Voorzitter Franc Weerwind: ‘We hebben jongeren nodig’

‘Ik weet niet hoe het bij andere Surinamers was, maar bij ons was de fiets volkomen normaal. We gingen op de fiets naar vriendjes, naar school en naar de winkel. Voor mijn neef en nichten uit Amstelveen gold hetzelfde. De fiets is zo’n slim voertuig. Toen ik later naar de middelbare school ging, was het ook vanzelfsprekend dat ik op de fiets ging. Als je met de bus moet, ben je afhankelijk van de tijden waarop hij rijdt. Aan een brommer heb ik nooit gedacht. Ik vond het prettig om door de polder te rijden, een mooi landschap met allemaal boerderijen in verschillende stijlen. Langs de Ringvaart fietste ik, met een vriend uit Nieuw Vennep die ik al sinds mijn derde ken en met wie ik later ook in Leiden heb gestudeerd. Ik heb in die tijd ook een racefiets gekocht en deed ‘s avonds nog een rondje Haarlemmermeer.’

‘Ik fiets ook graag in het buitenland. Ik heb in Paramaribo gefietst en in 2002 in Beijing. Dat was een geweldige ervaring. Beijing vergeet ik nooit meer. In het hotel werden we uitgelachen toen we vroegen of we fietsen konden huren, maar uiteindelijk namen ze ons mee naar de kelder waar inderdaad twee fietsen in bedenkelijke staat stonden. Met de Lonely Planet op zak zijn we toen gaan fietsen. Er wordt best veel gefietst in Beijing maar niet door twee van die gekke toeristen, een blanke vrouw en een zwarte man. Op sommige plekken was het erg chaotisch en moest je verschillende rijbanen met razend verkeer oversteken, maar ik ben niet zo gauw bang. Ik hou van avontuur. Het voordeel van fietsen is dat je verder komt dan wanneer je loopt en je kan stoppen waar je wil. Je bent zo vrij. Op zeker moment liep mijn ketting eraf en ik ben geen techneut, dus ik was wel even bezig, maar toen ik klaar was kreeg ik een groot applaus. Ik bleek met mijn rug naar een Chinees eethuis te hebben gestaan.’

‘Ik heb door gesprekken met verkeersdeskundigen steeds beter in de gaten gekregen hoe belangrijk de fiets is als je niet wilt dat het verkeer in je gemeente vastloopt. In Velsen zaten een paar fietsambtenaren met het fietsgen. Die zetten zich met hart en ziel in voor goede en veilige fietspaden. Dat heeft ertoe geleid dat we in 2014 genomineerd waren voor de Fietsstadverkiezing van dat jaar. We deelden ook een filmpje dat een trotse burger had gemaakt van fietsen door Velsen. Betere stadspromotie kun je je niet wensen.’

‘Je moet je een manier van kijken eigen maken en luisteren om erachter te komen waar het goed gaat en waar niet. Dan hoor je bijvoorbeeld dat een fietspad bij een winkelcentrum gevaarlijk is omdat er vrachtwagens staan te lossen. Je kunt als er een nieuwe wijk wordt gebouwd erop letten dat de infrastructuur goed is en dat de geplande bergruimte groot genoeg is voor een gezin om er fietsen te stallen.’

‘Het is hier prima fietsen. Sinds ik hier in september als burgemeester van Almere ben begonnen ben ik de stad op de fiets aan het verkennen. Al fietsende heb ik collegae beter leren kennen en de bewoners op straat. Het is hier prachtig groen en er is ook hele bijzondere architectuur. Een buitenstaander verwacht dat misschien niet van Almere, maar je hebt hier ook fantastische vrijstaande woningen in het groen. Ik vind het heel goed dat de Fietsersbond ervoor heeft gekozen om voor de Fietsstadverkiezing van 2018 de mening van gewone fietsers te vragen in plaats van deskundigen.’

‘De Fietsersbond doet ontzettend nuttig werk. Er zit zo veel ervaring, merk ik in gesprekken met vrijwilligers. Het is heel belangrijk om die ervaringen in de verschillende gemeenten uit te wisselen. De Fietsersbond heeft een belangrijke taak om de overheid bij de les te houden wat betreft aandacht voor fietsen.’

‘Wat me opvalt aan de Fietsersbond is dat de meeste vrijwilligers minstens van mijn leeftijd zijn. Ik denk dat het goed is om meer jongeren en jonge gezinnen te bereiken. Mijn eigen kinderen van acht en twaalf doen alles op de fiets. Als ouder vind je het dan belangrijk dat ze veilig kunnen oversteken. Het is ook belangrijk om te laten zien dat de Fietsersbond niet alleen landelijk actief is en onder andere lobbyt om scooters van de fietspaden weg te houden, maar juist ook lokaal heel belangrijke dingen doet. Die successen van de afdelingen zouden we wel wat beter kunnen delen met onze achterban.’