Weerberichten belangrijker dan economische voorspellingen
Is de recessie wel of niet gunstig voor de fietsverkoop? Eigenlijk weet niemand het nog. Waarschijnlijk is het weerbericht de beste voorspeller.
De consument houdt de hand op de knip. En bedrijven lijden onder die behoedzaamheid van de kopers. Autoverkopen storten in en fabrikanten raken meteen in moeilijkheden. Zal de nieuwe zuinigheid van de Nederlanders gunstig zijn voor het fietsgebruik? Een stukje fietsen kost namelijk niets, behalve de inspanning natuurlijk. En zullen die mogelijk extra fietskilometers de fietsverkoop opstuwen?
De grootste fietsenproducent van Nederland, de Accell Group ziet de crisis in ieder geval met vertouwen tegemoet. Dit bedrijf uit Heerenveen is bekend van merken als Sparta, Batavus en Koga Miyata. De fabrikant is optimistisch. In een persbericht over de jaarcijfers van 2008 stelt de bestuursvoorzitter René Takens dat de maatschappelijke trends fietsverkopers gunstig gezind zijn. ‘Aandacht voor gezondheid, milieu, vergrijzing en mobiliteit maakt dat fietsen voor steeds meer mensen een niet meer weg te denken onderdeel vormt van hun dagelijks leven. Fietsen is bovendien een relatief goedkoop alternatief voor andere vormen van mobiliteit.’
Omzetgroei
Takens kan zijn optimisme staven met glanzende resultaten. De omzet steeg vorig jaar met dertien procent naar 538 miljoen euro en de winst met zeventien procent naar 28,6 miljoen euro. Ook voor de branche als geheel zijn de cijfers over 2008 hoopgevend. Nederlanders gaven vorig jaar 905 miljoen euro aan fietsen uit, dat is zeven procent meer dan in 2007.
Toch zeggen de omzet- en winstcijfers van 2008 niet alles. De omzet is weliswaar gestegen, maar het aantal verkochte fietsen niet. Voor heel Nederland is de verkoop zelfs gedaald met maar liefst zes procent. Dat betekent dat er vorig jaar 84.000 minder fietsen zijn verkocht.
Dat er toch omzetgroei gemeld kon worden, is volledig te danken aan het succes van de elektrische fiets. Daarvan zijn er vorig jaar 134.000 verkocht, 51 procent meer dan in 2007. En het aangename voor de handel en de industrie is dat de fiets met trapondersteuning veel duurder is dan een gewone fiets.
Ook voor de Accell Group is de elektrische fiets een geldmachine: veertig procent meer verkoop dan een jaar eerder. Maar dat is ten koste gegaan van ‘gewone’ fietsen. Het totale aantal verkochte fietsen is in Nederland eigenlijk nauwelijks gestegen, bevestigt bestuursvoorzitter Takens. Maar dat maakt voor de financiële resultaten niks uit. Takens verwacht dat de goede verkopen van elektrische fietsen door zullen zetten. ‘De markt is nog niet verzadigd. De dealers bestellen voor dit jaar een heleboel elektrische fietsen.’
Senioren
De vraag is natuurlijk of de sterke groei nog heel lang door zal gaan. De laatste vijf jaar zijn er 323.000 elektrische fietsen verkocht. Vooral aan senioren. Met meer dan 300.000 elektrische fietsen in Nederlandse schuurtjes is misschien al een belangrijk deel van de senioren van trapondersteuning voorzien. Ongetwijfeld zullen ook dit jaar weer veel elektrische fietsen aan de oudere fietsers verkopen. Maar een keer is deze grijze doelgroep voorzien.
De industrie houdt daar al rekening mee. Dit jaar zal de Accell Group de reclamecampagnes voor elektrische fietsen speciaal gaan richten op woon-werkverkeerfietsers. Nog maar een enkeling gaat volgens de bestuursvoorzitter met een elektrische fiets naar zijn werk. ‘Daar valt nog veel te winnen’, aldus Takens. De statistieken geven hem gelijk. Meer dan de helft van de bevolking is tussen de 20 en 65 jaar. Dus als zelfs maar een kleine percentage besluit met trapondersteuning naar het werk te fietsen, kan Accell al honderdduizenden elektrische fietsen verkopen.
De reclamecampagne van de Accell Group wordt ondersteund door de lobby van brancheorganisatie BOVAG die in Den Haag om steun vraagt in de vorm van een ruimere bedrijfsfietsenregeling. Nu bedraagt die 749 euro, maar volgens de BOVAG is 1500 euro een beter bedrag. Want dan kun je er ook een elektrische fiets van betalen.
Weerbericht
Intussen maken de fietsenzaken zich niet al teveel zorgen. Een fietsverkoper bij Hei-bike in de Utrechtse Nachtegaalstraat vergelijkt zichzelf met een ijsverkoper. Als de zon schijnt, verkoopt hij meer. Ook zijn concurrent Joris Kok die een eindje verder een wat duurdere fietsenzaak heeft, let beter op de voorspellingen van de weermannen dan op die van de economen. ‘Wij kunnen het pas goed meten wanneer de zon gaat schijnen en mensen ook weer willen gaan fietsen.’
Na het voorjaar en de zomer kan Kok vaststellen of de recessie daadwerkelijk invloed heeft. En als de zomer tegenvalt, is er gelukkig altijd een groep fietsers die – weer of geen weer – bij Kok over de vloer komt. ‘Aan de woon-werkfietsers merken we niets, deze blijven trouw hun fiets kopen en onderhouden’, zegt Kok. Op die klanten kan de handel bouwen. Tenzij veel mensen hun baan verliezen natuurlijk, want dan hoeven ze niet meer naar het werk te fietsen.