geen indicatie. Opknappen van alle kansrijke woon-werkroutes en vernieuwende stallingsoplossingen bij stations met ruimtegebrek leiden al snel tot een reeël prijskaartje van 500 miljoen tot één miljard. Met zo’n bedrag zou de minister echt getuigen van een Olympische fietsambitie.

De Fietsersbond vindt het verder jammer dat er geen concrete doelstelling voor CO2-reductie aan de intensivering van het fietsbeleid wordt gekoppeld. Het lokale niveau, waar de korte ritten plaatsvinden en de fiets het meest kansrijk is, komt niet aan de orde. Aan de woon-werkroutes worden geen concrete klimaatdoelstellingen gekoppeld en er worden geen middelen geoormerkt om bestaande CO2-doelstellingen te kunnen bereiken.

In de voorstellen over het mobiliteitsmanagement mist de bond verbeteringen van de regelingen voor de Fiets van de Zaak. Verhoging van het bedrag, waardoor ook elektrische fietsen en ligfietsen onder de regeling zouden kunnen gaan vallen, kan immers tot hoger fietsgebruik in het woon-werkverkeer leiden.

Ten slotte wijst de Fietsersbond op de gevaren van de opwaardering van de N-wegen in het kader van een robuust netwerk. De verkeersveiligheid op deze wegen voor fietsers en voetgangers zal verslechteren door intensiever autogebruik en hogere snelheden. Ook dreigen er nieuwe barrières te onstaan, waardoor fietsers verder om moeten rijden. In de nota wordt aan deze negatieve aspecten ten onrechte geheel geen aandacht besteed.  De Fietsersbond heeft grote vraagtekens bij deze benadering van het onderliggend wegennet en vindt in ieder geval dat veilige (ongelijkvloerse) oversteken moeten worden bekostigd uit het wegenbudget.

Categorieën