De fietsburgemeester van het Vlaamse Deinze

Groot verzet tegen Sint-Automobilist

Jan Vermeulen zwengelt het pontje aan

Het Vlaamse stadje Deinze, in juni uitgeroepen tot fietsstad 2018, moet ‘klein Kopenhagen aan de Leie’ worden. Op pad met ‘fietsburgemeester’ Jan Vermeulen, een activist met een Vlaams succesverhaal. ‘Ik ben een stroper die boswachter is geworden.’

Op de Markt van Deinze, een charmant Oost-Vlaams stadje in de groene Leiestreek, spuiten fonteintjes en schijnt de zon uitbundig. Een oase van rust midden in de stad. De terrassen zitten vol, vooral met fietsers. Nog niet lang geleden stond het hier zeven rijen dik met auto’s. Jan Vermeulen (1970), burgemeester (namens de CD&V) van het 31 duizend zielen tellende stadje, én bevlogen fietsactivist, veegde het plein leeg. ‘Alles voor de fietser’ is zijn motto.

‘Aan de wortel beginnen’

Zes jaar geleden begon Vermeulens fietsoffensief. Zijn stad moet autoluw worden, vertelt hij op het terras van De Schipperin op de Markt, naast de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Dat gaat stap voor stap, want ‘voor elke meter voor de fiets moet ik een gevecht leveren’. Vermeulen haalt veel inspiratie uit Nederland. ‘Vlaanderen loopt ver achter. Er wordt hier nog vanuit de auto gedacht. Enkel als men niet de beschikking heeft over een auto, denkt men aan de fiets.’ Maar het voordeel van Vlaanderen is, zegt hij met goed gevoel voor sarcasme, dat er nog zodanig veel evidents moet gebeuren, ‘dat het eigenlijk wel makkelijk is om vooruitgang te boeken. We zijn aan de wortel kunnen beginnen.’

Ook een autovrij centrum?

Een stad waar voetgangers en fietsers de ruimte krijgen, is een leukere, gezondere stad. De Fietsersbond werkt er door het hele land aan.

Ja, ik steun dat graag!

Bakfietsburgemeester

De burgervader heeft een croque monsieur, een koffie en spuitwater besteld, maar is meer gefocust op al dan niet beroemde fietsers om hem heen. ‘Zie je die fietsers? Ze steken de Markt over die nu een verbindingsroute is geworden tussen de Leie en de Schelde.’ ‘Die man achter je op het terras, dat is Kenny Dehaes. Die reed pas nog Parijs-Roubaix.’ ‘Op dit terras stuurde Mark Cavendish eerder dit jaar nog een tweet.’ ‘Ah, en daar hebben we een van onze fietskoeriers. Die zeiden: ‘Burgemeester, omdat u ervoor gaat, gaan wij er ook voor’.’
Vermeulen is zelf uiteraard ook op de fiets, een Specialized Cirrus. Zijn trouwe bakfiets, een elektrische Nederlandse Urban Arrow, staat bij de garage. Zijn kinderen, een tweeling van 10 jaar, kunnen er nog net in, maar ‘ze spartelen tegenwoordig tegen. Ze fietsen liever zelf natuurlijk.’ Thuis heeft hij ‘natuurlijk’ ook nog een racefiets, een Pinarello.

Dodelijke ongevallen

Dat hij als burgemeester ook op de fiets zit heeft veel voordelen. ‘Je voelt zelf de putjes in de weg, je merkt waar het gevaarlijk is.’ Ooit was hij zelf een ‘echt lycramannetje’, biecht hij op. Doordeweeks alles met de auto en in het weekend de koersfiets op. ‘Ik ben een stroper die boswachter is geworden.’ Hoe dat zo gekomen is? Een belangrijke game changer, vertelt hij, waren dodelijke ongevallen met fietsers, met als dieptepunt een verongelukt meisje van 12.
Deinze moest veiliger worden, met een betere infrastructuur voor fietsers. ‘Veiliger voor fietsers betekent ook veiliger voor auto’s.’ Deinze is een onderwijsstad, met zo’n vijf- tot zesduizend scholieren. ‘Tachtig procent van de kinderen komt met de fiets. Dan weet je voor wie je bezig bent.’
Belangrijke ‘omkeerpunten’ waren de schoolpoorten, waar autoverkeer geweerd moet worden.
De ideeën van Vermeulen – die ook voorzitter is van kennisinstituut Fietsberaad Vlaanderen – inspireerde zijn partij CD&V onlangs tot een nationaal programma ‘Koning Fiets’.

