Wat moet je als fietser doen als een hond achter je aan rent?
Op internet worden veel tips gegeven van fietsers voor fietsers. Hard schreeuwen bijvoorbeeld. Jenny Bruinsma, beleidsmedewerker van de Dierenbescherming, is daar geen voorstander van: ‘Daar kan een hond ook des te feller van worden. Voor schoppen geldt hetzelfde en dan is je been voor het grijpen. Het kan best zijn dat iets werkt bij 80 procent van de honden en bij 20 procent niet. Dan heb je een groot probleem als je met die laatste te maken hebt.’
Stilstaan? ‘Niet doen. Stel dat de hond wil bijten.’
Wat dan wel? ‘Zorg voor een uitsteeksel waar ze in gaan bijten, een paraplu, petje of een jas die je in je hand houdt. Dan word jijzelf niet gebeten. Dat werkt ook niet voor eeuwig, maar hopelijk wel de tijd die de eigenaar nodig heeft om zijn hond bij je weg te halen.
Jenny Bruinsma is helder. Ze vindt dat mensen geen overlast zouden moeten hebben van andermans honden. ‘Net zoals je ook geen last moeten hebben van andermans kinderen. Als je met je hond in de buurt van een fietspad loopt, moet je zorgen dat hij bij je blijft en als dat niet lukt, lijn je hem aan. Maar altijd aanlijnen is niet de oplossing. We hebben in deze maatschappij bepaald dat mensen een hond mogen hebben en als dat mag, moeten ze ook los kunnen lopen. Honden moeten kunnen rennen, met andere honden spelen en zes rondjes om een boom kunnen lopen.’
Bruinsma vindt wel dat je begrip op moet brengen voor mensen die hun hond aan het opvoeden zijn. ‘Als je ziet dat mensen serieus bezig zijn om hond bij te houden met snoepjes en spelen, kan het toch zijn dat die hond onverwachte bewegingen maakt.’
Zelf heeft Bruinsma de meeste last van kleine hondjes aan rollijnen. ‘Grote honden worden vaak beter opgevoed omdat eigenaren er zelf veel last van hebben als die honden bijvoorbeeld aan de lijn trekken of tegen ze opspringen. Met die rollijnen kan de hond zo van het ene naar de andere kant van het fietspad schieten, gewoon eng.’
En wat kan een hondeneigenaar doen?
Jenny Bruinsma heeft geen wondertips waarmee honden in een paar dagen af zijn van hun hinderlijke gewoonte om fietsers achterna te rennen. ‘Het is geen geïsoleerd probleem. Een hond die achter fietsers aanholt, heeft meestal ook op andere gebieden gedragsprobleempjes. Een goed opgevoede hond komt naar je toe als je hem roept, die gaat ook niet achter katten of konijnen aan en vecht niet met andere honden. Als je je hond een bepaald gedrag wilt afleren, moet je ook weten waarom hij dat doet. Veel honden krijgen te weinig beweging en vinden dat rennen leuk. Het kan ook zijn dat een hond ooit is aangereden door een fietser, eigenlijk bang is voor fietsers, maar heeft ontdekt dat ze vanzelf weggaan als hij ze blaffend achterna rent.
- Voed je hond goed op. Volg een training bij een hondenschool of de Dierenbescherming. Als blijkt dat fietsers achterna gaan een apart probleem is kun je altijd gericht naar een individuele trainer gaan kijken.
- Bouw een goede band met je hond op door veel met hem te doen. Ga op training of doe zoekspelletjes met hem. Hoe meer je met je hond speelt hoe leuker hij het vindt om naar je toe te komen.
- Zorg dat je hond genoeg beweging krijgt. Een hond moet minstens twee uur per dag naar buiten kunnen en hond zijn. Ga bijvoorbeeld met de hond fietsen als hij dat graag doet.
- Luistert je hond niet? Lijn hem dan aan in de buurt van fietspaden. Zorg dat anderen geen last hebben van jouw hond.
- Kijk uit met rollijnen! De lijn is vaak zo lang dat je hond alsnog makkelijk het fietspad opschiet.
Tips en ervaringen van fietsers
Pim: ‘De meeste baasjes voeden hun hond goed op en roepen de hond bij zich als een fietser nadert. Geef het baasje van de hond daar dan als fietser ook even de gelegenheid voor. En hondenbezitters doen er goed aan drukke fietsroutes gewoon te mijden. Laten we vooral een beetje relaxed en aardig doen tegen elkaar, er is al genoeg agressiviteit en gedoe in de wereld.’
Freddy: ‘Als fietser (of hardloper!) zijnde, ga alsjeblieft niet schreeuwen of trappen naar de hond(en) reageren ze alleen feller op. Indien mogelijk, minder je snelheid en/of stap af en blijf rustig staan met je handen langs je zij zodat de baas de mogelijkheid heeft om ze aan te lijnen. Anderzijds, ga ook niet heel vrolijk roepen als je ze niet in de buurt wilt hebben.
Niet fietsen in op de losloopwandelpaden helpt ook een hele hoop als je geen confrontatie met honden wilt.’
Jan: ‘Toch belachelijk dat ik rustig zou moeten afstappen omdat het baasje de regels aan zijn laars lapt.’
Elizabeth is lyrisch over de honden in Engeland: ‘Het viel ons keer op keer op dat de honden (op commando) keurig naast hun baas bleven staan, meestal niet aangelijnd. zo keurig!’
Jaap: ‘Honden mogen simpelweg niet loslopen op de openbare weg maar voor hondenbezitters is dat absoluut geen argument. ook in natuurgebieden waar duidelijk aangegeven staat dat het VERBODEN is om honden los te laten lopen hebben ze daar heel vaak maling aan. Het hondje is heilig en je moet er nog niet naar durven wijzen.’
Talien: ‘Als een hond mij achterna rent, stop ik en spreek de eigenaar van het luid keffende mormel aan. Kinderen schrikken dusdanig op de fiets dat ik al wat valpartijen gezien heb waarbij kind flink beschadigd raakte. Honden los prima, maar op een afgeschermd terrein.’
Eric: ‘Stop met trappen als je een hond nadert. Het belangrijkste wat een hond ziet zijn die nerveus op en neer wippende enkels. Een paar seconden later ben je voorbij en kun je weer op volle kracht en zonder kleerscheuren vooruit.’
Kitty: ‘Ik laat mijn honden in de berm zitten/liggen/wachten tot fietsers (of wandelaars) voorbij zijn. Gewoon een beetje rekening houden met elkaar. Daarbij zou ik het wel fijn vinden als fietsers op tijd laten weten dat ze eraan komen, zodat ik ook de tijd heb om ze veilig te laten passeren. Dat schort er nog wel eens aan.’
Caroline: ‘Ik ben zowel fietser als hondeneigenaar. Op de fiets ben ik er altijd op bedacht dat honden (en kinderen) altijd wat anders doen dan je verwacht en rijdt er dus met de remmen in de aanslag langs. Mijn hond heeft er ook een handje van om vooral tegemoetkomende fietsers als bedreiging te ervaren en er blaffend naartoe te springen. Ik probeer dat voor te zijn door haar kort te houden en te laten zitten.’