Slimme supermarkt profiteert van goede fietsbereikbaarheid

Fietsers geven per supermarktbezoek minder geld uit, maar komen vaker. Hierdoor zijn ze over een hele week gezien verantwoordelijk voor minstens evenveel bestedingen als mensen die met de auto komen. Dat blijkt uit een onderzoek onder supervisie van Goudappel Coffeng. Hoewel het om een bescheiden opzet van het onderzoek gaat, stroken de resultaten met eerder onderzoek dat de fietser voor de supermarkt een belangrijke klant is.

bezoeker supermarkt fiets fietser fietsend bezoek wijk geld bakfiets

In het onderzoek werden bezoekers van vier supermarkten in buitenwijken gevraagd hoe en hoe vaak ze de supermarkt bezochten en met welk vervoermiddel. Dat leverde onder meer gegevens op over de verblijfstijden per vervoermiddel en de relatie tussen winkelbestedingen en de verblijfstijd, cijfers die later kunnen worden gebruikt om de fietsparkeerkentallen verder te verfijnen.

Uit de vragen kwam naar voren dat een fietser gemiddeld 3,2 keer per week bij de supermarkt langsgaat. Hij geeft dan meestal niet veel meer uit dan 50 euro. De automobilist komt gemiddeld 2,5 keer geeft iets meer uit. Over een hele week gezien is de fiets bij deze vier supermarkten in de periferie verantwoordelijk voor 48 % van de omzet en de auto voor 52 %.

Door de fietsende klanten (nog) beter te faciliteren, kan het voor bezoekers aantrekkelijk gemaakt worden om op de fiets boodschappen te (blijven) doen. Stimulerende maatregelen zouden bijvoorbeeld kunnen zijn:

  • Situeer de fietsenstallingen in de directe nabijheid van de supermarkt. Zo voorkom je dat de bezoekers hele einden met volle tassen moeten lopen.
  • Zorg voor voldoende stallingsruimte, zodat de klemmen maar zelden volledig vol staan;
  • Zorg voor fietsrekken met het fietsparkeur-kenmerk.
  • Doe als supermarkt of gemeente mee aan fietsstimulerende acties zoals ‘met belgerinkel naar de winkel‘ of organiseer als winkel(keten) een actieperiode met fietsproducten.

Categorieën