‘Grijnzend lig ik in het gras’

Probeer eens een ligfiets

Ligfiets en zitfiets

Is een ligfiets echt zo fijn als sommigen mensen beweren? Redacteur Suzanne Brink probeert het een middag: ‘Voor het stoplicht val ik om. Grijzend lig ik in het gras.’

Bij het rode verkeerslicht zet ik onnadenkend mijn voet op de grond. Te slap. Ik val om. Daar lig ik in het gras, blootgesteld aan de bezorgde blikken van een bejaard echtpaar. Terwijl ligfietsinstructeur Kees van den Boogert oversteekt, krabbel ik overeind en ren naast de fiets naar de overkant. Maar met een grote grijns. Dat wel.

Van den Boogert is met zijn vrouw eigenaar van Treeker Treks in Leusden. Het is een van de weinige adressen waar je een ligfiets uit kunt proberen. Als groep of als individu. Niemand wordt zomaar op pad gestuurd. Op veilig terrein maak ik mijn eerste meters. Eerste instructie: voeten stevig op de grond zetten, uitkijken of je standaard ingetrokken is, rechtervoet in de juiste stand op de pedalen en dan stevig trappen. Van den Boogert rent de eerste rondjes achter me aan met zijn handen aan het stoeltje. Ik moet nadenken over alles wat ik op een normale fiets automatisch doe.
‘Normale’ fiets? Laat ligfietsers het niet horen. Die hebben het over bukfiets (racefiets) of zitfiets (stadsfiets o.a.).

quesjer met Eschermotieven
Paulus den Boer: ‘Veiligheid was de belangrijkste reden om mijn Questvelomobiel te bestickeren á la M.C. Escher. Het is nu een Quesjer. Sommige stukken reflecteren, maar dat zie je alleen ‘s nachts. Mensen zijn niet bedacht op velomobielen namelijk en dan kun je er maar beter opvallend uitzien.’ Beeld-auteur: Corné Sparidaens

‘Normale’ fiets

Het steekt veel ligfietsers dat een ligfiets niet als ‘normale’ fiets gezien wordt, maar als een fiets voor gevaarlijke zonderlingen die zo nodig op moeten vallen. We vroegen zowel ligfietsers en niet-(meer)-ligfietsers in een eenvoudige enquête waarom ze wel of geen ligfiets reden. Zonder illusies over representativiteit overigens. 46 procent van de respondenten was ligfietser. In het dagelijks verkeer ligt dat percentage behoorlijk wat lager. Schattingen lopen uiteen, maar meer dan 100.000 zijn er zeker niet. Van de niet-ligfietsers die onze enquête invulden, had 43 procent wel eens een ligfiets geprobeerd. Dat is onrepresentatief hoog, lijkt ons.
Ligfietsers dachten dat mensen vaak vanwege vooroordelen de ligfiets links lieten liggen. Ligfietsers hebben een punt. Maar het zijn niet alléén vooroordelen. Om maar iets te noemen: een ligfiets is duur. En kan hard.

Hoe hard kan hij?

De meest gestelde vraag aan hoofdredacteur Ligfiets&, ledenblad van de Nederlandse ligfietsvereniging, Maarten Sneep: Hoe hard kan hij? Sneep: ‘Ik beantwoord die vraag altijd heel voorzichtig. Het vooroordeel is dat wij gevaarlijk en snel zijn. Maar dat je snel kúnt, betekent nog niet dat je altijd voluit gaat. Vaak kan het niet. Ja, langs het kaarsrechte Amsterdam-Rijnkanaal ga ik hard. Dat is heel leuk. Veel ligfietsers hebben iets met snelheid. Het is leuk om het optimale te halen uit de combinatie lichaam-fiets. Pas heeft een vrouw het wereldrecord verbroken door in zes uur 400 kilometer te rijden op een ligfiets. Fascinerende gedachte dat dat kan met je eigen spierkracht.’
Maar Sneep raadt altijd af om een ligfiets te kopen als het je louter om snelheid gaat: ‘Je moet ligfietsen eerst leren en dan kun je op zeker moment inderdaad hoge snelheden bereiken, maar er zullen altijd mensen zijn die harder gaan dan jij. Als je een ligfiets koopt voor het comfort zul je nooit bedrogen worden.’

Quest met lieveheersbeestjesbeschildering
Bram van Uden koos zes jaar geleden voor een lieveheersbeestje. ‘Er rijden al zoveel andere dieren rond, een koe, haai, panters.’ Hij krijgt er leuke reacties op, vooral van kinderen. ‘Als ik terugkom van winkelen staat er altijd wel een kind bij te kijken.’ Bestickering is een serieus werkje. De vorige werkgever van Bram van Uden, de ANWB, heeft dat bekostigd en hem zo gesponsord. Maar die bestickering kon niet voorkomen dat een fietser tegen hem aanreed en hij een gat in zijn neus kreeg. Reparatie wordt te kostbaar. Dan zou de neus opnieuw bestickerd moeten worden. Zijn lach is er niet minder door. Beeld-auteur: Corné Sparidaens

