header_boeklezen

Europeesche liefhebbersroutes

In samenwerking met Europeesche verzekeringen zijn 12 Europeesche liefhebbersroutes ontwikkeld. Het gaat om recreatieve routes van ongeveer 35 km, die gefietst kunnen worden met ieder type fiets. De routes zijn ontwikkeld door liefhebbers, voor liefhebbers. Hieronder meer informatie over de routes, zoals ontvangen van de routemakers.

Europeesche Liefhebbersroute Utrecht

Deze route aan de westkant van Utrecht voert via veel polderwegen naar de mooiste plaatsen direct ten westen van Utrecht. Begin en eindpunt liggen bij Station Vleuten waar u gemakkelijk parkeert of uit de trein kunt stappen. Op de route ligt het prachtige kasteel de Haar in een even prachtig park.

Dit is zeer de moeite waard. Kijk op www.kasteeldehaar.nl voor meer informatie. U kunt de route vervolgen naar Kockengen (niet direct op de route), om via het Oortjespad en langs het recreatieterrein daar door Kanis, Kamerik en via Woerden naar het prachtige Montfoort fietsen. Vergeet niet het centrum van deze stad even door te fietsen en/of te genieten van een lekkere verfrissing op het terras van één van de horecagelegenheden aan de Hollandse IJssel waar de nodige pleziervaart passeert. Na Montfoort gaat u via een door bomen beschutte weg weer door de polder en over de A12 naar het mooie Harmelen met zijn glastuinbouw. Het laatste stuk voert u langs de rivier de Leidsche Rijn weer richting Vleuten.

Ga naar de route

 

Europeesche Liefhebbersroute Drente

Na de start van de route bij het station in Hoogeveen, loopt deze via de Toldijk naar Fluitenberg. De naam Toldijk is afkomstig van het Tolhuis dat hier vroeger stond. Deze is nu nog te zien, maar is wel verbouwd. Vroeger moesten mensen betalen voor het gebruik van de wegen, als ze van de ene gemeente naar de andere gingen. Daarvoor stond er bij de gemeentegrens een “Tolhuis”, met een bord waarop aangegeven werd hoeveel men moest betalen, want ook voor bijvoorbeeld koeien, paarden en wagens die men bij zich had, moest betaald worden. Via Fluitenberg en de wijk “De Weide”, loopt de route verderop richting Echten. Hier loopt de route langs een overgebleven deel van de oude Hoogeveensevaart. In het verleden liep de vaart, die nu buiten Hoogeveen om ligt, nog midden door Hoogeveen, daar waar nu de Schutstraat is (schut is een oude benaming voor een sluis).

Verderop fietsen we door het dorp Echten. Echten is de voormalige woonplaats van de Baron van Holte tot Echten. Hier staat nog het “Huis te Echten”, waarin de Baron woonde. Vooraan de weg, bij het toegangshek, staat nog het poortwachtershuisje. Deze baron heeft veel gedaan voor de ontwikkeling van Zuidwest Drenthe, zoals bijvoorbeeld het laten ontginnen van de grote heidegebieden. Het bos en ook het landbouwgebied, tussen Echten, Ruinen en Fluitenberg, waar de route door loopt, was vroeger (ongeveer zeventig jaar geleden) een grote heide vlakte.

In het bos liggen nog overgebleven stukjes heide met mooie vennetjes, waarlangs enkele bankjes staan, om te rusten en te genieten van het mooie uitzicht. Na het bosgebied loopt de route via de “Defensieweg” naar het Posthuis bij Anholt.

Hier is het een mooi plekje om, net als vroeger de postkoets van Groningen naar Zwolle deed, even te rusten en op het terras van een ijsje of drinken te genieten. Na het Posthuis gaat het via Eursinge en Pesse weer richting Hoogeveen.

Daarbij loopt de route door het “Spaarbankbos”. Deze bossen waren in het verleden eigendom van een spaarbank, die dit als geldbelegging voor de spaarders gebruikte. Hierna wordt de Toldijk weer bereikt en loopt de route weer naar het station.

