Hoogleraar auditieve cultuur Marcel Cobussen onderzoekt hoe het geluid van onze omgeving aantrekkelijker kan worden gemaakt: ‘Als je veel auto’s hoort, heb je niet het gevoel dat je daar graag wil zijn.’
(illustratie: Judy Ballast) Marcel Cobussen begon als jazzpianist. Nu houdt hij zich bezig met de rol die geluid speelt in ons dagelijks leven. Dan gaat het dus niet over muziek, maar over hoe onze wereld klinkt.
Wat doe je nog met je ervaring als jazzmuzikant?
‘We hebben het vaak over hoe die omgeving eruitziet, maar we vergeten dat we ook het geluid kunnen vormgeven. Wanneer we nadenken over geluid in publieke ruimtes, kunnen we daar misschien ook gebruikmaken van de expertise van de beste luisteraars die we hebben, namelijk musici, componisten, geluidskunstenaars.’
Wordt er in de planologie genoeg over geluid nagedacht?
‘Geluid staat niet echt op de radar van stadsplanners en architecten. Zeker in Rotterdam, de stad waar ik woon. Dat is een moderne stad die voor auto’s is gebouwd. Drukke verkeerswegen tussen glazen en betonnen kantoorgebouwen. Geluid komt van alle kanten op je af. Om die reden wordt Rotterdam vaak als een onaangenaam klinkende stad ervaren. Nu men zich daarvan bewust wordt, zijn er ingrepen nodig.’
Wat voor projecten heb je zoal in Rotterdam gedaan?
‘Op het Hofplein komen zo’n honderd trams per uur langs. Fietsers, voetgangers en auto’s kruisen die banen. Dat is een heel onveilige situatie. Voor voetgangers en fietsers was er een waarschuwingssysteem met geluid. Dat was goed hoorbaar, maar je had geen idee waar die tram vandaan zou komen. We hebben dat signaal meer lokaal gemaakt. Als je je op een plek bevindt waar een tram aankomt, moet je dat daar kunnen horen, met een indicatie waar die vandaan komt. Dan is het ook handig om dat op oorhoogte te hebben en niet ergens twee meter daarboven.’
Kunnen we slechter tegen geluid dan vroeger?
‘Geluid van de industrie en vliegtuigen ervoeren veel mensen vroeger als heel positief, omdat het een teken van vooruitgang en welvaart was. Nu hebben we eerder last van vliegtuigen, en daar zijn er ook veel meer van. Elektrische auto’s maken het verkeer stiller, maar tegelijkertijd gaan we binnenkort misschien wel pakjes bezorgd krijgen met drones. En wat te denken van steden die de Formule 1 door de eigen straten willen sturen?’
Is het een goed idee om e-bikes net als elektrische auto’s geluid te laten maken?
‘Een speciaal geluid inbouwen bij e-bikes en elektrische auto’s is een rare oplossing, omdat je juist blij zou willen zijn met stilte. Maar het is wel een serieus probleem als je voertuigen en fietsen niet aan hoort komen. De vraag is of het helpt, omdat veel fietsers nu sowieso hun favoriete muziek op hun oortjes hebben. Daar heb ik met mijn dochters vaak verhitte discussies over.’
Wat mis je als je oortjes in hebt?
‘Als je op de fiets zit vertellen geluiden waar je bent. Is het veilig? Moet ik stoppen? Gebeurt er iets wat ik niet kan zien, bijvoorbeeld achter me? Dus je gebruikt je oren ter oriëntatie, voor veiligheid, soms ook om te genieten van de geluiden om je heen.’
Die oortjes zorgen er wel voor dat je geen last hebt van de herrie van een snelweg of de stad.
‘Mensen zijn zich steeds meer gaan storen aan geluid. Dat hoeft helemaal niet over decibellen te gaan. Het gaat veel meer over de mate waarin mensen controle hebben over wat ze wel en niet horen. Neem vliegtuigen. Mensen hebben geen controle over wanneer zo’n vliegtuig overkomt. En als de overheid zegt ‘We komen met stillere vliegtuigen’, dan weet ook niemand wanneer dat dan gebeurt, en hoelang de huidige overlast nog zal duren. Mensen voelen zich letterlijk niet gehoord en daardoor neemt de frustratie toe en de tolerantie af.