Fietskoerier in Deinze, België
Fietskoerier Bram stapt op de fiets van het bedrijf ViaVelo Beeld-auteur: Dolph Cantrijn

‘Sint-Automobilist’

Niet alleen de Markt, het plein voor de kerk (door Vermeulen ‘Sint-Automobilist’ genoemd) en de schoolpoorten ontdeed hij van auto’s, ook de kelder van het fraaie nieuwe stadhuis, op een steenworp van de Markt. De parkeergarage voor auto’s liet hij ombouwen tot luxe fietsenstalling. En op de begane grond van het stadhuis moest natuurlijk een fietscafé komen: Het Groot Verzet. ‘Ik heb dat opgelegd. De naam is natuurlijk symbool voor het verzet tegen de auto.’
Zijn werkkamer op de bovenste verdieping – opgesierd met een museumfiets van het merk Groene Leeuw uit de oude fietsfabriek De Kimpe in Deinze – biedt een schitterend uitzicht over Deinze. In de verte de heuveltoppen van de Vlaamse Ardennen, aan de andere kant is het puntje van de Sint-Baafskathedraal van Gent nog net te zien.
‘Deinze is een uitdaging’, zegt Vermeulen, wijzend over zijn stad. ‘We hebben een relatief groot mobiliteitsprobleem. Je kunt het hier mooi zien: we hebben twee waterwegen en twee spoorwegen. Daar moeten we altijd omheen. Door in te zetten op fietsbeleid lossen we veel op.’
Hij wijst naar de rivier de Leie: ‘Zie je die oude huizen daar langs het water? Die hebben we opgekocht en gooien we plat; daar komt een fietspad. Iets verderop komt een nieuwe fietsbrug, en aan de andere kant ligt er al een naast de spoorbrug. Met het fietspad ernaartoe zijn we nog bezig.’ Vermeulen wendt zijn blik: ‘Bij die school ligt nog een Kiss & Ride waar we van af moeten.’ Achter de school torent het nieuwe gebouw van de kunstacademie boven de stad uit. De straat ervoor ging op de schop, ten koste van parkeerplaatsen. ‘Weet je wie er protesteerden? De leraren!’

Fietssnelweg

Een van Vermeulens paradepaardjes is de fietssnelweg die hij langs het spoor liet uitbreiden tussen Deinze en Gent. Tot bijna in Gent dan. Aan het laatste stukje wordt nog gewerkt. De Prinses Elisabeth-snelweg wordt ’ie genoemd, een statement richting koninklijk paleis. ‘De koninklijke familie fietst niet, in tegenstelling tot bij jullie.’ De officiële naam van de snelweg wordt straks F7.
Natuurlijk moeten we ook nog een stuk met de fiets die snelweg op. Vermeulen loodst verslaggever en fotograaf door het stadje, van de ene fietsstraat naar de andere. Het kan inbeelding zijn, of de aanwezigheid van de burgemeester, maar als fietser lijk je hier letterlijk en figuurlijk ruim baan te krijgen. We rijden over de Veldstraat, vlak bij het station. ‘Dat wordt straks de Velostraat. Een letter is zo aangepast hè.’ We rijden langs een residentie met een fietslift, en gaan via een fietspontje naar ‘het best bewaarde geheim van Deinze’, een fraaie zwemplek midden in de natuur.
Terug in de stad wachten we bij een rood verkeerslicht. Het liefst zou Jan Vermeulen rechtsaf door rood fietsen. ‘Het voorstel is unaniem goedgekeurd door de raad, maar het mag niet van de minister. Die vindt het te gevaarlijk, maar redeneert vanuit de auto hè.’ In de winkelstraat verderop stoort Vermeulen zich aan een bus van een pakketbezorger op de stoep. ‘Die mag daar helemaal niet staan. Hartstikke gevaarlijk voor fietsers. Die pakketbezorgers zijn een punt van aandacht.’

