Direct naar inhoud

Fietsen naar Santiago: geduld en geluk

Annemarie Los
Gepubliceerd op:

Nadat het twee jaar niet mogelijk was door corona, trekken dit jaar extra veel pelgrims naar Santiago de Compostela. Verreweg de meeste mensen doen dat lopend, maar er zijn er ook die de fiets pakken. Hoe is zo’n tocht, wat kom je tegen onderweg, waar slaap je? En hoe leuk is het eigenlijk om pelgrim te zijn tussen de pelgrims? Annemarie probeerde het dit voorjaar uit.

‘Juf, gaat u dan ook op de fiets slapen? En gaat u dan helemaal niet eten?’ Nicolien, die ik in mijn derde fietsweek tegenkom, is gestopt met haar baan als juf om naar Santiago te gaan fietsen. Het leverde hilarische vragen op in haar klas. Gelukkig zijn de angsten van de kinderen ongegrond; we hoeven niet op de fiets te slapen en we mogen ook lekker veel eten onderweg.

In je eentje naar Santiago

Na vele fietsvakanties met anderen samen is dit mijn eerste solofietstocht. En wat bevalt dat goed. Hoezeer ik ook probeer om tijdens fietstochten met anderen goed naar mijn eigen lijf te luisteren; dat lukt nooit helemaal. Nu ik in mijn eentje fiets kan ik perfect mijn eigen tempo volgen, pauzeren als ik er behoefte aan heb en lekker doorfietsen als het goed voelt. Dat levert veel op; ineens maak ik ongemerkt veel meer kilometers dan normaal. Onderweg kom ik geregeld andere fietspelgrims tegen met wie ik gezellig ga borrelen of eten. Maar fietsen doen we zelden gezamenlijk, ieder bepaalt zijn eigen route, tempo en etappes.

Koolzaadvelden

Ook hoef ik weinig energie te verspillen aan het zoeken van de weg. De route is prima aangegeven in de fietsroute-app van de Fietsvakantiewinkel. Daarin staan ook tips voor overnachtingsadressen, bezienswaardigheden en fietsenmakers. De route gaat in België veel over jaagpaden langs kanalen. Heerlijk relaxed, vlak en met een mooi uitzicht. Lekker om op gang te komen. In Frankrijk zijn er aan het begin vooral golvende heuvels met enorme groene en gele (koolzaad) velden. Maar er zijn ook gemene klimmetjes en grote saaie stukken bos.

Uitgestorven dorpjes

Frankrijk blinkt verder uit in heel veel uitgestorven dorpjes. Dat levert soms een teleurstelling op als ik op zoek ben naar een terrasje.  Eén dag lukt het zelfs de hele dag niet om ergens koffie te vinden! Nog een geluk dat ik genoeg brood en bananen in mijn tas heb om te overleven.

Grensfietsroute Duitsland van 61 km

Net over de grens in Duitsland kun je prachtig fietsen vanuit de stad Nordhorn.

Lees meer

Maar er staat meer dan genoeg moois en leuks tegenover. Ik kom in prachtige plaatsen als Tournai, Chartres en Tours en slaap op de meest uiteenlopende plekken. In Cambrai verhuren ze in een verzorgingshuis ruime appartementen aan toeristen. Niet duur, lekker rustig en voor de ouderen die er wonen geeft het wat reuring. En de fiets mag mee in de lift en op de kamer! In het lieflijke stadje Mouy heb ik een chambre d’hôtes uit het boekje: in een prachtig oud pand, met een gigantische tuin en een ontbijt met zelfgemaakte jam en taart om je vingers bij af te likken. In Chartres slaap ik direct naast de kathedraal in het voormalige klooster, nu een ‘hotellerie’. Mijn ‘cel’ van 10 m2 biedt alles wat ik nodig heb: bed, wc, douche, kast, bureau en zelfs een nachtkastje.

Vrijwel overal – of het nu een kerk, kathedraal of café is – kun je een stempel scoren voor in je speciale pelgrimspaspoort.

Snurkende massa

Om de grens tussen Frankrijk en Spanje, en daarmee de Pyreneeën, over te steken rijden de meeste mensen via de Somportpas of de Roelandspas. Ik fiets die laatste en dat betekent vanaf Saint-Jean-Pied-de-Port ongeveer 25 km aan één stuk klimmen. Daarna verblijf ik een nachtje in het klooster in Roncesvalles, van oudsher een belangrijke pleisterplaats voor pelgrims. Tegenwoordig wordt het helemaal gerund door Nederlandse vrijwilligers. Er overnachten mensen uit alle windstreken. Ik praat met een 19-jarige jongen uit Schotland die voor het eerst alleen op reis is. Met een Australische vrouw van 35 die haar beste vriendin is verloren en afleiding zoekt in ‘de camino’. Met een Taiwanees die op zoek is naar avontuur. Met heel veel Duitsers en Amerikanen. Erg gezellig allemaal, maar van slapen komt het weinig. In de zaal liggen zo’n honderd mannen en vrouwen, het voelt als één grote, deinende, snurkende massa.

