De grote vouwfietsentest

TestKees heeft vouwfietsen getest. Belangrijkste conclusie: De Brompton is nog steeds verreweg de beste. De Dahon Uno scoorde verrassend goed. En de A-bike scoort als enige zwaar onvoldoende. (De test en de vermelde prijzen zijn van begin december 2009).

Zeer goed

Brompton Regis 3: 863 euro 
(foto 1)

Vouwt gemakkelijker dan de rest
De Brompton is nog steeds de beste vouwfiets. Hij vouwt perfect, opvallend gemakkelijker dan alle andere vouwfietsen. Opgevouwen blijft de fiets stabiel staan. Hij is erg klein, gemakkelijk te tillen en de ketting en vieze banden zijn goed afgeschermd. De Brompton kan probleemloos mee naar de zitplaats in de trein en je kunt hem gerust afgeven bij de garderobe. Opvallend is dat de Brompton uit 2009 nog stabieler rijdt dan de Brompton uit de test van 2003 omdat de afstand tussen voor- en achterwiel groter is geworden. Voor 2010 wordt de Brompton verder verbeterd,  onder andere met een naafdynamo. Jammer genoeg worden de Bromptons komend jaar wel 20 procent duurder.

Goed

Dahon Uno: 549 euro
(foto 2)
Licht en snel
We hebben drie modellen van de grootste vouwfietsfabrikant ter wereld getest: Dahon. De Dahon Uno bevalt het best. Dit model is voor de Nederlandse markt ontwikkeld. De Uno is de sobere, vouwbare variant van de gewone stadsfiets met terugtraprem en zonder versnellingen. En dat bevalt als vouwfiets erg goed. De fiets is licht en snel en rijdt prettiger dan de andere modellen van Dahon doordat de stuurpen vast is. Bij de Dahon Roo en Curve voel je enige beweging in de verstelbare stuurpen. Vouwen gaat bij de Dahon Uno ook een stuk makkelijker dan bij de andere Dahons door het lagere gewicht, het ontbreken van kabels en de vaste stuurpen.

Redelijk
Dahon Roo: 599 euro
(foto3)
Niks mis mee
De Dahon Roo is een gemiddelde vouwfiets. Niks mis mee. Maar hij blinkt ook nergens in uit. Het vouwen, het rijden en de prijs: allemaal redelijk. De Roo is een prima keuze als je een complete fiets zoekt voor niet te veel geld.  

Dahon Curve: 499 euro (foto 4)
Niet zo comfortabel
Deze Dahon heeft 16 inch wielen. Daardoor is de fiets als gevouwen pakket 10 centimeter korter dan de Roo en ook 800 gram lichter. Maar dat heeft een prijs. Vooral op klinkers is  de Curve door de kleinere wielen minder snel en minder comfortabel dan de Roo.

Lees ook de bevindingen van TestKees over de Dahon Mu XL 20.

Di Blasi: 799 euro (foto 5)

Slappe constructie met dertig draaipunten
De Italiaanse fabrikant Di Blasi maakt al jaren vouwfietsen die alleen in watersportwinkels worden verkocht. In 2009 kwam een nieuw model op de markt dat letterlijk in twee seconden is op te vouwen. Opgevouwen is hij bijna net zo klein als de Brompton. Weliswaar iets breder en hoger, maar ook zes centimeter platter. Voor het razendsnelle vouwen is een constructie nodig met maar liefst dertig draaipunten. En je voelt tijdens het fietsen dat die constructie slap is.  Daarnaast is de maximale afstand tussen zadel en pedaal maar 88 centimeter en kan die afstand niet traploos ingesteld worden. Ook de kwaliteit van de onderdelen laat te wensen over. Kortom, voor 799 euro  krijg je een ingenieuze vouwende constructie die als fiets niet overtuigt.

Giant Halfway:  699 euro (foto 6)

Onhandig vouwen
De snelste fiets uit de test is de Giant Halfway. Hij is ook lekker licht. Maar opvouwen gaat niet handig en eenmaal opgevouwen blijft het een groot pakket. De fiets heeft enkelzijdige wielophanging. Toch is de opgevouwen fiets hierdoor niet extra smal.

Beixo Compact: 699 euro (foto 7)
Niet erg snel

Het unieke aan de Beixo is de cardanas. Dat wil zeggen dat de fiets geen ketting heeft, maar een aandrijfas. Dat is duurzaam en je hebt dus nooit meer last van een vieze ketting. De fiets rijdt lekker, maar is niet erg snel. Dat kan aan de cardanas liggen, maar ook aan de Nexus 7 naaf of de banden. Opgevouwen blijft de Beixo  erg groot en zelfs groter dan de Batavus met 24 inch wielen. Ook is hij met zijn 15,9 kg erg zwaar.