Ga naar de route

 

Europeesche Liefhebbersroute Flevoland

De route zou ‘Urbi et orbi’ kunnen heten omdat hij zowel door stad als door de natuur gaat. Je zou hem ook de ‘vogelijkroute’ kunnen noemen, omdat er op diverse plaatsen vogelkijkplaatsen zijn. Er zijn regelmatig pleisterplaatsen voor koffie en sanitaire stops. In de stad fiets je vrijwel uitsluitend over vrijliggende fietspaden die meestal (maar helaas niet altijd) voorrang hebben op kruisend autoverkeer. Het is een veilige en kindvriendelijke route.

De route is 35 km, maar kan 9 km verkort worden door bij “De Trekvogel” links af te slaan en niet om de Lepelaarsplassen te rijden. Je mist wel een mooi stuk natuur. In Almere Stad zou je ook op de trein kunnen stappen. Dat ‘scheelt’ 10 km, maar je mist de interessante architectuur en de mooie vrijliggende fietspaden van Almere. De startplaats is station Almere Oostvaarders. Voor auto’s is daar een P&R terrein en in de buurt is altijd gratis parkeergelegenheid. De voorkeursrichting is tegen de klok in. De route wordt niet aanbevolen als er een harde zuidwester storm staat.

Markante punten onderweg

De route komt na ca 4 km langs het “Natuurbelevingscentrum De Oostvaarders” (http://www.stadennatuur.nl/de-oostvaarders.nl/). Daar kunt u vanaf het dak over een deel van de Oostvaardersplassen bekijken. Veel verschillende vogels, edelherten, Konikpaarden, runderen en vossen zijn vaak te zien. Ook is er koffie en lekkers te verkrijgen.

Op de de volgende kilometers zijn er twee vogelkijkplaatsen. Op de eerste staan vrijwel altijd vogelaars uit heel Nederland met grote kijkers die hopen de ‘vliegende deur’ ofte wel de zeearend te spotten. Als je op de dijk aankomt, kun je aan de overkant Marken en Volendam zien liggen. Vaak is de vuurtoren, ‘het paard van Marken’ goed te zien. In het westen is ook Amsterdam Noord en de hoogbouw bij het Amstelstation te zien. Na 3 km over de dijk kom je langs het gemaal “De Blocq van Kuffeler”. Dit dieselgemaal en een soortgelijk gemaal bij Lelystad hebben Flevoland drooggemalen. Even verder is Bezoekerscentrum De Trekvogel (https://www.flevo-landschap.nl/bezoekerscentra/de-trekvogel/3). Na “De Trekvogel” is het ca. 4 km langs de dijk. Rechts liggen de Lepelaarsplassen. Nadat we rechtsaf geslagen hebben komen we langs 2 plekken waar een vogelobservatieplaats is.

De route gaat na het natuurgebied richting Almere Stad. Dit gaat o.a. door het “Bos der onverzettelijken”. Dit bos is een eerbetoon aan alle verzetsstrijders die in de periode 1940-1945 vanwege hun verzetsactiviteiten zijn gefusilleerd. In Almere Stad zijn op diverse plaatsen gratis bewaakte fietsenstallingen. Bij één fietst u bijna naar binnen. U heeft onderweg veel plassen / meren gezien, nu kom het grootste, het Weerwater. De naam is een woordgrapje omdat het water was, is drooggelegd en nu weer water is. Alle plassen dicht bij Almere Stad zijn zandwingebieden voor de bouw van Almere. Op de terugweg naar station Oostvaarders komt de route door de Regenboogbuurt en langs de markante rode flats die vanaf de A6 zichtbaar zijn.

Ga naar de route

 

Europeesche Liefhebbersroute Friesland

De route start in Wolvega, hoofdplaats van Weststellingwerf. In Wolvega gaat de route langs de katholieke Sint-Franciscuskerk. Deze kerk is in 1939 gebouwd. Een bezoekje waard is de Oudheidkamer Weststellingwerf. De route gaat over het fietspad langs de Hoofdweg naar Oldeholtpade, waar de  Stephanuskerk staat. In Nijeholtpade, 3 kilometer verder, staat de Rooms-Katholieke Nicolaaskerk, die in 1525 werd gebouwd. Aan de rand van het dorp begint het rond 1400 gegraven riviertje De Scheene.