Zwart geroosterd brood

In Spanje is het fietsen over het algemeen het zwaarst met het meeste klimmen en dalen. Dan wil je wel goed ontbijten voor je op pad gaat. Maar dat valt niet altijd mee. Meestal blijft het beperkt tot tostada (geroosterd brood) met boter en jam. En zelfs dat is soms lastig. Op een nacht slaap ik in een afgelegen dorp met één barretje, geen supermarkt of iets anders in de buurt. De barman (tevens mijn kamerverhuurder) heeft gezegd dat ik bij hem kan ontbijten. ’s Ochtends vraagt hij wat ik wil. Nou eh, wat heb je zoal? Een Napolitana heeft hij nog, een soort uit de kluiten gewassen pain au chocolat. Lijkt zo’n drie dagen oud, maar omdat ik niet weet of er nóg iets komt, werk ik ‘m toch maar weg. Of ik er nóg een wil? Nou eh, nee, maar heb je misschien brood? Nee, dat heeft hij niet. Geroosterd brood dan misschien? Zijn gezicht licht op: ja, dát wel. Een enorme schreeuw naar de keuken: Madre!!! Tostada para la chica! Vijf minuten later komt madre aangeschuifeld met een dun, zwartgeblakerd sneetje brood. Zo onopvallend mogelijk schraap ik het ergste zwart ervan af en klei ik zoveel mogelijk boter en jam op het dunne schijfje. Ik moet er tenslotte heel wat kilometers op maken.

Pelgrimspaspoort

In Spanje komt de pelgrimstocht echt tot leven. Overal zie je pelgrims, die meestal lopen van St. Jean Pied de Port naar Santiago. Veel herbergen (albergues) onderweg richten zich specifiek op pelgrims. De commercie speelt er handig op in met souvenirwinkeltjes waar je de karakteristieke Jacobsschelp of een pelgrims-t-shirt kunt kopen. Ook de gebedshuizen spreken tot de pelgrimsverbeelding. Elk gehucht, hoe klein ook, lijkt wel over een mooi oud kerkje te beschikken. Je ziet ze al van ver liggen als je door het landschap fietst. Grotere steden hebben vaak een indrukwekkende kathedraal, zoals die in Burgos, León, Astorga en natuurlijk Santiago. En vrijwel overal – of het nu een kerk, kathedraal of café is – kun je een stempel scoren voor in je speciale pelgrimspaspoort. Daarmee kun je in Santiago een officieel getuigschrift ophalen, als bewijs dat je de reis volbracht hebt.

Geduld en geluk

Veel pelgrims zijn euforisch als ze aankomen in Santiago. Dat geldt niet voor mij; ik vond het zo leuk om onderweg te zijn, dat ik nog even verder wil. Daarom kies ik ervoor door te fietsen naar de kust, naar de dorpjes Finisterre (of Fisterra in het Galicisch) en Muxia, historisch gezien dorpjes die ook vaak tot de ‘camino’ gerekend worden. Het verhaal gaat dat pelgrims daar hun schoenen in zee gooiden, als teken dat de reis nu echt ten einde was.

Paciencia y suerte

Onderweg raak ik in gesprek met een aardige Spaanse meneer op leeftijd, keurig in pak. In het verleden heeft hij veel in Duitsland gewerkt. Als hij hoort dat ik van Rotterdam naar Spanje ben gefietst, peinst hij even voor zich uit en zegt dan: ‘Paciencia y suerte’, oftewel ‘Geduld en geluk’. Ik vind het de spijker op zijn kop. Het is een kwestie van geduld; gewoon elke dag op je fiets stappen en een aantal kilometers wegtrappen. En het is een kwestie van geluk: als jij, je fiets en het thuisfront heel blijven, én je hebt een beetje lekker weer, dan staat weinig een mooie tocht in de weg.

Hoe reist de pelgrim?

De ene pelgrim is de andere niet. Sowieso zijn de meeste pelgrims wandelaars. De meeste van hen lopen alleen in Spanje en overnachten daar in de slaapzalen van albergues. De meeste fietsers die met bepakking fietsen doen dat vanuit Nederland, België of Duitsland. Sommigen overnachten op campings, anderen in hotels, pensions, b&b’s, albergues of een combinatie van al die opties. De een gaat drie keer per dag uit eten, de ander koopt alles in de supermarkt. Ook qua fietsen zie je alle variaties: toerfietsen, racefietsen, elektrische fietsen, mountainbikes – zelfs een vouwfiets is gesignaleerd… Kortom: je kunt de reis zo duur en comfortabel maken als je zelf wilt.

Fietsroute-app verkrijgbaar via de Fietsvakantiewinkel, downloaden voor € 3,99.

Meer informatie vind je op www.santiago.nl/fietsen-naar-santiago

Een lijst met medewerkers

Word lid van de Fietsersbond

Steun de belangenbehartiger van fietsend Nederland en ontvang heel veel voordeel!