Vorige week was ik op bezoek in Groningen. De Faculteitsvereniging Ruimtelijke Wetenschappen had me gevraagd een lezing te verzorgen over wat de criteria zijn voor een goede fietsstad. Behalve ik zorgden de ambtenaren Jaap Valkema en Nienke de Jong voor een inleiding namens de gemeente Groningen. Het werd een avond waar ik met veel plezier op terugkijk.
Op deze doordeweekse donderdagavond waren zo’n twintig geïnteresseerde studenten op de lezing afgekomen. Het was leuk om een langer verhaal kwijt te kunnen over goede en minder goede kanten van Groningen als fietsstad en de noodzaak van een schaalsprong in het fietsbeleid wanneer je een verdere groei van het fietsbeleid wilt.
Minstens even leuk was het om enthousiaste ambtenaren te horen die fietsen niet als probleem zien. In Groningen heeft de fiets een enorm groot aandeel in het vervoer: volgens het Mobiliteitsonderzoek Nederland 47% op ritten tot 7,5 kilometer, volgens de gemeente Groningen zelfs een bijna onvoorstelbare 60% van de ritten binnen de stad. Het vanaf de halverwege de jaren zeventig stug volgehouden verkeerscirculatieplan, waardoor het autoverkeer binnen de stad wordt ontmoedigd, speelt daarin beslist een belangrijke rol.
Groningen mag ook trots zijn op innovaties voor de stilstaande fiets, zoals het stadsbalkon bij het station – de halfverdiepte gratis stalling voor het station – en de rode lopers en tijdelijke stallingen in de binnenstad. Zoals meer steden heeft Groningen vooral in de binnenstad en bij het station problemen om alle fietsen kwijt te kunnen. Men hoopt voor mensen die langer in de binnenstad blijven een aantal gebouwde voorzieningen te kunnen realiseren en begrijpt dat vrijkomende winkelpanden een deel van de oplossing kunnen zijn. Zo komt er een fietsenkelder voor 1700 plekken bij het nieuwe Forum en wordt er gedacht aan een grote voorziening onder de Vismarkt. En bij het station blijft men naarstig zoeken naar extra uitbreidingsmogelijkheden en worden jaarlijks 400 extra plekken gerealiseerd. De Groningse ambtenaren realiseerden zich ook dat de bestaande fietsinfrastructuur onvoldoende is en tegen zijn grenzen aan begint te lopen.
De stellingen die de Groningse ambtenaren poneerden waren dat je het autoverkeer binnen de stad nog verder zou moeten ontmoedigen en dat je de vraag van fietsers naar onder meer parkeervoorzieningen altijd moet faciliteren. Dat klonk mij als muziek in de oren, want ik ontmoet vaker ambtenaren die zuchtend klagen dat je niet eeuwig fietsenrekken bij kunt blijven plaatsen.
Groningen laat zien dat je met een consistent en doordacht beleid veel kunt bereiken – nu en in de toekomst. Waar een wil is, is een weg.
Wim Bot, beleidsmedewerker Fietsersbond
Een lijst met medewerkers
-
Wim Bot
(Inter)nationaal beleidsadviseur
Word lid van de Fietsersbond
Steun de belangenbehartiger van fietsend Nederland en ontvang heel veel voordeel!