Na 3 kilometer gaat de route vóór Oldeberkoop linksaf de Meulereed op. Deze voor auto’s doodlopende weg eindigt bij een Sluis I over de Tjonger of Kuinder. Deze schutsluis is voorzien van een handbediende fietsbrug en is een mooie pauzeplaats. Over het Sevenaerpad gaat de route naar Nieuwehorne, waar de gelijknamige zaalkerk staat. Deze werd gebouwd in 1778. Over het bospad komen we uit in Katlijk (Ketlik), waar naast de Thomaskerk (1525) één van de Friese Klokkenstoelen staat. Katlijk is mooi gelegen tussen het parklandschap Oranjewoud (hier staat het museum Belvedère) en het natuurgebied de Ketliker Skar.

Over de Bisschopslaan gaat de route naar Mildam. In Mildam staat de Ecokathedraal van Louis le Roy en op het kerkhof staat ook één van de Friese Klokkenstoelen. Bij het uitrijden van Mildam gaat de route weer over de Tjonger en verlaat men het Friestalige deel van Friesland. Bij Camping de Geele Bosch, 1.000 meter verder,  is er heerlijk vers boerderij-ijs. Over de Ottersweg gaat de route verder naar Oldeholtwolde. In dit 137 inwoners tellende dorpje staat de in 1875 gebouwde zaalkerk. Over de Kerkweg gaat de route rechtsaf de Scheeneweg op, waar we onder de A32 doorgaan. Dit stuk van de A32 tussen Steenwijk en Ter Idzard werd pas in 1988 voltooid. Tot die tijd ging alle verkeer dwars door Wolvega. Wolvega is ook bekend om de drafbaan, die we aan de linkerhand passeren. Over het spoor komen we terug bij de start.

Ga naar de route

 

Europeesche Liefhebbersroute Gelderland

De provincie Gelderland is uitermate geschikt voor fietsliefhebbers. Het is te verdelen in drie hoofdgroepen:

  • De Veluwe, een uitgestrekt natuurgebied met prachtige bossen, heidevelden en zandvlaktes. Door het heuvelachtige landschap is elke tocht een uitdaging voor de fietser.
  • De Betuwe, een gebied met twee grote rivieren en talrijke fruitboomgaarden, die vooral in de bloesemtijd veel fietsers aantrekken. Over de rivierdijken zijn mooie fietsroutes uitgezet met uitzicht op de omgeving en de vele boten op de rivieren.
  • De Achterhoek, een zeer afwisselende omgeving met opvallend veel kastelen en landhuizen, omgeven door weilanden, akkers en bossen. Het wordt dan ook een ‘Coulisselandschap’ genoemd.

Voor de Europeesche Liefhebbersroute Gelderland hebben we een route gemaakt in de Achterhoek in de omgeving van Vorden (Gem. Bronckhorst). Een zeer aantrekkelijke omgeving voor de fietsliefhebber en het gebied kenmerkt zich door de kastelen, landhuizen, mooie boerderijen en andere bezienswaardigheden. De hele route gaat over verharde wegen en paden en is op een enkele uitzondering na, redelijk verkeersluw. Onderweg zijn diverse ‘rustpunten’ (café/restaurants/bistro’s) en u komt langs veel bezienswaardigheden, die op later tijdstip een tweede bezoek waard zijn.

Hieronder een overzicht van de bezienswaardigheden: (Nummers verwijzen naar routebeschrijving)

We starten de route bij het voormalige NS-station Vorden. Er stopt nog wel een regionale trein, maar het gebouw is niet meer als station in gebruik. Wel is er een (gratis) parkeergelegenheid, waar meestal nog wel een plekje te vinden is. En anders op de gratis dag-parkeerplaats aan De Bleek, t.o. de oprit naar Kasteel Vorden.

2) In de pas gerenoveerde Dorpsstraat vinden we links op de hoek het VVV-kantoor, we zien de Hervormde kerk en o.a. enkele restaurants aan de Dorpsstraat. Het bekendste is Hotel/Restaurant Bakker, een sfeervol Achterhoeks bedrijf.

4) Aan de Schuttestraat vinden we na ca. 300 meter aan de rechterzijde in het bos Kasteel Vorden. Als u de route even verlaat, kunt u het kasteel uit de 13e eeuw van dichtbij bekijken. Rondleidingen in het kasteel zijn ook mogelijk (zie: www.kasteelvorden.nl). In één van de toegangspaden is een herdenkingstegel te vinden, die met een voetstap aangeeft dat op dat punt precies de helft van het Pieterpad is afgelegd.

