Fietsersbondblog

Wordt 2020 het jaar van de omslag in het mobiliteitsbeleid?

Fietsers

2020 wordt een cruciaal jaar voor het mobiliteitsbeleid, dat staat als een paal boven water. Politieke partijen schrijven nu hun verkiezingsprogramma’s voor de Kamerverkiezingen van 2021 of beginnen daar bijna mee.

Op ministeries wordt gesproken over de brede maatschappelijke heroverweging; de conclusies daarvan gaan een grote rol spelen in de kabinetsformatie; daarbij gaat het onder meer over de modellen voor de scenario’s die de mobiliteitsontwikkelingen moeten voorspellen. Het Planbureau voor de Leefomgeving en het Centraal Planbureau werken aan een update van de publicatie Kansrijk Mobiliteitsbeleid, waarin de effectiviteit van investeringen in verschillende modaliteiten wordt geanalyseerd. Op het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat wordt hard gewerkt aan de opzet van het Mobiliteitsfonds, dat in de plaats moet komen van het huidige Infrastructuurfonds met zijn keiharde schotten tussen (auto)weg, water en spoor.

Fietsvisie 2040

Ook de maatschappelijke organisaties maken zich op voor het verkiezingsjaar. De Fietsersbond publiceerde de Fietsvisie 2040, met een ambitieuze invulling van een schaalsprong in het fietsbeleid. Die schaalsprong staat ook centraal in de Agenda 2.0 van de Tour de Force, het samenwerkingsverband rond fiets van de gezamenlijke overheden en maatschappelijke organisaties. De mobiliteitssector als geheel, verenigd in de Mobiliteitsalliantie, publiceerde een Deltaplan met een forse investeringsagenda en een uitvoerige agenda voor een mobiliteitstransitie, inclusief een systeem van hubs en betalen naar gebruik. Een al even brede Verkeersveiligheidscoalitie maakt zich hard voor veel meer urgentie voor verkeersveiligheid. Ook organisaties als Rover en Milieudefensie komen op voor een fundamenteel ander mobiliteitsbeleid.

Lopen, fietsen en OV

Zowel recente studies van CE Delft en Move en van het Kennisinstituut voor Mobiliteit, de inhoud van Klimaatakkoord, Preventieakkoord en Schone-Luchtakkoord als de maatregelen rond de stikstofcrisis wijzen in dezelfde richting: het automatisme van een groei van de automobiliteit en het faciliteren door de aanleg van nieuw asfalt wordt erin ter discussie gesteld. We moeten meer inzetten op lopen, fietsen en ov. Bereikbaarheid moeten we zien als resultaat van de deling tussen snelheid en aantal kilometers, waardoor de nabijheid van bestemmingen centraal komt te staan. Daardoor verschuift de nadruk ook van de grote doorgaande verbindingen naar de bereikbaarheid van en in de stedelijke gebieden. Om de automobiliteit in goede banen te leiden is verder een systeem van beprijzing naar gebruik een absolute noodzaak; daar zijn alle experts het wel over eens.

Het oude denken: automobiliteit

Voldoende grond voor optimisme zou je zeggen. Maar de voorstanders van een ingrijpende transitie kunnen niet te vroeg moeten juichen. Zowel op de ministeries, in de Tweede Kamer en in delen van de mobiliteitswereld is het oude denken hardnekkig. Het frame is dan eenvoudig: lopen en fietsen zijn leuk, het spoor is nodig, maar we moeten toch vooral zo snel mogelijk met de auto lange stukken kunnen rijden. Vrijheid blijheid. Een beetje langzamer rijden of even stilstaan? Dan komen de voertuigverliesuren en  het filemonster – alleen de naam al – tevoorschijn en is het net of Nederland daardoor met de dag verarmt. En dat terwijl uit onderzoek van het Kennisinstituut voor Mobiliteit blijkt dat de meeste mensen de files helemaal niet zo’n probleem vinden en er ook niet zoveel last van hebben; slechts 15% van de mensen staat er wekelijks in. Ondertussen krijgt de echte vervoersarmoede in delen van de samenleving – een veel groter probleem dan velen zich realiseren, vooral in delen van de grote steden en in de krimpgebieden – maar mondjesmaat aandacht in de mobiliteitswereld.

Actieve mobiliteit

De Fietsersbond wil na de volgende verkiezingen echt een ander mobiliteitsbeleid en zal met alle voorstanders daarvan in 2020 onvermoeibaar en met argumenten omkleed de noodzaak van de transitie bepleiten en herhalen. Actieve, duurzame en gezonde mobiliteit voor iedereen: dat moet het motto zijn!

Categorieën

Wim Bot

Wim Bot

(Inter)nationaal beleidsadviseur

Fietsgeluk is voor mij in Delft makkelijk en snel naar de binnenstad of naar het station kunnen fietsen. Ik ben verantwoordelijk voor de nationale en internationale beleidsbeïnvloeding; dat betekent dat ik overal en nergens probeer de fiets hoger op de agenda te krijgen. Behaalde successen waar ik trots op ben: het aannemen van de Fietsvisie 2040, het introduceren van de inmiddels gangbare term schaalsprong, extra middelen in de Tweede Kamer voor fietsenstallingen bij stations en voor snelfietsroutes, en de aanpak van scooteroverlast in Amsterdam.