Strida 5.2: 538 euro (foto 8)
Stuurt nerveus

De Strida is het meest opvallende ontwerp onder de geteste vouwfietsen. Hij heeft een driehoekige frame, schone snaaraandrijving en eenzijdige wielophanging. De fiets weegt maar 9,9kilo en is snel en eenvoudig op te vouwen. Een opgevouwen Strida is lang (110 centimeter) en smal. Dat is een handig formaat als je hem thuis aan een haakje hangt of rechtop naast je zet in een volle trein. Maar als je hem in de trein neerlegt neemt het lange pakket op het balkon veel plek in. Ook als je hem onder de stoelen schuift steekt hij net een beetje uit. Maar hij past ook in een bagagerek. De Strida stuurt erg nerveus. Je kunt daar wel aan wennen en dan is er prima op te fietsen. Maar het is maar zeer de vraag of je ook nog goed kunt sturen als je bijvoorbeeld plotseling moet uitwijken.

Strida SX: 649 euro (foto9)
Verbeterde Strida
Deze Strida heeft grotere wielen met snellere bandjes. En dat is duidelijk een verbetering. De fiets is daardoor sneller en stuurt minder nerveus. Ook is de overbrenging van het vaste verzet beter door de grotere wielmaat. Bij de gewone Strida moet je heel snel rondtrappen. Wel is de verbeterde Strida 111 euro duurder.

Batavus Nova Versa 24”:  699 euro (foto 10)
Net een gewone stadfiets
Het enige model met 24 inch wielen. Daardoor fietst de Nova Versa bijna als een stadsfiets.
De fiets heeft hetzelfde vouwmechanisme als de Dahon Roo. Maar de Nova Versa is wel een groter pakketje dan de Dahon Roo en nog twee kilo zwaarder ook. Bovendien is de Nova Versa 100 euro duurder.   

Limit Cityhopper: 119 euro (foto 11)
Goedkoopste

De goedkoopste fiets uit de test is een model van de Halfords.  De kwaliteit van de onderdelen op de fiets is matig. Hij vouwt slecht, is zwaar en opgevouwen is het een groot onhandelbaar pakket. Het vaste verzet is te licht en het zadel kan niet hoog. Maar de Cityhopper rijdt op zich prima. Voor die 119 euro heb je een simpele stadsfiets die je met een gewoon slot overal in de stad kunt stallen en die ook nog gratis mee mag in de trein.

Hema on the Road:  179 euro (foto 12)
Pijnlijke ribbeltjes

Ook de Hema heeft een goedkope vouwfiets. Die rijdt opvallend goed en het zadel kan lekker hoog. Maar hij is wel erg zwaar en voor het vouwen heb je ook nogal wat kracht nodig omdat de scharnieren van het vouwmechanisme veel wrijving hebben. De fiets heeft een derailleur. Dat is vragen gezien de kwaliteit van de onderdelen en het Nederlandse klimaat vragen om problemen. De handvatten hebben ribbeltjes die pijn doen aan je handen.    

Zeer slecht

A-bike Plus: 269 euro
(foto 13)
Stevig doorlopen is veiliger
De A-bike weegt maar zes kilo en is tot een zeer klein pakketje op te vouwen. Toch komt deze fiets als allerslechtste uit de test. De reden: er is nauwelijks op te fietsen. De A-bike fiets is zwaar, zit beroerd en stuurt slecht. Daarnaast is het een gevaarlijke fiets omdat je bij een kleine drempel of kuil al over de kop kunt slaan. De importeur wilde niet meewerken aan de test omdat de A-bike niet vergeleken moet worden met gewone vouwfietsen. De A-bike is volgens de importeur vooral bedoeld voor korte stukjes waarvoor je geen grote fiets mee wilt nemen. Maar de A-bike verliest de vergelijking met gewoon lopen ook. Met stevig doorlopen ben je bijna net zo snel en het is bovendien een stuk veiliger en comfortabeler. Je  hoeft niks op te vouwen, geen zes kilo mee te slepen en je bent 269 euro goedkoper uit. Voor dat bedrag kun je ook een klein stepje kopen. Die stepjes zijn minstens zo snel en bovendien comfortabeler, lichter, veiliger en gemakkelijk te vouwen.

Nog meer geteste vouwfietsen vind je hier.

Lees ook: De minifiets van Minutecycle

 

Categorieën