13) Links van Kasteel Hackfort ( 14e eeuw) vinden we een historische graan-watermolen, op zaterdag in werking te zien. Rechts van kasteel Hackfort (Eigendom van Natuurmonumenten, zie: https://www.natuurmonumenten.nl/natuurgebied/hackfort/kasteel) is de Brasserie Het Koetshuis en een kasteel moestuin Hof van Hackfort (elke dag te bezoeken, maar op woensdag is er een vrijwilliger aanwezig voor uitleg).

18) Als we in het dorpje Wichmond zijn gearriveerd komen we o.a. langs de kleine Ned. Hervormde kerk in de Dorpsstraat.

19) Nadat we linksaf geslagen zijn komen we bij de Sint Willibrordeskerk van het uitgestrekte plattelandsdorpje Vierakker, dat direct aansluit op Wichmond, met de mooiste kerk van Gelderland, in de nabijheid de stijlvolle Pastorie en het Ludgeresgebouw, een vroegere school, nu een café en verenigingsgebouw. De kerk, gebouwd in 1870 heeft het best bewaarde authentieke interieur van een dorpskerk uit die tijd, is ook van binnen te bezichtigen (zie: http://www.demooistekerk.nl/bezoeken.php). Iets verderop kunnen we links, door de bomen van het landgoed, nog een glimp opvangen van Kasteel ’t Suideras (zie: http://www.kasteleninnederland.nl/kasteeldetails.php?id=275)

20) Aan het eind van de Boshuisweg kan, indien gewenst, een partijtje Boeren Golf gespeeld worden, met een klomp aan een steel als golfstick.

28) Aan de Wildenborchseweg komen we na ca. 2,5 km langs Landgoed ‘De Belten’, met een Pinetum (Een verzameling van meer als 1000 verschillende soorten en variëteiten coniferen) dat ook te bezoeken is. (Zie: http://www.pinetumdebelten.nl/)

29) In de bocht naar links van de Wildenborchseweg op de splitsing met de Nijlandweg zien we aan de rechterzijde Kasteel ‘De Wildenborch’, een kasteel met een vrij toegankelijk bos park en aan de achterzijde een Engelse landschapstuin, die enkele dagen per jaar te bezichtigen is. Haar bekendste bewoner was de dichter A.C.W. Staring (1767-1840). (Zie: http://www.wildenborch.nl/index.php). Hier omkeren en na ca. 500 meter linksaf naar Kapelweg. (punt 30)

31) De Mosselseweg is vernoemd naar de omgeving ‘Mossel’ een iets slingerende, heuvelachtige weg met afwisselend bos, weide en kleinschalig akkerbouw gebied en mooie (oude) boerderijen.

32) Na het oversteken en volgen van de Ruurloseweg zien we aan de linkerkant het Landhuis ‘Wientjesvoort’.

33) Als we even niet rechts afslaan, maar doorrijden naar het dorpje Kranenburg, kunnen we in de kerk het ‘Heiligebeeldenmuseum’ bezoeken. (Zie: http://www.heiligenbeeldenmuseum.nl). Keer terug naar punt 33.

36) Na ca. 1,5 km komen we in het dorpje Linde met de koren molen ‘Ons Belang’, bekend van ‘t ’Theater onder de molen’ een klein theatertje dat in de molenschuur gevestigd is (zie: http://i61912.wix.com/theateronderdemolen#!over-het-theater/c2414).

37) Nadat we het dorpje Linde verlaten, gaan we na ca. 1,5 km, in het bosrijke gebied linksaf naar de oprit van kasteel ‘Kieftskamp’ gebouwd in
1776 en hiermee één van de jongste landhuizen in Gelderland. (Zie: http://www.mijngelderland.nl/#/huis-de-kieftskamp) Hierna terug (punt

39) en vervolg de route richting Vorden/ Station.

