bakfiets_header

Verkeerslichten

Verkeerskundigen willen dat je ‘verkeersregelinstallatie’ zegt, in plaats van ‘stoplicht’. Maar stoppen is toch vaak het resultaat. De Fietsersbond heeft het meestal over verkeerslichten. In grotere steden (100.000 inwoners of meer) veroorzaken verkeerslichten 84 procent van het oponthoud van fietsers, zo bleek een aantal jaar geleden uit de Fietsbalans, het vergelijkend onderzoek naar gemeenten van de Fietsersbond.

rood licht
Beeld-auteur: Michiel Slütter

In de grotere steden stond er op bijna elke kilometer van de routes wel een verkeerslicht. Voor fietsers is wachten voor een verkeerslicht niet alleen oponthoud, het kost ook extra energie (stoppen, weer opstappen, weer op gang komen), voor sommigen (ouderen, mensen met veel bagage, mensen met een beperking) kost dat extra veel energie.

Uit onderzoek in opdracht van het Fietsberaad, een onafhankelijke raad van fietsdeskundigen, blijkt dat fietsers een cyclus (een cyclus is dat iedereen ‘groen’ heeft gehad) van 90 seconden of meer als slecht ervaren. Uit datzelfde onderzoek bleek dat gemeenten vaak te weinig aandacht hebben voor de verkeerslichten. De regeling wordt een keer geïnstalleerd maar daarna niet meer gecontroleerd, ook al zijn de verkeersstromen na een paar jaar veranderd. Ook zit er bij het ontwerp van een kruispunt zelden een verkeerslichtendeskundige (ja, die zijn er) aan tafel, waardoor sommige kruispunten zo zijn ontworpen dat het lastig is een goede verkeerslichtenregeling aan te leggen. De plaatselijke afdelingen van de Fietsersbond spreken gemeenten erop aan als verkeerslichten voor fietsers slecht zijn afgesteld.
En drukknoppen, zo’n paaltje om het verkeerslicht te laten weten dat je bent gearriveerd, die zijn echt uit de tijd. Dat kan gewoon met een andere vorm van detectie in of op het wegdek.

Minder lang wachten voor fietsers

Slimme verkeerslichten
Beeld-auteur: Lars Deltrap

Fietsers hebben meer profijt van een verkeerslicht dat vaker – een kortere periode – weer snel groen voorbij laat komen dan een verkeerslicht dat heel lang op groen staat (voor automobilisten is dit anders). De maximale wachttijd mag voor fietsers in ieder geval niet langer dan 90 seconden duren, want dat irriteert fietsers enorm. Als groen langer dan 2 minuten op zich laat wachten, vermoeden veel fietsers dat er iets mis is met het verkeerslicht en stappen gewoon op.

Gemeenten kunnen de wachttijd verminderen. Bijvoorbeeld:

  • Geef fietsers groen als er geen ander verkeer is. Dit lijkt simpel maar wordt niet algemeen toegepast. Het kan makkelijk met alle technische mogelijkheden (lussen detectie etc.).
  • Prioriteit voor fietsers; in Haarlem kregen fietsers die een bepaald kruispunt naderden (en zich via een verklikker in het wegdek aanmeldden) groen, zodra de groenfase voor andere weggebruikers was afgelopen.
  • Twee keer groen voor fietsers in een cyclus. In Tilburg werd deze truc uitgehaald. Het betekende dat de gemiddelde wachttijd met de helft terugliep, de gemiddelde wachttijd voor automobilisten nam 15 procent toe.
  • AFTG- Alle Fietsers Tegelijk Groen. De naam zegt het al: alle fietsers uit alle richtingen krijgen tegelijk groen.

Alle fietsers tegelijk groen

aftg

Alle Fietsers Tegelijk Groen (AFTG). Dat klinkt als een feest voor fietsers en dat is het ook een beetje: bij groen rijden fietsers vanuit alle richtingen door. Fietsers die linksaf moeten, steken gewoon diagonaal over. In combinatie met twee keer groen per cyclus voor de fietsers levert dit flink kortere wachttijden op. Maar het is ook wennen. In Enschede zijn er meerdere kruispunten zo uitgevoerd, na twee maanden had iedereen het een beetje onder de knie. Het kan niet overal. Een kruispunt moet niet te uitgestrekt zijn, anders raken de linksaf slaande fietsers de weg kwijt. Het mag er ook niet te druk met auto’s zijn (maximaal 25.000 per etmaal) en brommers moeten op de rijbaan.

Bij een verkeerslicht in werking vervallen alle andere voorrangsregels (rechts gaat voor, haaientanden). Dat geldt dus ook voor een verkeerslicht met tegelijk groen. De voorrang tussen verschillende fietsers bij een tegelijk groen regeling is dan ook formeel niet geregeld.

De rechter heeft zich inmiddels ook over de regeling gebogen. Conflicterend groen, zoals bij deze regeling mag, vond de rechter. In een andere zaak werd een aansprakelijkheidsclaim van iemand die een ongeluk had gekregen op een kruispunt met vierrichtingengroen, niet toegewezen. Volgens de rechter was het bord met vier rondgaande pijlen en de tekst ‘tegelijk groen’ voldoende duidelijk.

Opgeblazen fietsopstelstrook (OFOS)

RH20150602-1145
Beeld-auteur: Rob Huibers

OFOS staat voor Opgeblazen FietsOpstelStrook, een vak voor fietsers vóór de automobilisten. Het is een uitvinding van de gemeente Leiden en de plaatselijke afdeling van de Fietsersbond, in de jaren zeventig ontstaan en nu algemeen toegepast. Zelfs in Engeland waar ze toch maar niet over ‘exploded bicycle lane’ zijn gaan praten maar het simpelweg ‘advanced stopline’ noemen.

De OFOS is uitgevonden om linksafslaande fietsers een goede plek te geven op kruispunten met verkeerslichten. Ze hoeven dan niet meer te wachten totdat alle auto’s zijn weggereden. Zo wordt bovendien voorkomen dat fietsers zich moeten opstellen in de dode hoek van vrachtauto’s. De OFOS wordt nu algemeen toegepast.