Op het moment dat Nederland voller raakt met bebouwing is er ook minder kans om geluid te laten absorberen door de natuurlijke omgeving en natuurlijke materialen. Sommige plekken zijn voor fietsers natuurlijk ook niet ideaal, zoals langdurig fietsen langs een drukke snelweg of in een rumoerige omgeving. Dan is het moeilijker om signalen op te vangen die je helpen navigeren in het verkeer. Er komt ook emotie bij kijken. Als je veel auto’s hoort, heb je niet het gevoel dat je daar graag wil zijn. Dat geluid heeft een afschrikkende werking.’
Welke geluiden hoor je op de fiets?
‘Allereerst ben je natuurlijk bezig met de andere gebruikers van de openbare ruimte, zoals auto’s, fietsers en voetgangers: je hoort waar ze vandaan komen en de richting die ze opgaan, hoe snel ze gaan en wat dat voor jouw acties betekent, het eventuele getoeter, sirenes, of de fietsbellen. Maar je hoort ook of je in een stad, dorp of op het platteland bent, en of je door een nauwe straat of over een plein rijdt, wat de ondergrond is, of het heeft geregend, muziek uit cafés of winkels, de kerkklokken in de verte waardoor je weet hoe laat het is, de tikkers van de verkeerslichten, en ga zo maar door. En dan heb je nog de geluiden dichtbij: de bekende of juist nieuwe geluiden van je fiets, het schuren van je jas of broek langs het zadel, de wind in je oren, de regen tegen je muts, je hijgen wanneer je een helling of brug over moet, het schuren van de boodschappentassen die aan je bagagedrager hangen.’
In de lockdowns tijdens de coronapandemie was het opeens heel stil: geen vliegtuigen, veel minder verkeer. Dat gaf ook een weldadige rust.
‘Door de coronaperiode zijn mensen zich bewust geworden dat de stad ook anders kan klinken. Men merkte opeens dat een stad niet alleen uit glas en beton bestaat, maar dat er wel degelijk ook natuur is. Die natuur kon eindelijk van zich laten horen. Dat heeft bij een aantal mensen de oren geopend. Ik moet zeggen dat ik weleens terugverlang naar die stilte. Aan de andere kant was het ook bevreemdend. De stad klonk niet meer vertrouwd: geen schreeuwende kinderen als de scholen begonnen, niet dat gezoem van die snelweg om half zes ’s morgens. Mensen raakten gedesoriënteerd. De stad werd spookachtig en stil. Dat was ook slecht voor mensen die slechtziend zijn. De geluiden waarop zij gewend waren zich te oriënteren waren er opeens niet meer.’
Kunnen we de positieve effecten meenemen in het drukke nu?
‘Autoluw maken helpt, maar in veel steden is dat best lastig om te doen. Het is mogelijk om meer reliëf aan te brengen in gevels, of te zorgen voor stille zijstraten zoals je die in Berlijn hebt, waar je de drukte van een winkelstraat achter je kunt laten door een zijweg in te slaan. Dat is de belangrijkste oplossing voor steden: zorgen voor voldoende ontsnappingsmogelijkheden.’
In Sheffield hebben ze een grote waterval aangelegd langs een drukke weg in het centrum. Is dat een goede oplossing?
‘Je moet wel weten dat we onze omgeving met meer zintuigen waarnemen. Het gaat hier om de combinatie van het horen van water en het zien van water. Maar over het algemeen is ‘verticaal water’, zoals een fontein of waterval, geen oplossing. Dat levert namelijk het zogenaamde white noise op; dat is ruis die bijna hetzelfde klinkt als verkeer. ‘Horizontaal water’ is veel rustgevender: in het geluid van een kabbelend beekje zit veel meer diversiteit, zeker als je het water over verschillende oppervlakken laat stromen.’
Zou er niet meer moeten worden gedaan met die kennis over geluiden?
‘Zeker. Als er iets wordt aangelegd of verbreed zou je eigenlijk altijd moeten kijken wat voor auditief effect dat heeft en er iemand bij betrekken die verstand heeft van akoestiek, maar ook hoe mensen geluid beleven.’
Marcel Cobussen
Naam: Marcel Cobussen (62)
Functie: hoogleraar Auditieve Cultuur Universiteit Leiden
Woonplaats: Rotterdam
Eigen site: cobussen.com
Een lijst met medewerkers
Word lid van de Fietsersbond
Steun de belangenbehartiger van fietsend Nederland en ontvang heel veel voordeel!