Ga naar de route

Europeesche Liefhebbersroute Groningen

Startplaats is station Winsum. De route kan zowel links- als rechtsom worden gereden

De route voert langs het karakteristieke gemeentehuis en vervolgt naar Schillingeham, een gehucht ten westen van Winsum. De naam Schilligeham wordt voor het eerst genoemd in de veertiende eeuw. Het is dan de naam van een voorwerk van het klooster van Aduard. De naam is een samentrekking van het Oudfriese woord skelch dat schreef betekent en ham wat duidt op aangeslibd land. De route loopt door het gebied, dat in de Middeleeuwen zee was. De zee liep tot aan de stad Groningen. Via het fietspad is de boerderij Schilligeham te zien, als referentie naar het gelijknamige gebied.

De route vervolgt via het gehucht Alinghuizen naar Garnwerd. Hier is facultatief de Burgemeester Brouwersstraat, het smalste voor auto’s toegankelijke straatje van Nederland te verkennen, een aandoenlijk straatje met in de zomer een prachtige bloemenzee. Iets verder is de 13 e eeuwse Sint Lutgerkerk te bezichtigen. De kerk is eigendom van de Stichting Oude Groninger Kerken. Bij de brug staat de korenmolen De Meeuw, een stellingmolen uit 1851.

De route vervolgt langs het Reitdiep. Het fietspad meandert over de dijk van het Reitdiep. Het Reitdiepgebied (ook wel minder juist Reitdiepdal) behoort tot de oudste cultuurland-schappen van Europa. De sterk meanderende rivier de Hunze (nu Reitdiep) verbond Groningen met de zee. In het huidig landschap zijn op veel plaatsen de oude rivierbeddingen nog goed zichtbaar, bijvoorbeeld rond het Oude Diepje bij Winsum. De eerste verkavelingen zijn nu nog zeer goed zichtbaar en niet veel veranderd. De meeste lijnen zijn zo’n 1000 jaar oud en daarmee is die tijd heel tastbaar aanwezig. Het Reitdiep en directe omgeving, met name het gebied tussen het Van Starkenborghkanaal en het Winsumerdiep is een ecologisch interessant gebied, waarvan grote delen zijn ingericht als natuurgebied. Deze zijn in onderhoud bij het Groninger Landschap.