Superfietsers

Zadelpijn, dat heb je op een ligfiets niet. De Fietsersbond heeft veel oplettende ligfietsers als leden en volgers op sociale media, die tientallen mails stuurden op een oproep om ervaringen met en oplossingen voor zadelpijn te delen: ‘Koop een ligfiets!’ Ligfietsers zijn sowieso oververtegenwoordigd in het aantal reacties en tips. Ligfietsers zijn helemaal geen ‘normale’ fietsers, met ‘normaal’ in de zin van ‘de norm’, wat de meerderheid doet. De meeste fietsers kopen hun fiets voor een niet al te groot bedrag bij de dichtstbijzijnde fietsenmaker en die fietsenmaker verkoopt echt geen ligfietsen. Voor een ligfiets moet je verder kijken. Het kost bijvoorbeeld tijd om het te leren en om uit te zoeken wat voor ligfiets je precies wilt. En als je ketting stuk is, ben je ook verder van huis dan met een stadsfiets.
Sneep: ‘Ik adviseer altijd om het te leren op een goedkoper tweedehandsje. Als je het echt onder de knie hebt, kun je pas ervaren wat de verschillen tussen de modellen zijn.’ Als je laag zitten eng vindt, kun je de aanschaf van een ligfiets met grotere wielen overwegen.
Ligfietsers zijn superfietsers. Ze houden echt van hun fiets, weten er veel meer van dan een gemiddelde fietser. Ze houden zo veel van fietsen dat ze vaak meerdere exemplaren hebben. Niet elke ligfietser doet zijn boodschappen met een ligfiets. We moeten ligfietsers koesteren, vindt ook Sneep: ‘Ze letten goed op, zien knelpunten eerder. Voor ligfietsers is goede infrastructuur nog belangrijker dan voor andere fietsers. Ligfietsen komen in de problemen als fietspaden te smal en te druk zijn. Terwijl andere fietsers om hekjes heen slalommen, zijn dat onneembare barrières voor veel ligfietsers.’
Gelukkig kunnen ligfietsers in de Fietsrouteplanner van de Fietsersbond zien hoe ze die hekjes kunnen omzeilen. Niet toevallig. Sneep grijnst: ‘Onder de vrijwilligers van de Fietsrouteplanner van de Fietsersbond zijn erg veel ligfietsers.’

Evolutie van aap tot ligfietser
Van aap tot ligfietser

Groeimarkt?

Kan Sneep de gemiddelde ligfietser voor ons uittekenen? ‘Je hebt allerlei soorten ligfietsers. Ze verschillen in leeftijd, politieke opvattingen en redenen waarom ze op een ligfiets fietsen. Het enige wat ze gemeenschappelijk hebben, is dat ze eigenwijs zijn.’
Eigenwijs zijn moet ook wel, want ligfietsers zijn een opvallende minderheid en, zoals uit de enquête blijkt, moeten ze tegen opmerkingen kunnen.
Dat zal niet veranderen. De dag dat ligfietsers de meerderheid zullen vormen, zal naar verwachting nooit komen. Ondanks de optimistische afbeelding van een krom lopende aap die langzamerhand rechtop gaat staan, aan het fietsen slaat en uiteindelijk op een ligfiets terechtkomt, ziet het er niet naar uit dat de ligfiets ooit zal winnen van de zitfiets/bukfiets. Het aantal verkooppunten daalt zelfs. De voorzitter van de Nederlandse Ligfietsvereniging NVHPV, Kees van Malssen (N.B. inmiddels opgevolgd door Roel van Dijk), is voorzichtig. ‘We zien in elk geval niet zo’n groei als bij de verkoop van e-bikes. Ik heb pas wel mensen gesproken die eerst een speed pedelec overwogen, maar nu toch een ligfiets willen omdat de wet verandert en je op een speed pedelec een brommerhelm moet dragen. Mijn persoonlijke indruk is dat er in verkochte nieuwe fietsen geen stijging zit. Ik denk dat het stabiel is, maar doordat mensen hun oude ligfietsen tweedehands verkopen stijgt het totaal aantal ligfietsers nog steeds langzaam. De open driewielers (trikes, red.) doen het nog steeds goed. En de toppers zijn de velomobielen. Het aantal typen neemt toe, er wordt nog flink door verschillende ondernemers verder ontwikkeld en het aantal velomobielen neemt zowel binnen als buiten Nederland toe.’
Maarten Sneep, zelf in het bezit van een Quest, grijnzend: ‘Er zijn evenveel Ferrari’s in Nederland als Quests.’

Ben ik na een dag ligfietsen ‘om’?

Leuk, dat is het. Iets nieuws. Maar natuurlijk kan ik na een paar uur ligfietsen nog niks zeggen over het comfort. Aan het eind van mijn tocht stop ik nog steeds liever niet voor verkeerslichten omdat ik daarna weer op moet stappen. Ik vind het bovendien niet prettig om laag te zitten en geen oogcontact met andere fietsers te hebben. Maar het belangrijkste argument om niet op een ligfiets te rijden, is dat ik dicht bij mijn werk woon, meestal korte ritjes in de stad maak, en last but not least: vrijwel altijd rokken en jurken draag en een open ligfiets niet elegant vind. Doe mij dan maar een velomobiel met hondensnuitsticker.

Categorieën

52200975667_53bff07c54_k

Suzanne Brink

Hoofdredacteur Crossmedia

Op de fiets ben ik vrij en onafhankelijk en dat gevoel wil ik delen. We zijn de enige organisatie in Nederland die zich volledig inzet voor de veiligheid en het geluk van fietsers: geweldig dat ik daar aan mee kan werken.