Gedenkteken voor Ina
Gedenkteken voor Ina Beeld-auteur: Dolph Cantrijn

Bermmonument voor Ina

In Astene staan we stil op het kruispunt waar de 12-jarige Ina Decock werd geschept door een vrachtwagen; stille getuige is een bermmonumentje. Oversteken is hier een beproeving. ‘Die ellendige Vlaamse Steenwegen. Dat zijn gewestwegen en de gewesten zijn op autobeleid gericht. Dus moeten we het zelf aanpakken.’ De gemeente Deinze kocht dan ook grond op om er verkeerslichten neer te zetten. ´Het is aanbesteed nu. De volgende keer staan hier verkeerslichten.’

Weerstand

Roept hij met zijn fietsactivisme weerstand op? ‘Awel, natuurlijk. Maar je moet tegen de stroom in durven gaan. Er zijn er die zeggen ‘daar heb je hem weer met zijn fiets.’ Niet alle handelaren zijn er blij mee, maar de meeste mensen waarderen het dat je een visie hebt. En ze merken dat het aanslaat, dat het goed is voor de stad. Een burgemeester heeft niet altijd ongelijk hè. Mensen zijn aantoonbaar meer gaan fietsen. We werden uitgeroepen tot fietsstad van Vlaanderen, De Standaard sprak van ‘Klein Kopenhagen aan de Leie’. Da’s mooi; je merkt dat je iets bereikt hebt. Het is goed voor de stad, we krijgen meer bezoekers. Je bent veel sneller in het centrum van Deinze dan in Gent of Waregem. Op 100 meter van het centrum kun je gratis je auto parkeren. Mensen voelen zich hier op hun gemak, omdat het niet vergeven is van auto’s. En natuurlijk is het goed voor de luchtkwaliteit, en dus de gezondheid. Dat thema is hot, daar liften we graag op mee.’
Op de fietssnelweg tussen Deinze en Gent is het druk. Tot genoegen van Vermeulen. ‘Per meter nieuw fietspad komen er nieuwe fietsers bij.’ Een groepje fietsers van middelbare leeftijd komt uit de richting van Gent aangereden. Als ze de burgemeester zien, stoppen ze. ‘Wanneer wordt het laatste stukje aangelegd bij Gent?’, wil één van hen weten. Daar wordt hard aan gewerkt, antwoordt Vermeulen, komt goed. ‘Merci weer hé burgemeester!’ En het groepje fietst tevreden verder.

Bluebikes in Deinze
Bluebikes in Deinze Beeld-auteur: Dolph Cantrijn

Gratis Blue-bikes voor Deinzenaren

Een van Vermeulens wapenfeiten is het succes van de Blue-bikes in Deinze. Blue-bike is de Vlaamse tegenhanger van de OV-fiets. Hij rolde in zijn stadje het plan van de Blue-bikes uit die voorheen alleen op uitgebreide schaal in de grote steden werden gebruikt. Van acht fietsen bij het station groeide het in korte tijd uit naar 125, ook in het centrum. Het aanbod van Vermeulen was voor de Deinzenaren dan ook wel heel aantrekkelijk. Alle inwoners van Deinze mogen twee fietsen gebruiken per 24 uur, ‘gratis’, voor een abonnementsprijs van 12 euro per jaar. In het hele land. Gewoonlijk moet je naast het abonnement ook voor de daghuur betalen.
Vermeulen: ‘Mensen fietsen naar het station, pakken daar de trein naar bijvoorbeeld Gent en stappen daar weer op een Blue-bike. De helft van alle Blue-bike-gebruikers in Gent komt van Deinze. Vier op de tien mensen laten de auto thuis.’ Vermeulen kijkt op zijn Blue-bike-app. ‘Bijna de helft van de fietsen is nu in gebruik. Da’s ongelooflijk hè.’
Ter promotie van de Blue-bike en ‘als statement natuurlijk’ stapte Vermeulen zelf een keer op de blauwe leenfiets voor een stunt: een bezoek aan de koning in Brussel. ‘Er waren twaalf burgemeesters die meereden. We kregen een speciaal welkom van de koning, haha.’

Jan Vermeulen vertelt over zijn autoluwe plein Bron: www.youtube.com

Categorieën