Nabij Wierumerschouw gaat de route oostwaarts en komt in Adorp.  In Adorp ligt de kerk uit de 13e  eeuw op de wierde. Een even het dorp, aan de oostzijde staat de molen Aeolus. Deze molen is toe aan een goede opknapbeurt. Daarna loopt de route, noodgedwongen, ter weerszijden van de belangrijke hoofdweg N361. De route gaat daarna oostwaarts en duikt de Koningsklaagte in. De streek hoort gedeeltelijk bij de gemeente Groningen en gedeeltelijk tot de gemeente Bedum. Het is onderdeel van het Reitdiepgebied, beschermd natuurgebied van het Groninger Landschap. De naam Koningslaagte zou er op duiden dat in deze omgeving in de vroege middeleeuwen koningsgoederen lagen. Koning is in dit geval de koning van het Heilig Roomse Rijk, oftewel de Duitse keizer. De Koningslaagte is een zeer waardevol, open kleiweidegebied van ruim 30 hectare met oude, gave meanders van de voormalige Hunze. Aan de oostzijde wordt het begrensd door de Wolddijk, een eeuwenoude dijk. In 1999 zijn in de Koningslaagte, bij Noorderhogebrug, in de oude Hunze-meander stuwen geplaatst. Door het gebied in de winterperiode onder water te zetten wordt het aantrekkelijker voor weidevogels en eenden. Zij foerageren en broeden in het gebied. Het gebied is een eldorado voor weidevogels waaronder grutto’s en kemphanen. Daarna vervolgt de route noordelijk, de Woldweg en loopt door het gehucht Westerdijkshorn. Hier rest alleen de toren van een kerkelijk gebouw. De toren is door de gemeente Bedum aangekocht en werd gerenoveerd. De plaats is ontstaan op de plaats waar de Wolddijk een nagenoeg haakse hoek maakt. De naam is hier dan ook een verwijzing naar: horn = hoek. Ook aan de oostzijde van Innersdijken, het gebied waaromheen de dijk ligt bevindt zich een dijkshorn, vandaar dat het voorvoegsel Wester is toegevoegd. Het Dijkhornster pad loopt door de uitgestrekte weilanden en langs vaarten richting Onderwierum. Het dorp is gebouwd op twee wierden die ongeveer 200 meter van elkaar vandaan liggen. De zuidelijke wierde is op meerdere plekken doorsneden door sloten en een weg en wordt nu aangeduid als twee afzonderlijke wierden die elk zijn aangewezen als rijksmonument. De afmetingen van de noordelijke wierde, waarop tot in de negentiende eeuw een kerk stond, zijn door Boersma in 1967 vastgesteld op 30 bij 40 meter met als hoogste punt 2,85 meter boven NAP. Beide wierden zijn deels afgegraven. Door Miedema zij n de gebruikerssporen van beide wierden gedateerd op tussen ca. 50 v.Chr. en 400 na Chr. en 800 tot 1400 na Chr. Uit opgravingen van Van Giffen in de jaren 1920 en Miedema in de jaren 1980 is gebleken dat de wierde rond het begin van de jaartelling een vluchtplaats heeft gevormd tijdens overstromingen en er toen ook gewoond werd. Daarna is de plek een aantal eeuwen verlaten geweest, waarna de plek vanaf de middeleeuwen opnieuw werd bewoond. In de loop der eeuwen nam het belang van Onderdendam toe ten koste van Onderwierum. Sinds begin 19e eeuw staan er nog slechts enkele huizen. Over de Stadsweg gaat het naar Onderdendam.  Facultatief zijn in Onderdendam te bezichtigen het kunstwerk Het Jagertje voor jagende scheepsvrouwen en in het dorp de geheel gerestaureerde korenmolen Hunsingo. Jagen is het door middel van het trekken aan een touw voortbewegen van een schip. Men kent het begrip tegenwoordig van de trekschuit, maar jagen was algemeen gebruikelijk voor alle schepen bij gebrek aan wind. Ook vrachtschepen werden, tot ver in de twintigste eeuw op deze wijze zo nodig voortbewogen. Tegenover de klapbrug, zuidzijde, staat het voormalige Waterschapshuis. Het oudste gedeelte dateert van 1620. Tot 2001 was dit huis de zetel van het Waterschap Hunsingo, later Noorderzijlvest.

De route vervolgt in Onderdendam westwaarts en voert over het Winsumertrekpad langs de vaart richting Winsum. Langs de vaart herinneren ons de voormalige steenfabrieken de Griffioen en Allershof aan een noeste arbeid van klei en ovens. De kleur van de Groninger baksteen is beroemd. Iedere provincie heeft zijn eigen karakteristieke kleurgebruik, maar dat wil niet zeggen dat in iedere provincie kleuren voorkomen die nergens anders voorkomen. Meestal gaat het om een combinatie van kleuren die elders in het hele land ook wel voorkomen, maar die door de wijze van toepassen toch een heel specifiek kleurbeeld kunnen opleveren. Groningen vormt op deze regel een uitzondering, want Groningen heeft een unieke, eigen kleur. De wordt kleur er gemaakt en gebruikt, en ook wel geëxporteerd naar andere delen van het land. Het gaat hier om een steenkleur: de warm oranjerode tint van de Groninger steen.

In Winsum herinneren de straatnamen aan steenbakkerijen en -fabrieken. Door wisselend oud- en nieuwbouw voert de route terug naar het beginpunt: het station van Winsum.

Ga naar de route

Europeesche Liefhebbersroute Limburg

De route door Midden-Limburg  bij Roermond kenmerkt zich door de Maas en de diverse grindgaten die nu een der grootste waterrecreatiegebieden van Nederland zijn geworden. In de stad Roermond fietst u langs de Sint-Christoffelkathedraal, de stamt uit 1410. De toren recenter: de oorspronkelijke toren is één dag voor bedrijving in 1945 door de Duitsers opgeblazen. Vlak daarbij in de buurt vindt u de Munsterkerk, de enige kerk in Nederland in Laat-Romaanse stijl. Bij de Maas is een groot outletcenter. De route voert langs de Maas en de diverse grindgaten. De Maas wordt overgestoken bij de stuw van Heel waar een waterkrachtcentrale is gebouwd. Bij Heel loopt de er route deels langs het waterspaarbekken voor de drinkwatervoorziening. Vlak daarbij passeert de route een molen. In Horn ligt naast de kerk het 15e-eeuwse kasteel Horn.

Ga naar de route


Europeesche Liefhebbersroute Noord-Brabant

Deze route leidt afwisselend door bossen en weilanden in het gebeid tussen Breda en Tilburg, met als startpunt Rijen. De kerk van Rijen heeft een van de hoogste kerktorens van Nederland (die van Breda is nog hoger en kun je regelmatig zien tijdens de tocht). Nadat je het dorp uit rijdt kom je langs vliegbasis Gilze-Rijen, de grootste luchtmachtbasis van Nederland. Hier zijn ondermeer Apache en Chinook helikopters gestationeerd.

In Gilze kun je de boomput ontdekken. Deze put is zo’n duizend jaar geleden vervaardigd uit twee uitgeholde eiken van 300 oud. De punt is ontdekt in 1994, en staat nu op het plein in een vitrine. Op Kerkstraat 33 staat de Vlaamse schuur uit 1647. Deze is gebruikt als noodschuurkerk nadat de voorganger hiervan in 1762 door brand verwoest werd. In Gilze passeer je ook nog twee voormalige gemeentehuizen en Villa Mol (thans in gebruik als gemeente secretarie), dit zijn allen gemeentelijke monumenten.

Ten zuidwest van Gilze kom je langs voormalig Militair (Luchtvaart) Kamp (nu asielzoekerscentrum) Prinsenbosch. Interessant detail: De huizen hebben bomvrije muren van een meter of zo dik, dat is goed te zien bij de kozijnen. De route doet verder Molenschot aan, een klein dorp van iets meer dan 1.300 inwoners. In het dorp rijdt u langs de Sint-Annakerk, een neogotische kerk uit 1887. Bij de Sint-Annakapel vindt u het beeld ‘Heilige Anna en Maria’ van rond 1890. Dit beeld is een Rijksmonument.

Via het plaatje Dorst komt u uit in de bossen ten noordwesten van Rijen. Dit is onderdeel van natuurgebied De Duiventoren. Met een boog komt u eindelijk weer in het noorden van Rijen uit, en rijdt u recht op het station af.

Ga naar de route

 

Europeesche Liefhebbersroute Noord Holland

De route is 37 km. Start- en eindpunt: NS station Santpoort-Zuid. Je kunt hier vrij parkeren. Onderweg zijn voldoende  horeca-mogelijkheden.

De route loopt  grotendeels over fietspaden. Op een halve (of hele) dag kun je veel aspecten van Noord-Holland beleven. Via de landgoederenzone kom je in Oud-Velsen en kun je een blik werpen  op het Noordzeekanaal. Bekijk Spaarndam met het bekende beeld van Hansje Brinkers. Dan via de weidepolder langs water en rietkragen. Hier zie/hoor je regelmatig vliegtuigen landen of opstijgen.

Je kruist de stad Haarlem van oost naar west. Let op: aan het einde van de Zomervaart moet je de drukke Schalkwijkerweg eerst oversteken en dan rechtsaf slaan! Wat let je om nog even de gezellige binnenstad van Haarlem in te duiken?nOm dan tenslotte door het bezoekerscentrum en het Nationaal Park Zuid-Kennemerland weer terug te komen op  het startpunt.

Ga naar de route

Europeesche Liefhebbersroute Zuid Holland

Deze route voert de fietsers langs de molens van Kinderdijk, stukje Krimpenerwaard en door de Alblasserwaard.

Het dorp Kinderdijk ligt in de Alblasserwaard, op de plaats waar de rivieren de Noord en de Lek samenkomen. Hoe is Kinderdijk aan zijn naam gekomen? Het bekendste verhaal luidt als volgt. In 1421, na de dijkdoorbraak van de Sint-Elisabethsvloed, zag men een wiegje drijven. Toen het dichterbij kwam, bleek er een slapende baby in te liggen! Vandaar. De plaats is het meest bekend door de 19 windmolens die de polder droogmaalden. Kinderdijk had als primeur dat het de eerste plaats in Nederland was met elektriciteitsvoorziening (1886). De belangrijkste bedrijvigheid in Kinderdijk is de scheepsbouw.

De molens van Kinderdijk zijn gebouwd vanaf het einde van de 15e eeuw om de afwatering van de Alblasserwaard te verbeteren. De huidige molens dateren uit 1738 en 1740. Deze molens zijn een grote toeristische trekpleister, waardoor het vaak oppassen is op het fietspad. Er lopen veel toeristen die niet gewend zijn aan fietsers. Alle 19 molens staan sinds 1997 op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.

De Krimpenerwaard is een gebied dat wordt omsloten door de Hollandse IJssel, de Lek en de Vlist. ‘Krimp’ betekent rivierbocht, en een ‘waard’ is een geheel door rivieren omgeven stuk land. Er zijn meerdere polders in het gebied.

De geschiedenis van de Alblasserwaard begint na de laatste ijstijd zo’n 10.000 jaar geleden. Door de wind werden zandduinen opgeworpen die nu nog in het landschap zichtbaar zijn en ‘donken’ worden genoemd. In het centrum van de Alblasserwaard zijn nog diverse donken aanwezig.

De Alblasserwaard is nu een uitgestrekt veenweidegebied beneden de zeespiegel. Het is een overwegend landelijk gebied, maar kent ook een verstedelijkt gedeelte in de gemeenten Alblasserdam, Papendrecht, Sliedrecht, Hardinxveld-Giessendam en Gorinchem.

Ga naar de route


Europeesche Liefhebbersroute Overijssel

Start: in het Worp Plantsoen, het oudste stadswandelpark van Nederland, vanaf dit punt heeft men een prachtig uitzicht op de oude Hanzestad Deventer met tal van bezienswaardigheden, o.a. het oudste stenen huis van Nederland. Deventer behoort tot het lijstje van de 5 oudste steden van Nederland.

In Deventer vind u de volgende bezienswaardigheden:

  • Lebuinuskerk, behorend tot de top 100 Nederlandse Unesco monumenten.
  • Kleine Overstraat, een van de leukste winkelstraatjes van Deventer.
  • Brink, het grootste plein van Nederland, langs De Waag en het winkeltje van Bussink, verkooppunt Deventer Koek.
  • Bergkwartier, hoger deel van de binnenstad stad waar jaarlijks het Dickens festijn wordt gehouden, langs de Bergkerk en de voormalige Boreelkazerne.
  • Adelaarshorst, sfeervol voetbalstadion van Go-Ahead Eagles.

De route gaat vervolgens langs het Overijssels kanaal en het buitengebied van Deventer naar het landgoed de Haere. Bezienswaardig op landgoed de Haere zijn de restanten van de IJssellinie, een NAVO verdedigingslinie uit de koude oorlog. Vanaf hier voert de route langs landgoed Nieuw Rande en de uiterwaarden van de IJssel terug naar Deventer.

Ga naar de route


Europeesche Liefhebbersroute Zeeland

Bezienswaardigheden langs de route op het eiland Schouwen-Duiveland:

  • Zierikzee: historische en grootste stad van het eiland met heel veel monumenten en enkele musea. Het Scheepvaartmuseum is gevestigd in de voormalige gevangenis.  Meest opvallend is de Sint-Lievensmonstertoren, ook wel bekend als de Dikke Toren.  Er zijn diverse horecagelegenheden.
  • Schuddebeurs: Dorp met diverse landhuizen in een bosrijke omgeving. Ze zijn ooit gebouwd voor de welgestelden van Zierikzee.
  • Dreischor: Groenste kerkringdorp van Zeeland met Natuurpark Rana en Streek- en Landbouwmuseum en de opvallende graanmolen.
  • Sirjansland: Dorpje is sinds haar ontstaan in 1305 zeven maal overspoeld door de zee, het ligt aan de rand van het na 1953 aangelegde natuurreservaat Dijkwater.
  • Bruinisse: Mosselstad met dito vloot aan het Grevelingenmeer met een bijzonder Visserijmuseum en diverse horecagelegenheden. Er zijn zeven (jacht)havens.
  • Ouwerkerk: Een echte aanrader waarvoor je wel even de tijd moet nemen is het Watersnoodmuseum. Het ernaast gelegen Café-Restaurant trouwens ook. Voor kinderen is er  een ruime speelweide.

Ga naar de route